Sociale psychologie
Hoofdstuk 8: Attitudeleer (DEEL I)
8.0 Inleiding
Hoe de wereld niet verging:
Sekte geleid door Dorothy Martin
Buitenaards volk “the guardians”
21 december 1954: einde wereld, gered met ruimteschip
Voorspelling kwam niet uit, maar:
- Foute klok
- Nieuwe boodschap
- Boodschap verspreiden
- => sekteleden begonnen nog sterker te geloven
8.1. Wat zijn attitudes?
= door ervaring gevormde, duurzame & georganiseerde wijze waarop iemand gericht is op een
bepaald object
Door ervaring gevormd: aangeleerd
- Oordeel door directe confrontatie met bepaald object
- Oordeel overgeërfd van anderen (omgeving)
Duurzaam: moeilijk te veranderen
- Nuancering: kunnen wel wijzigen: flexibiliteit
Georganiseerd: vormen een logisch netwerk
- Samenhangend geheel: geen tegenspraak
- Gevolg: moeilijkheden wanneer je 1 attitude wijzigt plots ook andere oordelen
moeten wijzigen
8.1.1 De tripartite van attitudes
3 domeinen waarop attitudes zich manifesteren:
Cognitieve component
- Attitudes hebben gedachten & zijn het gevolg van gedachten
- Beïnvloedt kennis & wordt beïnvloed door kennis
Affectieve component
- Attitudes brengen emoties mee & kunnen gevolg zijn van emoties
Conatieve/ gedragsmatige component
- Attitudes zetten je aan tot handelen; beïnvloeden je gedrag
8.2. Ontstaan en vervorming van attitudes
Vooral gevormd door ervaring
Ook aangeboren afkeer/ voorkeur
=> nature-nurture debat
, 8.2.1 Cognitieve invloeden
a) Rationele invloeden
b) Irrationele invloeden
c) Affectieve invloeden
d) Voorbeelden: reclame & propaganda
e) Sociale media
f) Foute/vervormde attitudes
a) Rationele invloeden
Middel-doeltheorie
- Rationele afweging tussen objecten die ons doel
verhinderen & die ons doel helpen
Cognitieve attitudebepaling: rekening houden met:
- I = mogelijke gevolgen van het gedrag
Kritiek: maar oneindig aantal gevolgen: niet te overzien
- W = waarschijnlijkheid van het gevolg
Kritiek: verschillend van persoon tot persoon
- e = evaluatie van het gevolg
Kritiek: welke waarde? Hoe meten?
b) Irrationele invloeden
Collectief onbewuste
- Tijdens opvoeding voldoende bang gemaakt voor bepaalde gevolgen dat we ons er
nog steeds emotioneel en moreel door laten leiden
Morele verstomming
- Morele kwesties die steeds hevige emotionele reacties uitlokken, die we niet rationeel
kunnen verklaren ‘Omdat het verkeerd is!’
- Bv. kannibalisme, eten van hondenvlees: “het is gewoon verkeerd” maar we kunnen
het niet verklaren
Hoofdstuk 8: Attitudeleer (DEEL I)
8.0 Inleiding
Hoe de wereld niet verging:
Sekte geleid door Dorothy Martin
Buitenaards volk “the guardians”
21 december 1954: einde wereld, gered met ruimteschip
Voorspelling kwam niet uit, maar:
- Foute klok
- Nieuwe boodschap
- Boodschap verspreiden
- => sekteleden begonnen nog sterker te geloven
8.1. Wat zijn attitudes?
= door ervaring gevormde, duurzame & georganiseerde wijze waarop iemand gericht is op een
bepaald object
Door ervaring gevormd: aangeleerd
- Oordeel door directe confrontatie met bepaald object
- Oordeel overgeërfd van anderen (omgeving)
Duurzaam: moeilijk te veranderen
- Nuancering: kunnen wel wijzigen: flexibiliteit
Georganiseerd: vormen een logisch netwerk
- Samenhangend geheel: geen tegenspraak
- Gevolg: moeilijkheden wanneer je 1 attitude wijzigt plots ook andere oordelen
moeten wijzigen
8.1.1 De tripartite van attitudes
3 domeinen waarop attitudes zich manifesteren:
Cognitieve component
- Attitudes hebben gedachten & zijn het gevolg van gedachten
- Beïnvloedt kennis & wordt beïnvloed door kennis
Affectieve component
- Attitudes brengen emoties mee & kunnen gevolg zijn van emoties
Conatieve/ gedragsmatige component
- Attitudes zetten je aan tot handelen; beïnvloeden je gedrag
8.2. Ontstaan en vervorming van attitudes
Vooral gevormd door ervaring
Ook aangeboren afkeer/ voorkeur
=> nature-nurture debat
, 8.2.1 Cognitieve invloeden
a) Rationele invloeden
b) Irrationele invloeden
c) Affectieve invloeden
d) Voorbeelden: reclame & propaganda
e) Sociale media
f) Foute/vervormde attitudes
a) Rationele invloeden
Middel-doeltheorie
- Rationele afweging tussen objecten die ons doel
verhinderen & die ons doel helpen
Cognitieve attitudebepaling: rekening houden met:
- I = mogelijke gevolgen van het gedrag
Kritiek: maar oneindig aantal gevolgen: niet te overzien
- W = waarschijnlijkheid van het gevolg
Kritiek: verschillend van persoon tot persoon
- e = evaluatie van het gevolg
Kritiek: welke waarde? Hoe meten?
b) Irrationele invloeden
Collectief onbewuste
- Tijdens opvoeding voldoende bang gemaakt voor bepaalde gevolgen dat we ons er
nog steeds emotioneel en moreel door laten leiden
Morele verstomming
- Morele kwesties die steeds hevige emotionele reacties uitlokken, die we niet rationeel
kunnen verklaren ‘Omdat het verkeerd is!’
- Bv. kannibalisme, eten van hondenvlees: “het is gewoon verkeerd” maar we kunnen
het niet verklaren