Zorg voor oudere volwassenen –
TBL 3
- Pijn
- Ondervoeding en dehydratatie
- Slaapstoornissen
1. Pijn
1.1 Prevalentie van pijn
= pijn is een veelvoorkomend probleem bij oueren
- De cijfers zijn niet eenduidig omdat pijnbeleving een subjectief fenomeen
is en daardoor
1.2 Anatomie en fysieke functies
Neurologisch systeem/brein
Neuropathische pijn
= pijn wanneer een zenuw beschadigd is of wanneer sprake is van een disfunctie
van het zenuwstelsel
Oorzaken
- Infecties
o Bv. gordelroos, herpes zoster
- Overbelasting
- Trauma ten gevolge van een ongeval
- Neurologische aandoeningen in de motoriek
o Bv. ALS, dwarslaesie, CVA
- Aandoeningen in het perifere zenuwstelsel
Perifere zenuwlaesie/plexuslaesie
= een totale uitval van sensibiliteit als gevolg van een trauma
Gevolgen
- Er is geen pijngewaarwording en dus geen waarschuwing voor pijn
Congenitale analgesie
= een aangeboren afwijking waarbij de pijnprikkel niet binnenkomt
- Kan tot gevaarlijke situaties leiden
o Bv. patiënt met diabetes mellitus te lang door blijft lopen met een
wondje op de voet
Dwarslaesie
= op en onder het niveau van de laesie is er sprake van een totale uitval van
sensibiliteit
, - De patiënt ervaart geen pijn (analgesie) + geen gewaarwording
Oorzaak voor een toename van pijn bij ouderen
= witte stof laesie
- De witte stof in de hersenen is gevoelig voor doorbloeding
- Het is bekend dat ouderen met afwijkingen in de stof een sterkere reactie
hebben op pijn
o Bv. vasculaire dementie, multiple sclerose en de ziekte van
Parkinson
In tegenstelling van ouderen met de ziekte van Alzheimer
Zintuigelijk systeem
= bestaat uit organen waarmee de mens prikkels uit de omgeving of uit de eigen
lichaamsdelen kan opmerken
- Beperkte prikkeling wordt al prettig ervaren
o Bv. massage, krabben bij jeuk
- Buitensporige prikkeling geeft een pijnsensatie
Volgens model van Loeser
- Gaat het om de pijngewaarwording, pijnbeleving en pijngedrag
De pijnbaan
= het traject waarlangs de pijnprikkel verloopt van de perifere zenuwuiteinden
tot aan de hersenen
- Waar de prikkel ontstaat nociceptie
- Waar de prikkel wordt waargenomen perceptie
De pijnsensoren
= deze bevinden zich in alle organen met een zintuigelijke functie zoals het oog,
het oor en de neus
- Pijnsensoren bevinden zich ook in vrije zenuwuiteinden van de mond en de
huid
- Prikkeling van vrije zenuwuiteinden zorgt in het bewustzijn voor een
alarmsignaal
- De bewustwording van pijn zorgt ervoor dat men adequaat reageert op dit
krachtige signaal
- Prikkels kunnen niet waargenomen worden door blokkades van pijn zoals
bij anesthesie
Ziektebeelden waarbij de baansystemen (witte stof) zijn aangedaan
- Er is kans dat er sprake is van centrale pijn
- Kan zich uiten in ernstige pijnexpressie bij slechts een lichte aanraking
o = allodynie
Voorbeelden CVA, multiple sclerose en subtypen van dementie o.a. Alzheimer
en vasculaire dementie
,Motorisch systeem
Een belangrijk onderscheid:
- Pijn als gevolg van een ‘ontregeld orgaansysteem’
o Bv. t.g.v. een blessure of trauma
- Pijn als oorzaak van ‘ontregeling’ waarbij iemand een lichaamsdeel gaat
ontzien als gevolg van de pijn
o = dit zal leiden tot een overbelasting in een ander lichaamsdeel
Motorische beperking die als gevolg van de pijn kan ontstaan
= vaak functioneel
- Aangedane lichaamsdeel krijgt hierdoor rust die herstellend werkt
- Als pijn wegblijft bij het bewegen dan is het lichaamsdeel voldoende
hersteld
Negeren van pijn
= door het negeren van pijn + onderdrukken van pijn door pijnstilling
- Zal ervoor zorgen dat het herstelproces belemmerd wordt
- Zal leiden tot onherstelbare schade
Ander oorzaak van pijn
= t.g.v. ziekten van het bewegingsstelsel en bindweefsel zoals een hernia of
trauma
- Mate van pijnervaring bij deze aandoeningen is afhankelijk van de
pijnbeleving en het pijngedrag van de patiënt
- Als iemand de pijn intenser beleeft zal de patiënt minder snel herstellen
- Inactiviteit zal in veel gevallen zorgen voor een verergering van
pijnklachten
Chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat
- Zorgen voor een verminderde mobiliteit
- Gevolg verminderde spierkracht + loopconditie + verhoogd risico op
vallen
o Bv. bij artrose, rugpijn of nekpijn
Cardiovasculair systeem
= pijn komt vooral veel voor bij patiënten die een CVA hebben doorgemaakt
- Veel van deze ouderen ervaren matige tot ernstige pijn
- Ze hebben vooral last van schouderpijn door de continue trekkracht op het
schoudergewicht van de verlamde lichaamshelft
- Ze zullen bepaalde activiteiten vermijden of op een andere manier
uitvoeren
- Pijn kan ook ontstaan in pols en hand door lokale problemen zoals een
verkeerde houding
o Men ontwikkelt hierdoor een asymmetrisch bewegingspatroon
, Dit leidt weeral tot overbelasting
Belangrijk is om zorgvuldig om te gaan met de aangedane arm bij het
praktisch handelen en bij signaleren van asymmetrische bewegingen
Digestief systeem
= ouderen met pijn kunnen een verminderde eetlust hebben met als gevolg een
hoger risico op gewichtsverlies
- Ouderen kunnen door de pijn minder goed in staat zijn fysieke activiteiten
uit te voeren
o Bv. boodschappen doen, koken etc. gevolg is dat ze onvoldoende
voeding binnenkrijgen
- Aandoeningen van het spijsverteringsstelsel kan ook voor pijn zorgen
o Bv. keel- slokdarm- maag- of darmkanker, maagzweer, colitis etc.
Conclusie anatomie en fysieke functies
- Pijn is van invloed op verschillende orgaansystemen
o Neurologisch, zintuigelijk, motorisch, cardiovasculair en digestief
- Belangrijk is pijn herkennen
o Kan een gevolg zijn van een bepaalde aandoening
Bv. CVA
o Kan een oorzaak zijn voor ontregeling van orgaansystemen
Bv. door pijn bij het lopen is het motorisch systeem verstoord
1.3 Externe en persoonlijke factoren
Somatische functiekenmerken
= pijngewaarwording verandert bij ouderen
Dementie
- Er kunnen neuropathologische afwijkingen de interpretatie van de
pijnprikkel veranderen als gevolg van een verandering van het
zenuwweefsel
o = witte stof in de hersenen
- Hierdoor wordt de pijnprikkel verminderd of versterkt
Chronische pijn
- Dit wordt bij de meeste ouderen veroorzaakt door musculoskeletale
stoornissen
o Bv. artrose, rugpijn of nekpijn
Ziekte van Parkinson
= deze mensen kennen 5 pijnsyndromen
- Musculoskeletale pijn
o = gewrichtspijn
- Pijn gerelateerd aan dystonie
o = spierspasmen
- Radiculaire/neuropathische pijn
o = door een samengedrukte zenuwwortel of een laesie in een zenuw
TBL 3
- Pijn
- Ondervoeding en dehydratatie
- Slaapstoornissen
1. Pijn
1.1 Prevalentie van pijn
= pijn is een veelvoorkomend probleem bij oueren
- De cijfers zijn niet eenduidig omdat pijnbeleving een subjectief fenomeen
is en daardoor
1.2 Anatomie en fysieke functies
Neurologisch systeem/brein
Neuropathische pijn
= pijn wanneer een zenuw beschadigd is of wanneer sprake is van een disfunctie
van het zenuwstelsel
Oorzaken
- Infecties
o Bv. gordelroos, herpes zoster
- Overbelasting
- Trauma ten gevolge van een ongeval
- Neurologische aandoeningen in de motoriek
o Bv. ALS, dwarslaesie, CVA
- Aandoeningen in het perifere zenuwstelsel
Perifere zenuwlaesie/plexuslaesie
= een totale uitval van sensibiliteit als gevolg van een trauma
Gevolgen
- Er is geen pijngewaarwording en dus geen waarschuwing voor pijn
Congenitale analgesie
= een aangeboren afwijking waarbij de pijnprikkel niet binnenkomt
- Kan tot gevaarlijke situaties leiden
o Bv. patiënt met diabetes mellitus te lang door blijft lopen met een
wondje op de voet
Dwarslaesie
= op en onder het niveau van de laesie is er sprake van een totale uitval van
sensibiliteit
, - De patiënt ervaart geen pijn (analgesie) + geen gewaarwording
Oorzaak voor een toename van pijn bij ouderen
= witte stof laesie
- De witte stof in de hersenen is gevoelig voor doorbloeding
- Het is bekend dat ouderen met afwijkingen in de stof een sterkere reactie
hebben op pijn
o Bv. vasculaire dementie, multiple sclerose en de ziekte van
Parkinson
In tegenstelling van ouderen met de ziekte van Alzheimer
Zintuigelijk systeem
= bestaat uit organen waarmee de mens prikkels uit de omgeving of uit de eigen
lichaamsdelen kan opmerken
- Beperkte prikkeling wordt al prettig ervaren
o Bv. massage, krabben bij jeuk
- Buitensporige prikkeling geeft een pijnsensatie
Volgens model van Loeser
- Gaat het om de pijngewaarwording, pijnbeleving en pijngedrag
De pijnbaan
= het traject waarlangs de pijnprikkel verloopt van de perifere zenuwuiteinden
tot aan de hersenen
- Waar de prikkel ontstaat nociceptie
- Waar de prikkel wordt waargenomen perceptie
De pijnsensoren
= deze bevinden zich in alle organen met een zintuigelijke functie zoals het oog,
het oor en de neus
- Pijnsensoren bevinden zich ook in vrije zenuwuiteinden van de mond en de
huid
- Prikkeling van vrije zenuwuiteinden zorgt in het bewustzijn voor een
alarmsignaal
- De bewustwording van pijn zorgt ervoor dat men adequaat reageert op dit
krachtige signaal
- Prikkels kunnen niet waargenomen worden door blokkades van pijn zoals
bij anesthesie
Ziektebeelden waarbij de baansystemen (witte stof) zijn aangedaan
- Er is kans dat er sprake is van centrale pijn
- Kan zich uiten in ernstige pijnexpressie bij slechts een lichte aanraking
o = allodynie
Voorbeelden CVA, multiple sclerose en subtypen van dementie o.a. Alzheimer
en vasculaire dementie
,Motorisch systeem
Een belangrijk onderscheid:
- Pijn als gevolg van een ‘ontregeld orgaansysteem’
o Bv. t.g.v. een blessure of trauma
- Pijn als oorzaak van ‘ontregeling’ waarbij iemand een lichaamsdeel gaat
ontzien als gevolg van de pijn
o = dit zal leiden tot een overbelasting in een ander lichaamsdeel
Motorische beperking die als gevolg van de pijn kan ontstaan
= vaak functioneel
- Aangedane lichaamsdeel krijgt hierdoor rust die herstellend werkt
- Als pijn wegblijft bij het bewegen dan is het lichaamsdeel voldoende
hersteld
Negeren van pijn
= door het negeren van pijn + onderdrukken van pijn door pijnstilling
- Zal ervoor zorgen dat het herstelproces belemmerd wordt
- Zal leiden tot onherstelbare schade
Ander oorzaak van pijn
= t.g.v. ziekten van het bewegingsstelsel en bindweefsel zoals een hernia of
trauma
- Mate van pijnervaring bij deze aandoeningen is afhankelijk van de
pijnbeleving en het pijngedrag van de patiënt
- Als iemand de pijn intenser beleeft zal de patiënt minder snel herstellen
- Inactiviteit zal in veel gevallen zorgen voor een verergering van
pijnklachten
Chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat
- Zorgen voor een verminderde mobiliteit
- Gevolg verminderde spierkracht + loopconditie + verhoogd risico op
vallen
o Bv. bij artrose, rugpijn of nekpijn
Cardiovasculair systeem
= pijn komt vooral veel voor bij patiënten die een CVA hebben doorgemaakt
- Veel van deze ouderen ervaren matige tot ernstige pijn
- Ze hebben vooral last van schouderpijn door de continue trekkracht op het
schoudergewicht van de verlamde lichaamshelft
- Ze zullen bepaalde activiteiten vermijden of op een andere manier
uitvoeren
- Pijn kan ook ontstaan in pols en hand door lokale problemen zoals een
verkeerde houding
o Men ontwikkelt hierdoor een asymmetrisch bewegingspatroon
, Dit leidt weeral tot overbelasting
Belangrijk is om zorgvuldig om te gaan met de aangedane arm bij het
praktisch handelen en bij signaleren van asymmetrische bewegingen
Digestief systeem
= ouderen met pijn kunnen een verminderde eetlust hebben met als gevolg een
hoger risico op gewichtsverlies
- Ouderen kunnen door de pijn minder goed in staat zijn fysieke activiteiten
uit te voeren
o Bv. boodschappen doen, koken etc. gevolg is dat ze onvoldoende
voeding binnenkrijgen
- Aandoeningen van het spijsverteringsstelsel kan ook voor pijn zorgen
o Bv. keel- slokdarm- maag- of darmkanker, maagzweer, colitis etc.
Conclusie anatomie en fysieke functies
- Pijn is van invloed op verschillende orgaansystemen
o Neurologisch, zintuigelijk, motorisch, cardiovasculair en digestief
- Belangrijk is pijn herkennen
o Kan een gevolg zijn van een bepaalde aandoening
Bv. CVA
o Kan een oorzaak zijn voor ontregeling van orgaansystemen
Bv. door pijn bij het lopen is het motorisch systeem verstoord
1.3 Externe en persoonlijke factoren
Somatische functiekenmerken
= pijngewaarwording verandert bij ouderen
Dementie
- Er kunnen neuropathologische afwijkingen de interpretatie van de
pijnprikkel veranderen als gevolg van een verandering van het
zenuwweefsel
o = witte stof in de hersenen
- Hierdoor wordt de pijnprikkel verminderd of versterkt
Chronische pijn
- Dit wordt bij de meeste ouderen veroorzaakt door musculoskeletale
stoornissen
o Bv. artrose, rugpijn of nekpijn
Ziekte van Parkinson
= deze mensen kennen 5 pijnsyndromen
- Musculoskeletale pijn
o = gewrichtspijn
- Pijn gerelateerd aan dystonie
o = spierspasmen
- Radiculaire/neuropathische pijn
o = door een samengedrukte zenuwwortel of een laesie in een zenuw