DEEL II.1 Inleiding tot het ondernemingsrecht
Hoofdstuk 1: Inleiding
1. Begrip en overzicht
Ondernemingsrecht
• = economisch recht
• Omvat de regelen van zowel publiek- als privaatrecht die er specifiek toe strekken om
de (economische) activiteit te organiseren met het oog op het verwezenlijken van
een economische ordening en van een economisch sturingsbeleid.
• Indien het niet in regels voorziet, blijven regels van het gemeen recht (waaronder het
burgerlijk recht) van toepassing
Economische ordening Economische sturing
Wetgever wil een ordelijk economisch Middelen aangewend om bepaalde
verkeer inrichten d.m.v. regels die beogen economische doeleinden van conjuncturele
een evenwicht te verzekeren russen aard of van structurele aard te
bepaalde rechtmatig geachte belangen verwezenlijken
(Veelal o.b.v. privaatrechtelijke regelingen) (Veelal o.b.v. publiekrechtelijke regelingen)
2. Bronnen van het ondernemingsrecht
Regels die het ondernemingsrecht vorm geven zitten grotendeels vervat in het Wetboek van
Economisch Recht (WER – 28/02/2013)
• 20 boekdelen
• Gerealiseerd in verschillende stappen over verschillende jaren, nog steeds
Boek 1 Definities
Boek 2 Algemene beginselen
Boek 3 Vrijheid van vestiging, dienstverlening en algemene verplichtingen van
ondernemingen
Boek 4 Bescherming van de mededinging
Boek 6 Marktpraktijken en consumentenbescherming
Boek 10 Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële
samenwerkingsovereenkomsten, verkoop concessies en
vervoersovereenkomsten
Boek 11 Intellectuele eigendom en bedrijfsgeheimen
Boek 20 Insolventie van ondernemingen
Niet alles staat in het WER, ook tal van andere bijzondere die het ondernemingsrecht
vormgeven staan vervat in:
• Oud burgerlijk wetboek (bewijs in ondernemingszaken)
• Specifieke wetgeving (bv. Wet Kmo financiering, KMO-Wet)
1
,Tiago Genevrois – TEW BACH 1 - Ondernemingsrecht
3. Het begrip onderneming
Ondernemingsbegrip = centraal in het WER
Vormt de aanknopingsfactor van de diverse rechtsregels die in dat wetboek zijn opgenomen
en die de kern van het ondernemingsrecht vormen.
Algemene definitie “onderneming” in artikel I.1., 1° WER
Iedere natuurlijke persoon die Iedere Iedere andere organisatie
zelfstandig een beroepsactiviteit rechtspersoon; zonder
uitoefent; alsook rechtspersoonlijkheid
Gaat om elke economische activiteit Bv. een BV, CV Bv. maatschap
die niet als werknemer of of NV, VZW
ambtenaar wordt uitgeoefend,
waarbij de activiteit met enige
duurzaamheid wordt uitgeoefend.
Met uitzondering van:
Iedere organisatie zonder Bv. feitelijke verenigingen
rechtspersoonlijkheid die geen
uitkeringsoogmerk heeft en die ook in feite
geen uitkeringen verricht aan haar leden of
aan personen die een beslissende invloed
uitoefenen op het beleid van de
organisatie;
Iedere publiekrechtelijke rechtspersoon die Bv. onafhankelijke energieregulatoren
geen goederen of diensten aanbiedt op een
markt;
De Federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de
hulpverleningszones, de (niet langer bestaande) prezones, de Brusselse Agglomeratie, de
gemeenten, de meergemeentezones, de binnengemeentelijke territoriale organen, de
Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn.
Deze algemene definitie bepaalt onder meer het toepassingsgebied v/d specifieke
bewijsregels in ondernemingszaken, van het vermoeden inzake hoofdelijkheid tussen
onderneming en van de bevoegdheid van de ondernemingsrechtbank.
2
,Tiago Genevrois – TEW BACH 1 - Ondernemingsrecht
Voor tal van andere bepalingen van het WER kent het begrip “onderneming” een andere
invulling;
“Iedere natuurlijke pesoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel
nastreeft, alsmede zijn verenigingen”
Elke natuurlijke persoon of Economisch doel Op duurzame wijze
rechtspersoon
Bv. éénmanszaken, Doelt op elke commerciële, De aanwezigheid van een
vennootschappen of vzw industriële en financiële bepaalde structuur of
activiteit organisatie in een zekere
maatregel.
(Het éénmalig of sporadisch
verrichten van economische
activiteit wordt niet als
onderneming gedefinieerd)
Ook nog andere aparte definities.
Essentieel belang indien je een bepaalde rechtsregel wil toepassen:
STAP 1: Op welk ondernemingsbegrip steunt mijn rechtsregel?
• Nagaan in welk boek v/h WER de regel is opgenomen
• Kijk of het toepassingsgebied van dat boek specifiek is geregeld (raadpleeg hiervoor:
titel II van Boek I WER, alsook de eerste titel van het betreffende boek.
STAP 2: Geen afwijkende definitie gevonden? Val terug op algemene definitie in artikel I.1.,
1° WER
In tal van wetten wordt nog verwezen naar handelaar of koopman i.p.v. onderneming. Dit
zijn rechtssubjecten van het vroeger handelsrecht (1807). Door hervormingen ontwikkelde
zich in het Belgisch recht een duaal systeem:
Oude handelsrecht Opkomend economische recht
Van toepassing op de handelaars + steeds Van toepassing op de ondernemingen
minder relevant (ruimere groep van rechtssubjecten)
Hervormingswet (2018)
• Hervorming van het ondernemingsrecht
• De beperkte regels die enkel van toepassing waren op handelaars zullen ook van
toepassing zijn op ondernemingen
• In alle wetten, tenzij anders bepaald, moeten de begrippen handelaar of koopman
worden verstaan als ‘onderneming’.
• + bijzondere uitzondering: wet van 20/03/2022 (kijk cursustekst)
3
, Tiago Genevrois – TEW BACH 1 - Ondernemingsrecht
4. Vrijheid van ondernemen
Iedereen heeft het recht om een onderneming te voeren
(Algemeen rechtsbeginsel 17 maart 1791 + in het WER bij artikel II.2 tot II.3 (2013))
II.2 WER II.3 WER
Vrijheid van ondernemen en de loyauteit Iedereen is vrij om enige economische
van economische transacties te verzekeren, activiteit naar keuze uit te oefenen
en een hoog niveau van bescherming van
de consument te waarborgen
Deze vrijheid = niet absoluut
• Vreemdelingen die geen EU-onderdaan zijn: bepaalde beroepen niet uitvoeren of
enkel onder bepaalde voorwaarden (veiligheidsagent, notaris nodig, …)
• Onverenigbaarheden: advocaten, gerechtsdeurwaarders en magistraten mogen
bepaalde ondernemingsactiviteiten niet uitvoeren!
• Niet handelingsbekwame mensen: minderjarigen of personen onder bepaalde
beschermingsstatuten
Algemener:
II.4 WER
“De vrijheid van het ondernemen moet worden uitgeoefend met inachtneming van de in
België van kracht zijnde internationale verdragen van het algemeen normatief kader van
de economische unie en de monetaire eenheid zoals vastgesteld door of krachtens de
internationale verdragen en de wet, alsmede van de wetten die de openbare orde en de
goede zeden betreffen en van de bepalingen van het dwingend recht.”
4