Over wetenschap van de samenleving – 28/03/2025
Waarom doen we wat we doen? Hoe gedragen we ons,…
Bouwtenen
Sociologie: wetenschap die het samenleven van mensen in grotere of kleinere
sociale verbanden bestudeert
Studie van de manier waarop mensen de problemen van het samenleven kunnen
oplossen
Drie niveaus:
Micro: gezinnen, speelgroepen, vrienden
Meso: vakbonden, bedrijven, kerken, verenigingen, scholen
Macro: samenleving, verzorgingsstaat
Iedereen kijkt anders, iedereen heeft een ander perspectief:
Selectieve waarneming
Afhankelijk van positie, kennis, voorkeur/afkeur, referentiekader
Waardenvrijheid bestaat niet
Vb.:
Standpunttheorie: leeftijd, hoe je bent opgegroeid, waar je bent opgegroeid
hebben allemaal invloed op perspectief. Alle kennis is sociaal gesitueerd, dat wil
zeggen dat individuele posities in sociale structuren (bv. je gender, ras, sociale
klasse) je ervaringen bepalen en beïnvloeden hoe je kijkt naar de wereld.
Kennis is geworteld in (alledaagse) ervaringen
“The outsider within”: Smith stelt dat individuen die gemarginaliseerde
posities innemen een uniek standpunt hebben dat hen in staat stelt om sociale
structuren te zien en te begrijpen op manieren die niet toegankelijk zijn voor
mensen in meer bevoorrechte posities. Dit "buitenstaanderperspectief" biedt
kritische inzichten in de werking van macht en ongelijkheid.
Epistemologisch: de ‘objectieve kennis’ die door de wetenschap gepredikt wordt,
is enkel een reflectie van het perspectief van de dominante
Leidt ook tot Activisme: sociologie als middel voor sociale verandering.
Vb.: je gaat zitten in de aula, je kiest dit niet meer zonder na te denken.
Sociale (jij al spersoon in de maatschappij) vs. individu
Als individu bepalen wij mee de samenleving.
,De samenleving bepaalt wat wij kunnen doen als individu.
Sociale structuren: dominante maatschappelijke instituties, processen en
mechanismen zorgen voor de maatschappelijke orde
In twee richtingen:
Individueel gedrag draagt bij tot
maatschappelijke fenomenen
Weinig beweging,
voedingsgewoonten, … obesitas
epidemie, toegenomen zorgnoden,
betaalbaarheid zorg
Maatschappelijke fenomenen
beïnvloeden individueel gedrag
Kantoorleven, prijs van
(ongezonde) voeding, opvoeding,
cultuurverschillen
De bril van de socioloog
Eten en drinken gebeurt niet opdelfde wijze
Mes en vork in onze cultuur (niet overal)
Tijdstip (sommigen eten op momenten dat wij al 3 uur geleden gegeten
hebben)
…
Sport
Golf
Boksen (meer migratieachtergrond)
Hockey (witte meisjes met paardenstaarten)
Lifestyle
Niet wat men is maar wat men lijkt is belangrijk.
Je vriendengroep bepaalt mee je lifestyle (kledij, je creëert dezelfde stijl
van de groep waarin je zit.)
Liefde
Zelfs verliefdheid wordt sociaal gestuurd
Alles is contingent, maar niet arbitrair.
,Contingent: Naast wie je zit, waarom je ermee optrekt, er zijn factoren die
verklaren waarom je dat doet.
Iets is contingent als het ook anders had kunnen zijn dan hoe het nu is, als
het varieert in de tijd, volgens de plaats, volgens de omstandigheden…
Arbitrair: alles kan verklaard worden
Dat betekent nog niet dat de sociale realiteit waarin we leven arbitrair is.
Het is niet omdat er een bepaald sociaal gebruik (bv. De manier waarop we
werken of eten), ook anders had kunnen zijn, dat er geen goede redenen
bestaan voor de manier waarop het vorm krijgt.
Sociologische toepassingen:
1. Zelfdoding of suïcide?
Meer sociaal bepaald dan individueel bepaald, maar werd vroeger meer
beschouwd als individueel.
2. Werk en Arbeid(sethos)?
Waarom krijgen mensen stres? Niet omdat ze hard moeten werken, maar wel
omdat ze hard moeten werken met weinig autonomie/ controle. Je mag zelf
kiezen wat en wanneer je iets doet. Combinatie hard werken en weinig controle.
“Littekeneffect”
Bij lage kwaliteit van de arbeid
Bij wegvallen betaalde arbeid
à Je draagt het mee in de rest van je
carrière als een litteken
Vb. : wegvallen door ziekte, vake
werkloosheid, …
3. Ziekte en dood?
Lijken individuele kenmerken
Sociale component met werk, met leefomstandigheden, met
woonomstandigheden …
Levensverwachting: Laagopgeleiden (mensen zonder diploma) hebben een
kortere levensverwachting dan hoogopgeleiden (mensen met een diploma
hoger onderwijs) en eveneens minder jaren in goede gezondheid.
Laagopgeleide mannen van 25 jaar hebben nog ongeveer 48 jaar voor de
boeg (28 gezonde), hoogopgeleide ongeveer 55 jaar (46 gezonde).
Verklaring: artefact (self-report), sociale mobiliteit (gezondstijging),
sociaaleconomische status (complex model)
, Pensioen en levensverwachting:
Otto von Bismarck (1879)
Pensioen: 70 jaar (arbeiders)
Levensverwachting: 45 jaar
België 1925
Pensioen: 65 jaar
Levensverwachting: 58 jaar
België 2025 (cijfers 2023):
Pensioen: 67/65 jaar (nu ja: werkelijke pensioenleeftijd 63,4 (2021))
Levensverwachting: 82,3 jaar (80,2 man; 84,3 vrouw)
De ‘Magische Driehoek’ (Berger & Luckmann, 1966)
Dit was eigenlijk allemaal puur inleiding nu komt het echte werk:
De samenleving als een veld van tegengestelde krachten
1. Individu en samenleving
Actor-factor dilemma
Waarom doen we wat we doen? Hoe gedragen we ons,…
Bouwtenen
Sociologie: wetenschap die het samenleven van mensen in grotere of kleinere
sociale verbanden bestudeert
Studie van de manier waarop mensen de problemen van het samenleven kunnen
oplossen
Drie niveaus:
Micro: gezinnen, speelgroepen, vrienden
Meso: vakbonden, bedrijven, kerken, verenigingen, scholen
Macro: samenleving, verzorgingsstaat
Iedereen kijkt anders, iedereen heeft een ander perspectief:
Selectieve waarneming
Afhankelijk van positie, kennis, voorkeur/afkeur, referentiekader
Waardenvrijheid bestaat niet
Vb.:
Standpunttheorie: leeftijd, hoe je bent opgegroeid, waar je bent opgegroeid
hebben allemaal invloed op perspectief. Alle kennis is sociaal gesitueerd, dat wil
zeggen dat individuele posities in sociale structuren (bv. je gender, ras, sociale
klasse) je ervaringen bepalen en beïnvloeden hoe je kijkt naar de wereld.
Kennis is geworteld in (alledaagse) ervaringen
“The outsider within”: Smith stelt dat individuen die gemarginaliseerde
posities innemen een uniek standpunt hebben dat hen in staat stelt om sociale
structuren te zien en te begrijpen op manieren die niet toegankelijk zijn voor
mensen in meer bevoorrechte posities. Dit "buitenstaanderperspectief" biedt
kritische inzichten in de werking van macht en ongelijkheid.
Epistemologisch: de ‘objectieve kennis’ die door de wetenschap gepredikt wordt,
is enkel een reflectie van het perspectief van de dominante
Leidt ook tot Activisme: sociologie als middel voor sociale verandering.
Vb.: je gaat zitten in de aula, je kiest dit niet meer zonder na te denken.
Sociale (jij al spersoon in de maatschappij) vs. individu
Als individu bepalen wij mee de samenleving.
,De samenleving bepaalt wat wij kunnen doen als individu.
Sociale structuren: dominante maatschappelijke instituties, processen en
mechanismen zorgen voor de maatschappelijke orde
In twee richtingen:
Individueel gedrag draagt bij tot
maatschappelijke fenomenen
Weinig beweging,
voedingsgewoonten, … obesitas
epidemie, toegenomen zorgnoden,
betaalbaarheid zorg
Maatschappelijke fenomenen
beïnvloeden individueel gedrag
Kantoorleven, prijs van
(ongezonde) voeding, opvoeding,
cultuurverschillen
De bril van de socioloog
Eten en drinken gebeurt niet opdelfde wijze
Mes en vork in onze cultuur (niet overal)
Tijdstip (sommigen eten op momenten dat wij al 3 uur geleden gegeten
hebben)
…
Sport
Golf
Boksen (meer migratieachtergrond)
Hockey (witte meisjes met paardenstaarten)
Lifestyle
Niet wat men is maar wat men lijkt is belangrijk.
Je vriendengroep bepaalt mee je lifestyle (kledij, je creëert dezelfde stijl
van de groep waarin je zit.)
Liefde
Zelfs verliefdheid wordt sociaal gestuurd
Alles is contingent, maar niet arbitrair.
,Contingent: Naast wie je zit, waarom je ermee optrekt, er zijn factoren die
verklaren waarom je dat doet.
Iets is contingent als het ook anders had kunnen zijn dan hoe het nu is, als
het varieert in de tijd, volgens de plaats, volgens de omstandigheden…
Arbitrair: alles kan verklaard worden
Dat betekent nog niet dat de sociale realiteit waarin we leven arbitrair is.
Het is niet omdat er een bepaald sociaal gebruik (bv. De manier waarop we
werken of eten), ook anders had kunnen zijn, dat er geen goede redenen
bestaan voor de manier waarop het vorm krijgt.
Sociologische toepassingen:
1. Zelfdoding of suïcide?
Meer sociaal bepaald dan individueel bepaald, maar werd vroeger meer
beschouwd als individueel.
2. Werk en Arbeid(sethos)?
Waarom krijgen mensen stres? Niet omdat ze hard moeten werken, maar wel
omdat ze hard moeten werken met weinig autonomie/ controle. Je mag zelf
kiezen wat en wanneer je iets doet. Combinatie hard werken en weinig controle.
“Littekeneffect”
Bij lage kwaliteit van de arbeid
Bij wegvallen betaalde arbeid
à Je draagt het mee in de rest van je
carrière als een litteken
Vb. : wegvallen door ziekte, vake
werkloosheid, …
3. Ziekte en dood?
Lijken individuele kenmerken
Sociale component met werk, met leefomstandigheden, met
woonomstandigheden …
Levensverwachting: Laagopgeleiden (mensen zonder diploma) hebben een
kortere levensverwachting dan hoogopgeleiden (mensen met een diploma
hoger onderwijs) en eveneens minder jaren in goede gezondheid.
Laagopgeleide mannen van 25 jaar hebben nog ongeveer 48 jaar voor de
boeg (28 gezonde), hoogopgeleide ongeveer 55 jaar (46 gezonde).
Verklaring: artefact (self-report), sociale mobiliteit (gezondstijging),
sociaaleconomische status (complex model)
, Pensioen en levensverwachting:
Otto von Bismarck (1879)
Pensioen: 70 jaar (arbeiders)
Levensverwachting: 45 jaar
België 1925
Pensioen: 65 jaar
Levensverwachting: 58 jaar
België 2025 (cijfers 2023):
Pensioen: 67/65 jaar (nu ja: werkelijke pensioenleeftijd 63,4 (2021))
Levensverwachting: 82,3 jaar (80,2 man; 84,3 vrouw)
De ‘Magische Driehoek’ (Berger & Luckmann, 1966)
Dit was eigenlijk allemaal puur inleiding nu komt het echte werk:
De samenleving als een veld van tegengestelde krachten
1. Individu en samenleving
Actor-factor dilemma