Inleiding wervelkolom (HC 1 / H2)
Definitie van lage rugklachten (LRK)
= variërende pijn en/of andere ongewenste ervaren sensaties in de lumbosacrale regio
(gelokaliseerd tussen onderste ribbenboog en de bilnaad). De pijn kan verschillende vormen
aannemen zoals stekend, brandend, schietend of individueel nog anders. De intensiteit varieert
van beperkt of mild tot zeer ingrijpend en zelf alles bepalend.
Sommige mensen ervaren terwijl ook uitstralende pijn in de gluteale regio en/of 1 of beide benen.
• vaak nog onduidelijkheid omtrent de inhoud… zeker wanneer we over gaan naar verdere
classificatie.
Flare = opflakkering van pijn
Lumbago = lage rugklachten, kan van alles zijn, niets is duidelijk over waar, wat,…
Delphi studie = aantal experten gaan samen zitten over een stelling en proberen tot een
compromis (samenvatting, 1 def) te komen. -> stellen hierna een vragenlijst op om het probleem
te standaardiseren.
Classificaties
Subgroepen maken dan kunnen we mensen een specifiekere behandeling geven
1. duur van de klachten:
Best ingrijpend kan zijn -> echt beperkend bij ADL
• acuut = < 6 weken MAAR zelflimiterend!
Zelflimiterend = niets doen, probleem gaat vanzelf weg in loop v/d tijd
• subacuut = 6-12
Echte behandeling, manuele technieken uitvoeren is niet aangeraden!
weken
• chronisch = > 12 weken Complexer gegeven = grote kans op langdurige problemen
Definitie opflakkering van LRK, een flare
= een verslechtering v/d toestand die uren (tot weken) aanhoudt, die moeilijk te verdragen is, en die
over het algemeen de gebruikelijke activiteiten en/of emoties beïnvloedt. Is zeer acuut!
Definitie recurrente klachten
= een terugkeer van lage rugpijn die minimaal 24 uur aanhoudt met een pijnintensiteit van >2/10
VAS, na een periode van minimaal 30 dagen pijnvrij, in herhaaldelijke flows terugkomt.
-> recurrente klachten als ertussen in geen pijn
aanwezig is (optie 3). Wij houden deze definitie aan
maar later ga je zien dat ook de andere opties
recurrente klachten zijn.
,2. oorzaak van de klachten
• Specifieke LRK (5-10% = zeldzaam)
• Veroorzaak door pathofysiologisch mechanisme en/of een stoornis in anatomische
structuur (biologisch gegeven)
• Klachten kunnen toegeschreven worden aan een specifieke structuur
• Meest voorkomende specifieke rugklachten: discus hernia, spinaal stenose, trauma,
spondylolisthesis, osteoporose, spondylitis ankylopoetica (Bechterew), mestatasen
• Aspecifieke LRK (lage rug klachten) (85-90%)
• LRK die niet kan worden toegeschreven aan een specifieke afwijking of stoornis
ze kunnen wel aanwezig zijn op ‘diagnostische’ bronnen! -> radioloog kan afwijking zien op foto,
maar die niet relevant is voor de symptomen die je op dat moment hebt.
• LRP is gevolg van interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren
• Rol psychosociale klachten: vooral bij in stand houden van klachten (komen voor
bij het chronisch worden)
• Symptomen:
➢ pijn in de LS-regio (ontstaansregio bv. stress maar 1/3 pers. ‘zonder trigger’)
➢ uitstraling gluteale regio en/of bovenbeen
➢ continue pijn of in episoden
➢ houdingen/bewegingen/externe belasting verergeren de pijn
➢ stijfheid in de rug bij opstaan
➢ geen ziekteverschijnselen -> rode vlaggen die indicatie zijn voor andere aandoeningen.
➢ meestal tussen 20-55j
• Lumbo-sacraal radiculair syndroom
- Perifeer neuropatische pijn
Specifieke vs. aspecifieke LRK
Gebaseerd op anamnese en klinisch onderzoek zijn ze verschillend
o Pijnpatronen, voorgeschiedenis, klinische presentatie, uitlokkende factoren,…
Belangrijk als therapeut onderscheid maken van patiënt specifieke met aspecifieke klachten!!
--> patiënt die aspecifieke klachten gaat zeggen het is deze specifieke klacht, dan ga je fel vasthangen aan een
diagnose en alleen focussen op die specifieke behandeling/diagnose.
Terwijl die niet relevant zijn voor aspecifieke klachten.
Eventueel aanvullende medische beeldvorming of labo-onderzoeken
o Enkel bij duidelijk vermoeden van specifiek LRK
o Geen enkele meerwaarden om MBV toe te passen bij aspecifieke LRK
o Kan zelfs negatieve gevolgen hebben en herstel belemmeren
Risico op zoeken naar (zwak) verband tussen klinische symptomen en specifiek pathofysiologische
mechanisme en/of aangedane structuur bij specifieke LRK!
Stoornissen in anatomische structuur worden ook bij “normale”, asymptomatische personen vastgesteld!
--> kan leiden tot negatieve psychosociale gevolgen (angstgevoelens, sociaal leven ↘)
3. pijnmechanismen
• Nociceptieve pijn
• Perifeer neuropathische pijn
• Nocioplastische pijn
,Rode, gele, oranje, blauwe en zwarte vlaggen
Klinisch redeneren = uiterst belangrijk!! ICF en MCDF (ondersteunen, verbeteren klinisch redeneren).
Het vlaggensysteem = systeem dat therapeuten helpt om een indicatie te krijgen van welke zaken bij de patiënt
belangrijk zijn en we in acht moeten nemen als je diagnostiek en behandeling doet.
is geen vorm van diagnostiek, maar het zijn indicaties om extra aandacht te schenken aan bepaalde delen
1. rood (indicatoren voor lichamelijke afwijkingen)
Functie: directe alarmsignalen
- Risicofactoren, die geassocieerd zijn met een grotere kans op de aanwezigheid
van lichamelijke afwijking die de LRK verklaart.
- Hulpmiddel voor diagnose bij specifieke aandoening
- Soort van ‘biologische/medische’ factoren
Relevante vragen stellen bij anamnese:
attent zijn voor alarmsignalen
Relevant klinisch onderzoek: - radiculaire rek of compressie
- neurologisch uitval (motorisch, sensorisch, mictie)
- palpatie proc spinosi (trapje, spondylolistesis)
2. geel (indicatoren voor dreigende chroniciteit)
Functie: psychosociale factoren die het risico op chronische lage rugklachten beduidend verhogen
- Vergroten de kans op het ontwikkelen of het in stand houden van
langdurige beperkingen en werkverzuim bij LRP
- Wijzen op verhoogde kans op chroniciteit LRK
- Kunnen effect hebben op hoe behandeling georganiseerd wordt
Relevante vragen stellen bij anamnese:
psychische en sociale factoren
Gebruik van patient reported outcome measures
(PROMS): specifieke screenings/vragenlijsten die relevant
kunnen zijn voor de individu of populatie.
Irreële gedachten
Samenvatting gele over de klachten
vlaggen:
• Pijn is schadelijk, verband pijn & bewegen
• Nooit van klachten afgeraken
• Abnormaal verwachtingspatroon
Inadequaat pijngedrag
• Pijn gerelateerde vrees à Bewegingsangst à Verminderd bewegen
• Passiviteit en /of sociale isolatie
• Over protectie omgeving
Ineffectieve behandeling in het verleden
• Emotionele problemen
• Werk: Problemen/ontevredenheid op werk, werkverzuim
, 3. oranje, blauwe en zwarte vlaggen
Beloop van lage rugklachten
Aanvang: 60% acuut, 40% langzaam
Duur:
bij 50% verdwijnen klachten na 1 week
bij 75-90% verdwijnen klachten pas na 4-6 weken
50-80% recidiverend binnen 1 jaar (mindere mate) = binnen 1 jaar opnieuw LRK
Beloop (invloed psychosociale factoren): normaal of afwijkend
Pijl = belangrijke fase in behandeling
= tussen 4 en 7 weken
-> chronische periode wordt gecreëerd
Prevalentie & incidentie van LRK
> 80% vd bevolking krijgt ooit LRK
incidentie (nieuw klachten) van LRK in open bevolking: 50- inwoners per jaar
Voor grafieken zie ppt ->
westerse landen hebben meer
last van LRK
Definitie van lage rugklachten (LRK)
= variërende pijn en/of andere ongewenste ervaren sensaties in de lumbosacrale regio
(gelokaliseerd tussen onderste ribbenboog en de bilnaad). De pijn kan verschillende vormen
aannemen zoals stekend, brandend, schietend of individueel nog anders. De intensiteit varieert
van beperkt of mild tot zeer ingrijpend en zelf alles bepalend.
Sommige mensen ervaren terwijl ook uitstralende pijn in de gluteale regio en/of 1 of beide benen.
• vaak nog onduidelijkheid omtrent de inhoud… zeker wanneer we over gaan naar verdere
classificatie.
Flare = opflakkering van pijn
Lumbago = lage rugklachten, kan van alles zijn, niets is duidelijk over waar, wat,…
Delphi studie = aantal experten gaan samen zitten over een stelling en proberen tot een
compromis (samenvatting, 1 def) te komen. -> stellen hierna een vragenlijst op om het probleem
te standaardiseren.
Classificaties
Subgroepen maken dan kunnen we mensen een specifiekere behandeling geven
1. duur van de klachten:
Best ingrijpend kan zijn -> echt beperkend bij ADL
• acuut = < 6 weken MAAR zelflimiterend!
Zelflimiterend = niets doen, probleem gaat vanzelf weg in loop v/d tijd
• subacuut = 6-12
Echte behandeling, manuele technieken uitvoeren is niet aangeraden!
weken
• chronisch = > 12 weken Complexer gegeven = grote kans op langdurige problemen
Definitie opflakkering van LRK, een flare
= een verslechtering v/d toestand die uren (tot weken) aanhoudt, die moeilijk te verdragen is, en die
over het algemeen de gebruikelijke activiteiten en/of emoties beïnvloedt. Is zeer acuut!
Definitie recurrente klachten
= een terugkeer van lage rugpijn die minimaal 24 uur aanhoudt met een pijnintensiteit van >2/10
VAS, na een periode van minimaal 30 dagen pijnvrij, in herhaaldelijke flows terugkomt.
-> recurrente klachten als ertussen in geen pijn
aanwezig is (optie 3). Wij houden deze definitie aan
maar later ga je zien dat ook de andere opties
recurrente klachten zijn.
,2. oorzaak van de klachten
• Specifieke LRK (5-10% = zeldzaam)
• Veroorzaak door pathofysiologisch mechanisme en/of een stoornis in anatomische
structuur (biologisch gegeven)
• Klachten kunnen toegeschreven worden aan een specifieke structuur
• Meest voorkomende specifieke rugklachten: discus hernia, spinaal stenose, trauma,
spondylolisthesis, osteoporose, spondylitis ankylopoetica (Bechterew), mestatasen
• Aspecifieke LRK (lage rug klachten) (85-90%)
• LRK die niet kan worden toegeschreven aan een specifieke afwijking of stoornis
ze kunnen wel aanwezig zijn op ‘diagnostische’ bronnen! -> radioloog kan afwijking zien op foto,
maar die niet relevant is voor de symptomen die je op dat moment hebt.
• LRP is gevolg van interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren
• Rol psychosociale klachten: vooral bij in stand houden van klachten (komen voor
bij het chronisch worden)
• Symptomen:
➢ pijn in de LS-regio (ontstaansregio bv. stress maar 1/3 pers. ‘zonder trigger’)
➢ uitstraling gluteale regio en/of bovenbeen
➢ continue pijn of in episoden
➢ houdingen/bewegingen/externe belasting verergeren de pijn
➢ stijfheid in de rug bij opstaan
➢ geen ziekteverschijnselen -> rode vlaggen die indicatie zijn voor andere aandoeningen.
➢ meestal tussen 20-55j
• Lumbo-sacraal radiculair syndroom
- Perifeer neuropatische pijn
Specifieke vs. aspecifieke LRK
Gebaseerd op anamnese en klinisch onderzoek zijn ze verschillend
o Pijnpatronen, voorgeschiedenis, klinische presentatie, uitlokkende factoren,…
Belangrijk als therapeut onderscheid maken van patiënt specifieke met aspecifieke klachten!!
--> patiënt die aspecifieke klachten gaat zeggen het is deze specifieke klacht, dan ga je fel vasthangen aan een
diagnose en alleen focussen op die specifieke behandeling/diagnose.
Terwijl die niet relevant zijn voor aspecifieke klachten.
Eventueel aanvullende medische beeldvorming of labo-onderzoeken
o Enkel bij duidelijk vermoeden van specifiek LRK
o Geen enkele meerwaarden om MBV toe te passen bij aspecifieke LRK
o Kan zelfs negatieve gevolgen hebben en herstel belemmeren
Risico op zoeken naar (zwak) verband tussen klinische symptomen en specifiek pathofysiologische
mechanisme en/of aangedane structuur bij specifieke LRK!
Stoornissen in anatomische structuur worden ook bij “normale”, asymptomatische personen vastgesteld!
--> kan leiden tot negatieve psychosociale gevolgen (angstgevoelens, sociaal leven ↘)
3. pijnmechanismen
• Nociceptieve pijn
• Perifeer neuropathische pijn
• Nocioplastische pijn
,Rode, gele, oranje, blauwe en zwarte vlaggen
Klinisch redeneren = uiterst belangrijk!! ICF en MCDF (ondersteunen, verbeteren klinisch redeneren).
Het vlaggensysteem = systeem dat therapeuten helpt om een indicatie te krijgen van welke zaken bij de patiënt
belangrijk zijn en we in acht moeten nemen als je diagnostiek en behandeling doet.
is geen vorm van diagnostiek, maar het zijn indicaties om extra aandacht te schenken aan bepaalde delen
1. rood (indicatoren voor lichamelijke afwijkingen)
Functie: directe alarmsignalen
- Risicofactoren, die geassocieerd zijn met een grotere kans op de aanwezigheid
van lichamelijke afwijking die de LRK verklaart.
- Hulpmiddel voor diagnose bij specifieke aandoening
- Soort van ‘biologische/medische’ factoren
Relevante vragen stellen bij anamnese:
attent zijn voor alarmsignalen
Relevant klinisch onderzoek: - radiculaire rek of compressie
- neurologisch uitval (motorisch, sensorisch, mictie)
- palpatie proc spinosi (trapje, spondylolistesis)
2. geel (indicatoren voor dreigende chroniciteit)
Functie: psychosociale factoren die het risico op chronische lage rugklachten beduidend verhogen
- Vergroten de kans op het ontwikkelen of het in stand houden van
langdurige beperkingen en werkverzuim bij LRP
- Wijzen op verhoogde kans op chroniciteit LRK
- Kunnen effect hebben op hoe behandeling georganiseerd wordt
Relevante vragen stellen bij anamnese:
psychische en sociale factoren
Gebruik van patient reported outcome measures
(PROMS): specifieke screenings/vragenlijsten die relevant
kunnen zijn voor de individu of populatie.
Irreële gedachten
Samenvatting gele over de klachten
vlaggen:
• Pijn is schadelijk, verband pijn & bewegen
• Nooit van klachten afgeraken
• Abnormaal verwachtingspatroon
Inadequaat pijngedrag
• Pijn gerelateerde vrees à Bewegingsangst à Verminderd bewegen
• Passiviteit en /of sociale isolatie
• Over protectie omgeving
Ineffectieve behandeling in het verleden
• Emotionele problemen
• Werk: Problemen/ontevredenheid op werk, werkverzuim
, 3. oranje, blauwe en zwarte vlaggen
Beloop van lage rugklachten
Aanvang: 60% acuut, 40% langzaam
Duur:
bij 50% verdwijnen klachten na 1 week
bij 75-90% verdwijnen klachten pas na 4-6 weken
50-80% recidiverend binnen 1 jaar (mindere mate) = binnen 1 jaar opnieuw LRK
Beloop (invloed psychosociale factoren): normaal of afwijkend
Pijl = belangrijke fase in behandeling
= tussen 4 en 7 weken
-> chronische periode wordt gecreëerd
Prevalentie & incidentie van LRK
> 80% vd bevolking krijgt ooit LRK
incidentie (nieuw klachten) van LRK in open bevolking: 50- inwoners per jaar
Voor grafieken zie ppt ->
westerse landen hebben meer
last van LRK