HOOFDSTUK: THE REMEMBERING BRAIN
, MEMORY DISORDERS: AMNESIA
ANTEROGRADE AMNESIA RETROGRADE AMNESIA
moeilijkheden in het verwerven van nieuwe herinneringen onthouden van herinneringen van voor brain injury
oorzaken: neurosurgery, strokes (most famous), headinjury, virus, neurodegeneration
neural basis: medial temporal lobe + surrounding structures(hippocampus etc.)
What is impaired?
● Episodisch geheugen: kan niks lang opslaan in KTG,geen aanmaak LT herinneringen
What is less impaired?
● Kortetermijngeheugen: normal digit span
○ patiënt kan dingen onthouden door voortdurende herhaling
● Niet-declaratief (impliciet) geheugen
○ gerelateerd aan uitvoering van taak
■ procedureel geheugen: can learn new skills (vb mirror drawing)
■ kunnen regels van probabilistisch weather prediction game leren (zonder geheugen)
■ kunnen geprimed worden
○ improvement in taak ⇔ geen geheugen van het ooit te doen
○ = sterke dissociatie tussen wat mensen aangeven en waarvan ze zich bewust zijn
○ dissociatie met Parkinson patiënten: probleem met impliciet geheugen, en niet met expliciet geheugen
● Semantisch geheugen: over het algemeen intact
○ beter geheugen voor early life (Ribot’s law)
○ HM: asked to draw apartment he had been living in after surgery → could do it very well (big contrast, cfr. episodic memory)
,ROLE OF HIPPOCAMPUS & MEDIAL TEMPORAL LOBES (PARAHIPPOCAMPAL & RHINAL CORTEX)
,Onderscheid tussen 2 processen in geheugen: Temporal lobe regions in andere mate betrokken bij deze processen:
● familiarity: recognition (‘was this in the list?’) ● Hippocampus= heel belangrijk voor recollection aspectvan geheugen
● recollection: you need to know what you’ve seen AND ● Perirhinal cortex: represents vooral items in geheugenzonder hun
have a recollection of the event context → belangrijk voor familiarity
○ betrokken bij identificatie en geheugen van specifieke objecten
○ objectherkenning
● Parahippocampal cortex: verwerking van ruimtelijkeof contextuele
informatie, zoals de omgeving of plaats waarin een object zich bevindt
● Entorhinal cortex: integrator van info uit de perirhinaleen
parahippocampale cortex → combineert objectinformatie (items) en
ruimtelijke/contextuele informatie (context)
, ROLE OF PREFRONTAL CORTEX
Confabulations= valse en soms tegenstrijdige herinneringenwaarvan patiënt denkt dat ze echt zijn → agv PFC damage
● geassocieerd met schade aan vb OFC
, MEMORY DISORDERS: AMNESIA
ANTEROGRADE AMNESIA RETROGRADE AMNESIA
moeilijkheden in het verwerven van nieuwe herinneringen onthouden van herinneringen van voor brain injury
oorzaken: neurosurgery, strokes (most famous), headinjury, virus, neurodegeneration
neural basis: medial temporal lobe + surrounding structures(hippocampus etc.)
What is impaired?
● Episodisch geheugen: kan niks lang opslaan in KTG,geen aanmaak LT herinneringen
What is less impaired?
● Kortetermijngeheugen: normal digit span
○ patiënt kan dingen onthouden door voortdurende herhaling
● Niet-declaratief (impliciet) geheugen
○ gerelateerd aan uitvoering van taak
■ procedureel geheugen: can learn new skills (vb mirror drawing)
■ kunnen regels van probabilistisch weather prediction game leren (zonder geheugen)
■ kunnen geprimed worden
○ improvement in taak ⇔ geen geheugen van het ooit te doen
○ = sterke dissociatie tussen wat mensen aangeven en waarvan ze zich bewust zijn
○ dissociatie met Parkinson patiënten: probleem met impliciet geheugen, en niet met expliciet geheugen
● Semantisch geheugen: over het algemeen intact
○ beter geheugen voor early life (Ribot’s law)
○ HM: asked to draw apartment he had been living in after surgery → could do it very well (big contrast, cfr. episodic memory)
,ROLE OF HIPPOCAMPUS & MEDIAL TEMPORAL LOBES (PARAHIPPOCAMPAL & RHINAL CORTEX)
,Onderscheid tussen 2 processen in geheugen: Temporal lobe regions in andere mate betrokken bij deze processen:
● familiarity: recognition (‘was this in the list?’) ● Hippocampus= heel belangrijk voor recollection aspectvan geheugen
● recollection: you need to know what you’ve seen AND ● Perirhinal cortex: represents vooral items in geheugenzonder hun
have a recollection of the event context → belangrijk voor familiarity
○ betrokken bij identificatie en geheugen van specifieke objecten
○ objectherkenning
● Parahippocampal cortex: verwerking van ruimtelijkeof contextuele
informatie, zoals de omgeving of plaats waarin een object zich bevindt
● Entorhinal cortex: integrator van info uit de perirhinaleen
parahippocampale cortex → combineert objectinformatie (items) en
ruimtelijke/contextuele informatie (context)
, ROLE OF PREFRONTAL CORTEX
Confabulations= valse en soms tegenstrijdige herinneringenwaarvan patiënt denkt dat ze echt zijn → agv PFC damage
● geassocieerd met schade aan vb OFC