INLEIDING
ONTWIKKELING VAN DE ECONOMSICHE WETENSCHAP
- “The Road Taken”: tonen welke weg de economische wetenschap genomen heeft
o Vanaf 1750 is het economisch denken als ‘wetenschap’ beschouwd
o → om fouten gemaakt in het verleden te verbeteren
- Sinds de financiële crisis van 2008 komt de vraag: is de gekozen weg wel de juiste, zitten we wel
op het juiste pad?
o Citaat Willem Buiter
▪ Het Westers banksysteem crasht → we waren niets met de state-of-the-art
kennis van de monetaire economie of kennis van de economie in het algemeen
▪ Het was zelfs een handicap → men ging ten rade in wat we wisten, maar hier
waren we niets mee
▪ Buiter verklaarde dit door “een oriëntering van de economische wetenschap
WEG van het doel ➔ als je met een crisis wordt geconfronteerd was je niets met
economisch denken
o Conferentie Paris Dauphine
▪ Hebben dezelfde conclusie als
Buiter → twijfel of de
economische wetenschap wel
de juiste weg was
• Moesten we een
andere richting uitgaan
• Agnus Deaton: “is het een faling van de economie, of een faling van de
economisten?”
o → economisten hebben verleerd na te denken over kritische
vragen over economische welvaart
o → ze denken vooral na over verrijking, maar minder over de
economische welvaart
ECONOMSICHE CRISIS & “CRISIS” VAN HET ECONOMISCHE DENKEN
VRAAG: “Waarom EN wat heeft niemand de crisis zien aankomen?”
- Wat kan men economisten verwijten
o NIET dat Lehman failliet ging
▪ → was moeilijk te voorspellen: er waren 2 belangrijke instellingen die op het
randje van failliet waren (Lehman en AIG) → de FED heeft slechts 1 gered
▪ Ook de timing was moeilijk te voorspellen
1
, ➔ Wat dan wel?
o WEL: men had moeten verwachten dat het niet onmogelijk was dat er iets mis ging gaan
met het banksysteem (het werd als onmogelijk gezien door perfect werkende financiële
marketen → “markten komen altijd wel tot een evenwicht” ➔ vrij dom om dit te denken
▪ 1) er waren academische artikels die aantoonden dat er WEL zoiets mogelijk was
als markten die falen (en zo een mechanisme op gang brachten die een crash
van de markt zou kunnen veroorzaken)
• Minsky moment door teveel vertrouwen en teveel risico genomen
▪ 2) NA de financiële crisis moest men uit deze situatie geraken → 2 opties:
• De staat moet besparen: anders worden de schulden te groot
• De staat moet uitgeven: anders kans op recessie → dus de economie
ondersteunen
▪ ➔ economisten hadden geen consensus over wat er moest gebeuren, wat de
beste oplossing was
➔ LINK MET ECONOMISCH DENKEN
o Krugman: we kunnen dus economisten wel wat verwijten
o Als economisch denken te kort schiet → heb je iets nieuws nodig
▪ NEEN: Krugman zei dat dit niet klopte
▪ → verklaring waarom dat economisten een crisis niet meer kunnen inbeelden of
om niet tot consensus konden komen was aantal inzichten die er wel degelijk
waren een soort van vergeten waren
• ➔ men vond het niet meer de moeite om er nog veel aandacht aan te
besteden ➔ we moeten niets nieuws hebben, we moeten terug naar
oud gaan
ONTWIKKELING VAN DE ECONOMISCHE WETENSCHAP: HET VAK
- Onderwerp
o Inhoudelijke en methodologische evolutie denken over de economie → HOE en WAT?
➔ Aan WAT wordt er gedacht?
o Wat bepaalt groei en accumulatie
o Bestaat evenwicht en onder welke condities
o Wat zijn de drijfveren voor economisch gedrag (behoeftebevrediging of andere zaken?)
o Hoe is de markt gestructureerd en wat is de invloed van economische agenten
o De markt steunt op menselijk gedrag → wat moet er gebeuren om economische
welvaart te krijgen én wat is de rol van de overheid en private sector hierin
➔ HOE is er gedacht?
o Economisch gedrag is bepaald door de waarde van goederen → wat bepaalt de
economische waarde
o Hoe denk je na over economische vragen en hoe je die probeert op te lossen
▪ → via woorden of modellen (=inductief of deductief)
STRUCTUUR VAN ECONOMISCHE WETENSCHAP DOORHEEN DE TIJD
- Wat beschouwen we als economische wetenschap?
o Economisch denken begint vanaf Adam Smith
▪ Voorlopers enkel behandelen als die relevant waren voor Smith
o Nadruk leggen op sleutelfiguren / sleutelgedachten
2
,PRE-WETENSCHAPPELIJKE FASE (TOT 1750)
- Niet echt systematisch denken over economische vragen
- BEGINT bij 2 scholen die Smith voorafgaan die tegengesteld zijn aan elkaar (volgens de definitie
van economische rijkdom)
o Mercantilisme: goud en zilver zijn geld → geld staat centraal
▪ Bv Trump: zo hoog mogelijke tarieven → zo hoog mogelijke rijkdom
o Fysiocratie: essentie van economische rijkdom is NIET GELD, wel productiecapaciteit
▪ Bv in de landbouw
WETENSCHAPPELIJKE FASE (1750 -1850)
(ENGELSE) KLASSIEKE SCHOOL
- Smith begint bij een fysiocratische visie → hij denkt dat deze visie de juiste is
o → dus de Klassieke school wort afgeleid uit de Fysiocratie
o Productiecapaciteit verwijst naar productieschaal → verwijst naar investeringen … →
verwijst naar de vrije markt
➔ Engelse Klassieke School
o Begint bij Smith
▪ Hebzucht → leidt tot kapitaalsaccumulatie → leidt tot economische groei
▪ GEEN EINDE aan economische groei
o Daarna kwamen Ricardo en Malthus → spraken wel over grenzen aan de groei
▪ Maar waren het oneens over het beleid dat gevoerd moest worden
▪ Bij een stationaire staat → wat moest er gebeuren om die staat zo veel mogelijk
uit te stellen of te vermijden
• Argument van Ricardo tegen Malthus = vooral de Wet van Say
➔ Hier volgen nog 3 scholen uit
SCHOLEN AFGELEID UIT DE KLASSIEKE SCHOOL
- Marxisme → gaat verder op de klassieke school
o = is een radicale versie van het klassieke denken
o → Marx zegt bijna hetzelfde als Ricardo
o Vooral de economie linken aan maatschappelijk conflict
- Historicisme
o List: heeft twijfels over Ricardo: hij vindt dat Ricardo te abstract denkt over de economie
- Marginalisme
o Jevons & Menger vertrekken vanuit “wat bepaalt economische waarde” → wat bepaalt
de waarde van de goederen
▪ Klassieke school: arbeidswaarde leer
▪ Marginalisten: deze leer is onjuist → waarde wordt bepaald door nut / door de
kosten van het laatste goed
3
, WETENSCHAPPELIJKE FASE (1850 -1900)
SCHOOL AFGELEID UIT HET MARGINALISME
- Neo-Klassieke school
o Marshall
▪ Vraag (nutsmaximalisatie) en aanbod (winstmaximalisatie) denken
▪ → economie is een markt met deze 2 krachten
o Walras
▪ → algemeen evenwicht
o Pigou en Pareto
▪ → welvaartseconomie
o Fisher, Wichsell en Von Hayek
▪ → waarom is er fluctuatie in de economie
▪ Neo-klassiek perspectief: men verwacht evenwicht
WETENSCHAPPELIJKE FASE (1900 -1975)
- KEYNESIANISME
o Had kritiek op het neo-klassieke denken
o → zorgde voor macro-economische modellen (geaggregeerde modellen) DUS weg van
de benadering van economische agenten (individueel bekeken)
o Kritiek op markten die altijd richting evenwicht gingen → waarom had hij hier kritiek op ?
→ de depressie van 1930
- KEYNESIAANSE-NEO-KLASSIEKE SYNTHESE
o Keynes wordt geïntegreerd in het Neo-klassieke denken
o → vormt een hoofdstroming van het economisch denken
- MONETARISME
o Kritiek op Keynesiaanse-neo-klassieke synthese door de stagflatie van 1970
o ➔ richten zich tegen keynesianisme ➔ zeggen dat de oorspronkelijke neo-klassieke
conjunctuurtheorie de juiste is
POST-KEYNESIANISME → 3 componenten
- Institutionalisme neo-klassieke economisch denken
o Verschillende veronderstelling mbt economisch gedrag tov
▪ Neo-klassieke denken → homo-economicus (eigenbelang)
▪ Institutionalisme → instituties als determinanten van economisch gedrag (bv
status, groepskenmerken, )
WETENSCHAPPELIJKE FASE (1975 -…)
- NIEUW KLASSIEKE SCHOOL
o → geeft rationale verwachtingen
o Friedman (monetarisme) zag verachtingen als adaptief (→ stuitte op Lucas kritiek →
je kan geen systematische fouten maken)
4
ONTWIKKELING VAN DE ECONOMSICHE WETENSCHAP
- “The Road Taken”: tonen welke weg de economische wetenschap genomen heeft
o Vanaf 1750 is het economisch denken als ‘wetenschap’ beschouwd
o → om fouten gemaakt in het verleden te verbeteren
- Sinds de financiële crisis van 2008 komt de vraag: is de gekozen weg wel de juiste, zitten we wel
op het juiste pad?
o Citaat Willem Buiter
▪ Het Westers banksysteem crasht → we waren niets met de state-of-the-art
kennis van de monetaire economie of kennis van de economie in het algemeen
▪ Het was zelfs een handicap → men ging ten rade in wat we wisten, maar hier
waren we niets mee
▪ Buiter verklaarde dit door “een oriëntering van de economische wetenschap
WEG van het doel ➔ als je met een crisis wordt geconfronteerd was je niets met
economisch denken
o Conferentie Paris Dauphine
▪ Hebben dezelfde conclusie als
Buiter → twijfel of de
economische wetenschap wel
de juiste weg was
• Moesten we een
andere richting uitgaan
• Agnus Deaton: “is het een faling van de economie, of een faling van de
economisten?”
o → economisten hebben verleerd na te denken over kritische
vragen over economische welvaart
o → ze denken vooral na over verrijking, maar minder over de
economische welvaart
ECONOMSICHE CRISIS & “CRISIS” VAN HET ECONOMISCHE DENKEN
VRAAG: “Waarom EN wat heeft niemand de crisis zien aankomen?”
- Wat kan men economisten verwijten
o NIET dat Lehman failliet ging
▪ → was moeilijk te voorspellen: er waren 2 belangrijke instellingen die op het
randje van failliet waren (Lehman en AIG) → de FED heeft slechts 1 gered
▪ Ook de timing was moeilijk te voorspellen
1
, ➔ Wat dan wel?
o WEL: men had moeten verwachten dat het niet onmogelijk was dat er iets mis ging gaan
met het banksysteem (het werd als onmogelijk gezien door perfect werkende financiële
marketen → “markten komen altijd wel tot een evenwicht” ➔ vrij dom om dit te denken
▪ 1) er waren academische artikels die aantoonden dat er WEL zoiets mogelijk was
als markten die falen (en zo een mechanisme op gang brachten die een crash
van de markt zou kunnen veroorzaken)
• Minsky moment door teveel vertrouwen en teveel risico genomen
▪ 2) NA de financiële crisis moest men uit deze situatie geraken → 2 opties:
• De staat moet besparen: anders worden de schulden te groot
• De staat moet uitgeven: anders kans op recessie → dus de economie
ondersteunen
▪ ➔ economisten hadden geen consensus over wat er moest gebeuren, wat de
beste oplossing was
➔ LINK MET ECONOMISCH DENKEN
o Krugman: we kunnen dus economisten wel wat verwijten
o Als economisch denken te kort schiet → heb je iets nieuws nodig
▪ NEEN: Krugman zei dat dit niet klopte
▪ → verklaring waarom dat economisten een crisis niet meer kunnen inbeelden of
om niet tot consensus konden komen was aantal inzichten die er wel degelijk
waren een soort van vergeten waren
• ➔ men vond het niet meer de moeite om er nog veel aandacht aan te
besteden ➔ we moeten niets nieuws hebben, we moeten terug naar
oud gaan
ONTWIKKELING VAN DE ECONOMISCHE WETENSCHAP: HET VAK
- Onderwerp
o Inhoudelijke en methodologische evolutie denken over de economie → HOE en WAT?
➔ Aan WAT wordt er gedacht?
o Wat bepaalt groei en accumulatie
o Bestaat evenwicht en onder welke condities
o Wat zijn de drijfveren voor economisch gedrag (behoeftebevrediging of andere zaken?)
o Hoe is de markt gestructureerd en wat is de invloed van economische agenten
o De markt steunt op menselijk gedrag → wat moet er gebeuren om economische
welvaart te krijgen én wat is de rol van de overheid en private sector hierin
➔ HOE is er gedacht?
o Economisch gedrag is bepaald door de waarde van goederen → wat bepaalt de
economische waarde
o Hoe denk je na over economische vragen en hoe je die probeert op te lossen
▪ → via woorden of modellen (=inductief of deductief)
STRUCTUUR VAN ECONOMISCHE WETENSCHAP DOORHEEN DE TIJD
- Wat beschouwen we als economische wetenschap?
o Economisch denken begint vanaf Adam Smith
▪ Voorlopers enkel behandelen als die relevant waren voor Smith
o Nadruk leggen op sleutelfiguren / sleutelgedachten
2
,PRE-WETENSCHAPPELIJKE FASE (TOT 1750)
- Niet echt systematisch denken over economische vragen
- BEGINT bij 2 scholen die Smith voorafgaan die tegengesteld zijn aan elkaar (volgens de definitie
van economische rijkdom)
o Mercantilisme: goud en zilver zijn geld → geld staat centraal
▪ Bv Trump: zo hoog mogelijke tarieven → zo hoog mogelijke rijkdom
o Fysiocratie: essentie van economische rijkdom is NIET GELD, wel productiecapaciteit
▪ Bv in de landbouw
WETENSCHAPPELIJKE FASE (1750 -1850)
(ENGELSE) KLASSIEKE SCHOOL
- Smith begint bij een fysiocratische visie → hij denkt dat deze visie de juiste is
o → dus de Klassieke school wort afgeleid uit de Fysiocratie
o Productiecapaciteit verwijst naar productieschaal → verwijst naar investeringen … →
verwijst naar de vrije markt
➔ Engelse Klassieke School
o Begint bij Smith
▪ Hebzucht → leidt tot kapitaalsaccumulatie → leidt tot economische groei
▪ GEEN EINDE aan economische groei
o Daarna kwamen Ricardo en Malthus → spraken wel over grenzen aan de groei
▪ Maar waren het oneens over het beleid dat gevoerd moest worden
▪ Bij een stationaire staat → wat moest er gebeuren om die staat zo veel mogelijk
uit te stellen of te vermijden
• Argument van Ricardo tegen Malthus = vooral de Wet van Say
➔ Hier volgen nog 3 scholen uit
SCHOLEN AFGELEID UIT DE KLASSIEKE SCHOOL
- Marxisme → gaat verder op de klassieke school
o = is een radicale versie van het klassieke denken
o → Marx zegt bijna hetzelfde als Ricardo
o Vooral de economie linken aan maatschappelijk conflict
- Historicisme
o List: heeft twijfels over Ricardo: hij vindt dat Ricardo te abstract denkt over de economie
- Marginalisme
o Jevons & Menger vertrekken vanuit “wat bepaalt economische waarde” → wat bepaalt
de waarde van de goederen
▪ Klassieke school: arbeidswaarde leer
▪ Marginalisten: deze leer is onjuist → waarde wordt bepaald door nut / door de
kosten van het laatste goed
3
, WETENSCHAPPELIJKE FASE (1850 -1900)
SCHOOL AFGELEID UIT HET MARGINALISME
- Neo-Klassieke school
o Marshall
▪ Vraag (nutsmaximalisatie) en aanbod (winstmaximalisatie) denken
▪ → economie is een markt met deze 2 krachten
o Walras
▪ → algemeen evenwicht
o Pigou en Pareto
▪ → welvaartseconomie
o Fisher, Wichsell en Von Hayek
▪ → waarom is er fluctuatie in de economie
▪ Neo-klassiek perspectief: men verwacht evenwicht
WETENSCHAPPELIJKE FASE (1900 -1975)
- KEYNESIANISME
o Had kritiek op het neo-klassieke denken
o → zorgde voor macro-economische modellen (geaggregeerde modellen) DUS weg van
de benadering van economische agenten (individueel bekeken)
o Kritiek op markten die altijd richting evenwicht gingen → waarom had hij hier kritiek op ?
→ de depressie van 1930
- KEYNESIAANSE-NEO-KLASSIEKE SYNTHESE
o Keynes wordt geïntegreerd in het Neo-klassieke denken
o → vormt een hoofdstroming van het economisch denken
- MONETARISME
o Kritiek op Keynesiaanse-neo-klassieke synthese door de stagflatie van 1970
o ➔ richten zich tegen keynesianisme ➔ zeggen dat de oorspronkelijke neo-klassieke
conjunctuurtheorie de juiste is
POST-KEYNESIANISME → 3 componenten
- Institutionalisme neo-klassieke economisch denken
o Verschillende veronderstelling mbt economisch gedrag tov
▪ Neo-klassieke denken → homo-economicus (eigenbelang)
▪ Institutionalisme → instituties als determinanten van economisch gedrag (bv
status, groepskenmerken, )
WETENSCHAPPELIJKE FASE (1975 -…)
- NIEUW KLASSIEKE SCHOOL
o → geeft rationale verwachtingen
o Friedman (monetarisme) zag verachtingen als adaptief (→ stuitte op Lucas kritiek →
je kan geen systematische fouten maken)
4