STRAFRECHT
inhoudstafel:
HOOFDSTUK 1 - DE STRAFWET
1. Wat is strafrecht
2. Het legaliteitsbeginsel
3. De toepassing van de strafwet in de tijd
4. De toepassing van de strafwet in de ruimte en t.o.v. personen
5. De interpretatie van de strafwet
6. De bronnen van het strafrecht
7. De strafgerechten: organigram
HOOFDSTUK 2 - HET MISDRIJF
1. Definitie
1.1. Bestanddelen van het misdrijf
1.2. Materiële bestanddeel
1.3. Morele bestanddeel
1.4. Wederrechtelijk bestanddeel
1.5. Verzwarend bestanddeel
2. De strafbare poging
2.1. Het voornemen om een misdrijf te plegen
2.2. Het begin van uitvoering
2.3. Niet voltooien van het misdrijf, buiten de wil van de dader
2.4. Bestraffing van de poging
2.5. De deelnemers
3. De rechtvaardigingsgronden
3.1. Gebod of toelating van de wet
3.2. Bevel van de overheid
3.3. Noodtoestand
3.4. Wettige verdediging
3.5. Rechtvaardigingsgronden in het seksueel strafrecht
HOOFDSTUK 3 - DE DADER VAN HET MISDRIJF
1. Daderschap en deelneming
1.1. De dader
1.2. Rechtspersonen
1.3. Strafbare deelneming
2. Doorwerking van de verzwarende bestanddelen en verzwarende factoren
2.1. Objectieve verzwarende bestanddelen en factoren
2.2. Subjectieve verzwarende bestanddelen en factoren
3. Wat is schuld?
4. Schuldontheffingsgronden
4.1. Onweerstaanbare dwang
4.2. Onoverkomelijke dwaling
5. Gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid
5.1. Geestesstoornis
5.2. Minderjarigheid
,HOOFDSTUK 4 - DE STRAFFEN
1. Algemeen
1.1. Straf of sanctie
1.2. Doelstellingen van de straf
1.3. Verzwarende factoren
1.4. Discriminerende drijfveer
1.5. Verzachtende omstandigheden
1.6. Voorlichtingsrapport
1.7. Advies
2. Verschoningsgronden
2.1. Strafontheffende verschoningsgronden
2.2. Strafverminderende verschoningsgronden
2.2.1. Noodweerexces
2.2.2. Minderjarigheid
3. Op natuurlijke personen toepasselijke straffen
3.1. Hoofdstraffen
3.2. Bijkomende straffen
4. Op rechtspersonen toepasselijke straffen
4.1. Hoofdstraffen
4.2. Bijkomende straffen
5. Vrijheidsbenemende straffen
5.1. Gevangenisstraf
5.2. Behandeling onder vrijheidsberoving
6. Vrijheidsbeperkende straffen
6.1. Straf onder elektronisch toezicht
6.2. Probatiestraf
6.3. Werkstraf
6.4. Verlengde opvolging
6.5. Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten
6.6. Beroepsverbod
6.7. Verval van het recht tot sturen
6.8. Verblijfs-, plaats- of contactverbod
7. Veroordeling bij schuldigverklaring
8. Vermogensstraffen
8.1. Geldboete
8.2. Verbeurdverklaring
8.3. (Verruimde verbeurdverklaring)
8.4. Geldstraf vastgesteld o.b.v. het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel
9. Specifieke straffen voor rechtspersonen
9.1. Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap
9.2. Verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen
10. Straftoemeting
10.1. Herhaling
10.2. Eendaadse samenloop
10.3. Meerdaadse samenloop
12. Opschorting en uitstel
12.1. Opschorting van de uitspraak van de veroordeling
12.2. Uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen
,HOOFDSTUK 1 - DE STRAFWET
1. Wat is strafrecht
strafrecht is publiekrecht: verhouding overheid - burger (= natuurlijke + RP)
➔ overheid bepaalt welke gedragingen strafbaar zijn + de sancties
verdachte staat tegenover Openbaar Ministerie (OM)
➔ nooit tegenover slachtoffer !
maar: slachtoffer kan in procedure komen door zich burgerlijke partij te stellen en zo haar
schade vergoed te zien
strafbare gedragingen:
→ iets doen
bv. diefstal
→ iets niet doen
bv. familieverlating: niet betalen van
↓ alimentatie is een misdrijf
! menselijke gedragingen,
want dieren vallen niet onder de strafwet
(rechtspersonen wel bv. milieudelicten: afvalstoffen ergens storten)
de mate van strafbaarheid is afhankelijk van de voorwaarden, omstandigheden, hoedanigheid
slachtoffer en/of dader:
de wet beschrijft onder welke voorwaarden een gedraging strafbaar is
➔ alle voorwaarden moeten worden voldaan om van een misdrijf te kunnen spreken
(! kijk dit altijd goed na: als er aan 1 element niet is voldaan, is er geen misdrijf !)
➔ hierdoor is eenzelfde gedraging soms wel en soms niet strafbaar
bv. valsheid in geschriften → art. 451 Sw.: enkel strafbaar indien bedrieglijk opzet of
oogmerk om te schaden (dus niet als er per ongeluk een fout in staat)
gedragingen kunnen al dan niet / zwaarder of minder zwaar strafbaar zijn afhankelijk van de
omstandigheden waarin ze zich voordoen
(ook dit altijd goed nakijken !)
(doodslag = doden met de bedoeling om te doden)
bv. doodslag is strafbaar, maar doodslag als wettige verdediging is niet strafbaar → art. 14 Sw.
bv. doodslag vanuit discriminerende drijfveer (bijv. je doodt iemand en zegt daarbij ‘gij vuile
bruine’), is een verzwarend bestanddeel: straf van n7 naar n8 (n = niveau)
hoedanigheid van slachtoffer en / of dader kunnen invloed hebben op het misdrijf en / of de
straf
bv. invloed op misdrijf: aanslag op de Koning, kindermoord … heeft een zwaardere straf
,bv. invloed op de straf: minderjarig slachtoffer, slachtoffer met een maatschappelijke functie
gepleegd naar aanleiding van de uitvoering van die functie zorgt vaak voor een verzwarend
bestanddeel in verschillende misdrijven → art. 79 Sw.
sancties / maatregelen hebben een evolutie gekend van straf
➔ vroeger: repressief (eerder als wraak)
nu: meer gericht op preventie en herstel
➔ nieuwe strafrecht gaat ervan uit dat vrijheidsberoving als ‘laatste redmiddel’ moet dienen
● omdat dit vaak meer kwaad dan goed doet: Gevangenen die vrijkomen zijn vaak niet
meer in staat om in de maatschappij te re-integreren en belanden terug in de
criminaliteit. Dit komt doordat ze buiten komen zonder geld, woonst etc. en bovendien
hebben ze er ‘slechte’ connecties leren kennen.
● voor sommige werkt het niet: het maakt hen niets uit, leren er niet uit
● het kost de maatschappij veel geld
● uiteraard moet de maatschappij voor sommigen wel beschermd blijven
➔ maatschappij wil ook wraak, hierdoor gaat strafrecht niet altijd hand in hand met moraal
bv. reuzegommers: kregen maximum werkstraf ervan uitgaande dat men hiermee meer zou
leren dan met een gevangenisstraf, maar maatschappij wilde hen laten boeten
● tbs = terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (SURB)
○ men staat dan onder toezicht van de SURB
● ET = elektronisch toezicht
○ kost minder voor maatschappij, toch enige vorm van vrijheidsberoving
● WS = werkstraf
● AP = autonome probatiestraf
○ men moet voor een bepaalde periode bepaalde voorwaarden naleven
bv. cursus voor agressiebeheersing
○ bij niet-naleving kan de vervangende straf in uitvoering komen
, 2. Het legaliteitsbeginsel
legaliteitsbeginsel gaat over het adagium: nullum crimen sine lege, nulla poena sine lege
➔ belangrijk beginsel: hierdoor weet men waaraan men zich kan verwachten
(niet elk land heeft dit !)
zie → art. 1 Sw.
➔ (let op! dit is ook opgenomen in art. 12, 14 Gw., art. 7 EVRM, art. 15 BUPO (art. 11 UVRM))
➔ ‘bestanddelen’ = al de elementen waaraan voldaan moet worden
➔ ! let op de woorden ‘en / of’, is een belangrijk verschil
nullum crimen sine lege: geen misdrijf zonder wet
➔ als een gedraging niet in de wet staat beschreven is ze niet strafbaar
● ‘wet’ wordt bedoeld in de ruime zin, dus: strafwetboek, bijzondere wetten of
internationale wetgeving
! let op: je moet dus altijd al die wetgeving nakijken
➔ geen ruimte voor vrije of analoge interpretatie als daardoor toepassingsgebied van de
wet uitgebreid wordt
● geeft moeilijkheden bij nieuwe misdrijven die nog niet in de wet zijn opgenomen
bv. cybercriminaliteit
➔ hierdoor kunnen sommige onwenselijke gedragingen niet worden bestraft
nulla poena sine lege: geen straf zonder wet
➔ enkel sancties die in de wet staan kunnen door de rechter worden opgelegd
➔ rechter moet binnen de strafvorken blijven die de wet voorziet
● er zijn 8 strafniveaus: binnen 1 niveau is een vork van straffen bepaald waaruit de
rechter zijn keuze kan maken
➔ rechter kan soms wel creatief zijn door voorwaarden te gebruiken
● rechter kan niet hoger gaan dan de voorgeschreven straf, maar wel lager d.m.v.
voorwaarden
bv. opschorting van straf met bezoek van Auschwitz en Birkenau bij veroordeling voor
negationistische uitspraken (opschorting: je hebt het gedaan, maar we geven geen straf
mits je deze voorwaarden naleeft)
● rechter mag wel geen alternatieve straffen toepassen die niet beschreven zijn in de wet
bv. verplichten om rond te lopen met een bord: ‘pas op voor mij, ik ben een dief’
gevolgen legaliteitsbeginsel
➔ enkel de wet als bron van strafrecht
● nooit de gewoonte !
➔ strikte interpretatie van de strafwet
➔ niet-terugwerkende kracht van de strafwet
● met uitzondering van mildere straffen → brengt het legaliteitsbeginsel niet in gedrang,
want dat is er om de rechten van het individu te beschermen (tegen willekeur van de
overheid) en diens rechten komen niet in het gedrang door een mildere straf (geldt ook
voor procedureregels etc.)