1 Ethiek: over het goede en het juiste
1.1 Begrippenkader
1.1.1.1 Waarden en deugden
● Waarden= algemene morele uitgangspunten, aspecten van het leven die we belangrijk vinden.
Drukken een beoordeling of evaluatie uit.
● Deugden= waardevolle karaktereigenschappen, we doen het omdat het goed is voor onze gezondheid
Normen= regels die je moet vormen om je waarden te vervullen, hoe je waarde in concrete context
moet uitbrengen
1.1.1.2 Afbakening van ethiek
● Moreel= wat overeenstemt met heersende waarden en normen
● Immoreel= wat de heersende waarden en normen schendt
● A-moreel= waarbij geen waarden en normen betrokken zijn
Bv. De zon komt op in het oosten
● Moraal= stelsel van normen en waarden, dat betrekking heeft op handelen van mensen
● Ethiek= studie van normen en waarden die zich richt op de vraag welke waarden en normaal kunnen
rechtvaardigen
Kerntaak van ethiek
⇨ Niet beschrijven
⇨ Niet verklaren
⇨ Geldigheid onderzoeken van waarden en normen
1.1.1.3 Rechtvaardiging
Hoe rechtvaardig je een norm
⇨ Niet door oorzaken te formuleren
⇨ Wel door redeneren te formuleren met die norm
Ethiek is normatief en vormt oordeel over de geldende normen en waarden, en geeft aan welke normen en
waarden we zouden moeten naleven
1.1.1.4 Ethiek is wetenschappelijke discipline
1.2 Funderingsprobleem
1.2.1.1 Uit feiten geen normen
Logische kloof tussen zijn en behoren (moeten)
Uit de constatering dat iets het geval is, volgt niet dat we iets moeten doen. Uit een feit kan niet zonder meer
een norm worden afgeleid.
1
,⇨ Niet geldig!!!
Bv. Vlees veroorzaakt leed bij dieren, DUS we mogen geen vlees eten
B volgt niet uit a (uit feiten kan je geen normen afleiden)
2 verregaande implicaties:
1) Het hele wetenschappelijke instrumentarium van feiten, verklaringen, experimenteel bewijs, etc. Is
niet bruikbaar in de ethiek.
2) De hele (exacte) wetenschap kan geen sluitend argument geven over hoe we ons leven moeten leiden.
= geen ultieme fundering
⇨ Een correcte redenering om normen te rechtvaardigen bevat naast feitelijke ook normatieve argumenten
⇨ Wel geldig
Bv. Vlees eten veroorzaakt leed bij dieren, we mogen geen leed veroorzaken bij dieren, we mogen geen
vlees eten
MAAR wat rechtvaardigt de bewering dat we geen leed mogen veroorzaken bij dieren. Wie beslist dit?
Probeem: elke norm die we aannemen, moet opnieuw gefundeerd worden. Er is in de westerse samenleving
geen algemeen aanvaarde geldige basis of bron voor morele normativiteit (bv. God).
● =‘regressus ad infinitum’
= > FUNDERINGSPROBLEEM (het is onmogelijk om tot ultieme fundering voor ethische stellingnamen te
komen)
1.2.1.2 Tussen objectivisme en relativisme
● Objectivisme= De juistheid van algemene morele uitgangspunten kan bewezen worden.
● Relativisme= Uiteindelijk zijn normen en waarden altijd relatief; het is zinloos om te proberen ze te
rechtvaardigen.
● Tussenweg= Het heeft zin om algemene morele uitgangspunten te onderzoeken en na te gaan welke
morele consequenties ze met zich meebrengen.
1.2.1.3 Probleem van relativisme
Ten opzichte van wat zijn normen en waarden relatief?
- Cultuurrelativisme (geografisch en historisch)
🡪 fundamentele verschillen tussen culturen
- Wat met bv. Vriendschap? Liegen
🡪 cultuuroverstijgende normen en waarden
🡪 redenen kunnen overtuigend zijn
- Subjectivisme
🡪 morele uitspraak is uitdrukking van een gevoel
🡪 ethische discussie = uiten en beïnvloeden van gevoelens
Aantal waarden overstijgen, vooral de normen verschillen cultuur-historisch. Waarden zoals vriendschap heb
je altijd en overal. Er zijn dus cultuur overstijgende waarden (en soms normen)
1.2.1.4 Drie bezwaren tegen het emotivisme
2
, 1) Afkeer leidt niet altijd tot morele afkeuring en waardering niet altijd tot morele goedkeuring.
Bv. Bewondering voor de schurk
2) We hechten veel betekenis aan de rechtvaardiging van onze morele keuzes.
3) Morele gevoelens zijn niet de oorzaak, maar het gevolg van morele opvattingen.
Bv. Ecologische keuze voor trein i.p.v. Vliegtuig
1.3 Vrijheid, authenticiteit, geluk
1.3.1.1 Het goede leven
Waarden
🡪 algemene uitdrukking van wat we in ons leven belangrijk vinden
🡪 vandaar: bestanddelen van het goede leven
🡪 uitwerking in deze les a.d.h.v. Drie centrale waarden
Rechtvaardiging
🡪 tussenweg tussen objectivisme en relativisme:
redenen geven waarom we deze waarden zo belangrijk vinden
🡪 van subjectieve voorkeur naar meer algemeen perspectief
1.3.1.2 Vrijheid
Voorbeeld: kapitalisme is dat vrijheid of niet?
“2 concepts of liberty”
1) Negatieve vrijheid: afwezigheid van beperkingen (klinkt negatief, maar bedoelen hiermee toestand
waarbij niets verboden wordt, niets houdt je tegen)
🡪 averechts effect, kan niet ontwikkelen, heeft geen professioneel netwerk, …
2) Positieve vrijheid: aanwezigheid van reële keuzemogelijkheden
Bv. Werkloos of dakloos zijn
In theorie is kapitalisme heel mooi, maar in praktijk is dat niet. De vrijheid kan averechts effect hebben.
� Standaardisering van producten
� Als consument minder keuze omdat grote bedrijven de kleine wegnemen
� Uniformiseren van markt
Waarom is vrijheid zo’n centrale waarde?
- Instrumentele waarde => wat we ermee kunnen bereiken
- Intrinsieke waarde => onafhankelijk van de gevolgen van die vrijheid
o Symbolische waarde (erkenning)
Bv. Homohuwelijk, vrijheid van meningsuiting
o Expressieve waarde (zelfrealisering en verantwoordelijkheid)
🡪 niet een gevolg maar een kenmerk van vrijheid
Bv. Een beroep kiezen
Is vrijheid dan een absolute waarde?
- Soms inperking nodig om andere vrijheden te beschermen
Bv. Vrijheid van meningsuiting
- Niet iedere vrijheidsvergroting is moreel relevant
Bv. Keuze in consumptiemiddelen
- Extra vrijheden brengen ook verantwoordelijkheden
Bv. Prenatale diagnostiek
3
, 1.3.1.3 Authenticiteit
Wat is dit ‘zelf’ waar we via onze vrijheid uitdrukking aan geven?
⇨ “Trouw zijn aan jezelf” : iedereen moet zijn of haar ware identiteit zo goed mogelijk tot uitdrukking
proberen te brengen
⇨ ‘authentiek ik’ dat voorafgaat aan mijn handelingen?
Vragen:
1) Is dat altijd goed?
Bv. Sadist: zijn we van nature goed of slecht?
2) Wat bedoelen we met onze ‘identiteit’?
Bv. Studiekeuze: oorzaak of gevolg van identiteit?
Identiteit
- Interne bron (‘nature’) => je bent geboren op een bepaalde manier en je kan dit waarschijnlijk niet
veranderen, wat de natuur heeft meegegeven
- Externe bron (‘nurture’) => wat je krijgt doorheen je leven
● Authenticiteit = juiste balans tussen interne en externe bronnen
o Niet koppig of egoïstisch
o Ook niet karakterloos of opportunistisch
1.3.1.4 Geluk
Fundering voor vrijheid en authenticiteit?
Geluk = geluksgevoel?
� Een gevoel van blijdschap, diepe tevredenheid, zelfs van extase
Is geluk (begrepen als geluksgevoel) het allerbelangrijkste in ons leven? (einde van de regressus ad infinitum?)
⇨ Het is moeilijk om geluk te definiëren, kan gevoel van blijdschap zijn maar houdt nooit lang aan
GEDACHTE-EXPERIMENT VAN ROBERT NOZICK
- ‘Geluksmachine’ of ‘ervaringsmachine’ (zou jij jezelf aansluiten aan dit machine => altijd gelukkig zijn)
- We verlangen niet alleen naar gevoelens of indrukken van geluk, maar willen ook dat die op de juiste
wijze verbonden zijn aan de realiteit
- We willen niet aan machine gekoppeld worden omdat we het echte willen, niet iets dat gemaakt is
door machine => waarheid, het moet waar zijn
● Gedachte experiment heeft nooit plaatsgevonden maar zal wel je aanzetten tot nadenken
Redenering omkeren:
- Niet: vrijheid en authenticiteit zijn waardevol omdat ze leiden tot geluk
- Wel: vrijheid en authenticiteit leiden tot geluk omdat ze waardevol zijn
o We zitten in een cirkel waar we niet uit geraken => je moet altijd naar andere waarden
stappen om vorige te verdedigen
- Het goede / geslaagde leven = balans tussen verschillende waarden (= persoonlijk)
4
1.1 Begrippenkader
1.1.1.1 Waarden en deugden
● Waarden= algemene morele uitgangspunten, aspecten van het leven die we belangrijk vinden.
Drukken een beoordeling of evaluatie uit.
● Deugden= waardevolle karaktereigenschappen, we doen het omdat het goed is voor onze gezondheid
Normen= regels die je moet vormen om je waarden te vervullen, hoe je waarde in concrete context
moet uitbrengen
1.1.1.2 Afbakening van ethiek
● Moreel= wat overeenstemt met heersende waarden en normen
● Immoreel= wat de heersende waarden en normen schendt
● A-moreel= waarbij geen waarden en normen betrokken zijn
Bv. De zon komt op in het oosten
● Moraal= stelsel van normen en waarden, dat betrekking heeft op handelen van mensen
● Ethiek= studie van normen en waarden die zich richt op de vraag welke waarden en normaal kunnen
rechtvaardigen
Kerntaak van ethiek
⇨ Niet beschrijven
⇨ Niet verklaren
⇨ Geldigheid onderzoeken van waarden en normen
1.1.1.3 Rechtvaardiging
Hoe rechtvaardig je een norm
⇨ Niet door oorzaken te formuleren
⇨ Wel door redeneren te formuleren met die norm
Ethiek is normatief en vormt oordeel over de geldende normen en waarden, en geeft aan welke normen en
waarden we zouden moeten naleven
1.1.1.4 Ethiek is wetenschappelijke discipline
1.2 Funderingsprobleem
1.2.1.1 Uit feiten geen normen
Logische kloof tussen zijn en behoren (moeten)
Uit de constatering dat iets het geval is, volgt niet dat we iets moeten doen. Uit een feit kan niet zonder meer
een norm worden afgeleid.
1
,⇨ Niet geldig!!!
Bv. Vlees veroorzaakt leed bij dieren, DUS we mogen geen vlees eten
B volgt niet uit a (uit feiten kan je geen normen afleiden)
2 verregaande implicaties:
1) Het hele wetenschappelijke instrumentarium van feiten, verklaringen, experimenteel bewijs, etc. Is
niet bruikbaar in de ethiek.
2) De hele (exacte) wetenschap kan geen sluitend argument geven over hoe we ons leven moeten leiden.
= geen ultieme fundering
⇨ Een correcte redenering om normen te rechtvaardigen bevat naast feitelijke ook normatieve argumenten
⇨ Wel geldig
Bv. Vlees eten veroorzaakt leed bij dieren, we mogen geen leed veroorzaken bij dieren, we mogen geen
vlees eten
MAAR wat rechtvaardigt de bewering dat we geen leed mogen veroorzaken bij dieren. Wie beslist dit?
Probeem: elke norm die we aannemen, moet opnieuw gefundeerd worden. Er is in de westerse samenleving
geen algemeen aanvaarde geldige basis of bron voor morele normativiteit (bv. God).
● =‘regressus ad infinitum’
= > FUNDERINGSPROBLEEM (het is onmogelijk om tot ultieme fundering voor ethische stellingnamen te
komen)
1.2.1.2 Tussen objectivisme en relativisme
● Objectivisme= De juistheid van algemene morele uitgangspunten kan bewezen worden.
● Relativisme= Uiteindelijk zijn normen en waarden altijd relatief; het is zinloos om te proberen ze te
rechtvaardigen.
● Tussenweg= Het heeft zin om algemene morele uitgangspunten te onderzoeken en na te gaan welke
morele consequenties ze met zich meebrengen.
1.2.1.3 Probleem van relativisme
Ten opzichte van wat zijn normen en waarden relatief?
- Cultuurrelativisme (geografisch en historisch)
🡪 fundamentele verschillen tussen culturen
- Wat met bv. Vriendschap? Liegen
🡪 cultuuroverstijgende normen en waarden
🡪 redenen kunnen overtuigend zijn
- Subjectivisme
🡪 morele uitspraak is uitdrukking van een gevoel
🡪 ethische discussie = uiten en beïnvloeden van gevoelens
Aantal waarden overstijgen, vooral de normen verschillen cultuur-historisch. Waarden zoals vriendschap heb
je altijd en overal. Er zijn dus cultuur overstijgende waarden (en soms normen)
1.2.1.4 Drie bezwaren tegen het emotivisme
2
, 1) Afkeer leidt niet altijd tot morele afkeuring en waardering niet altijd tot morele goedkeuring.
Bv. Bewondering voor de schurk
2) We hechten veel betekenis aan de rechtvaardiging van onze morele keuzes.
3) Morele gevoelens zijn niet de oorzaak, maar het gevolg van morele opvattingen.
Bv. Ecologische keuze voor trein i.p.v. Vliegtuig
1.3 Vrijheid, authenticiteit, geluk
1.3.1.1 Het goede leven
Waarden
🡪 algemene uitdrukking van wat we in ons leven belangrijk vinden
🡪 vandaar: bestanddelen van het goede leven
🡪 uitwerking in deze les a.d.h.v. Drie centrale waarden
Rechtvaardiging
🡪 tussenweg tussen objectivisme en relativisme:
redenen geven waarom we deze waarden zo belangrijk vinden
🡪 van subjectieve voorkeur naar meer algemeen perspectief
1.3.1.2 Vrijheid
Voorbeeld: kapitalisme is dat vrijheid of niet?
“2 concepts of liberty”
1) Negatieve vrijheid: afwezigheid van beperkingen (klinkt negatief, maar bedoelen hiermee toestand
waarbij niets verboden wordt, niets houdt je tegen)
🡪 averechts effect, kan niet ontwikkelen, heeft geen professioneel netwerk, …
2) Positieve vrijheid: aanwezigheid van reële keuzemogelijkheden
Bv. Werkloos of dakloos zijn
In theorie is kapitalisme heel mooi, maar in praktijk is dat niet. De vrijheid kan averechts effect hebben.
� Standaardisering van producten
� Als consument minder keuze omdat grote bedrijven de kleine wegnemen
� Uniformiseren van markt
Waarom is vrijheid zo’n centrale waarde?
- Instrumentele waarde => wat we ermee kunnen bereiken
- Intrinsieke waarde => onafhankelijk van de gevolgen van die vrijheid
o Symbolische waarde (erkenning)
Bv. Homohuwelijk, vrijheid van meningsuiting
o Expressieve waarde (zelfrealisering en verantwoordelijkheid)
🡪 niet een gevolg maar een kenmerk van vrijheid
Bv. Een beroep kiezen
Is vrijheid dan een absolute waarde?
- Soms inperking nodig om andere vrijheden te beschermen
Bv. Vrijheid van meningsuiting
- Niet iedere vrijheidsvergroting is moreel relevant
Bv. Keuze in consumptiemiddelen
- Extra vrijheden brengen ook verantwoordelijkheden
Bv. Prenatale diagnostiek
3
, 1.3.1.3 Authenticiteit
Wat is dit ‘zelf’ waar we via onze vrijheid uitdrukking aan geven?
⇨ “Trouw zijn aan jezelf” : iedereen moet zijn of haar ware identiteit zo goed mogelijk tot uitdrukking
proberen te brengen
⇨ ‘authentiek ik’ dat voorafgaat aan mijn handelingen?
Vragen:
1) Is dat altijd goed?
Bv. Sadist: zijn we van nature goed of slecht?
2) Wat bedoelen we met onze ‘identiteit’?
Bv. Studiekeuze: oorzaak of gevolg van identiteit?
Identiteit
- Interne bron (‘nature’) => je bent geboren op een bepaalde manier en je kan dit waarschijnlijk niet
veranderen, wat de natuur heeft meegegeven
- Externe bron (‘nurture’) => wat je krijgt doorheen je leven
● Authenticiteit = juiste balans tussen interne en externe bronnen
o Niet koppig of egoïstisch
o Ook niet karakterloos of opportunistisch
1.3.1.4 Geluk
Fundering voor vrijheid en authenticiteit?
Geluk = geluksgevoel?
� Een gevoel van blijdschap, diepe tevredenheid, zelfs van extase
Is geluk (begrepen als geluksgevoel) het allerbelangrijkste in ons leven? (einde van de regressus ad infinitum?)
⇨ Het is moeilijk om geluk te definiëren, kan gevoel van blijdschap zijn maar houdt nooit lang aan
GEDACHTE-EXPERIMENT VAN ROBERT NOZICK
- ‘Geluksmachine’ of ‘ervaringsmachine’ (zou jij jezelf aansluiten aan dit machine => altijd gelukkig zijn)
- We verlangen niet alleen naar gevoelens of indrukken van geluk, maar willen ook dat die op de juiste
wijze verbonden zijn aan de realiteit
- We willen niet aan machine gekoppeld worden omdat we het echte willen, niet iets dat gemaakt is
door machine => waarheid, het moet waar zijn
● Gedachte experiment heeft nooit plaatsgevonden maar zal wel je aanzetten tot nadenken
Redenering omkeren:
- Niet: vrijheid en authenticiteit zijn waardevol omdat ze leiden tot geluk
- Wel: vrijheid en authenticiteit leiden tot geluk omdat ze waardevol zijn
o We zitten in een cirkel waar we niet uit geraken => je moet altijd naar andere waarden
stappen om vorige te verdedigen
- Het goede / geslaagde leven = balans tussen verschillende waarden (= persoonlijk)
4