Samenvatting nodig?

BEDRIJFSMANAGEMENT
Samenvatting




2025
MANU VEIRMAN

,Thema 1: De organisatie
1.1Wat zijn organisaties
1.1.1 Hoe herken je een organisatie
 Wat is een organisatie= menselijke samenwerking aan een
gemeenschappelijk doel met het streven naar continuïteit.

Het gaat om de volgende kenmerken:

1) Er is sprake van samenwerking door mensen

-Synergie-effect:
mensen bereiken meer als ze samenwerken dan wanneer ieder voor
zich werkt = het resultaat van het totale samenwerkingsverband > dan
de optelling van de individuele prestaties.

-Schaaleffecten:
als duizend mensen samenwerken en een groot verkoopbaar product
maken, heeft het economisch gezien zin om te investeren in grote
machines en dergelijke.

2) Aan een gemeenschappelijk doel

-Zie thema 2: visie, missie en doelstellingen
-2 hoofddoelen:
financiële winst – maatschappelijke winsten (profit <> social profit)

3) Met de bedoeling de organisatie voort te laten bestaan
-Lange termijn <> korte termijn beslissingen
 we gaan uit van een lange termijn, anders zouden we verkeerde KT
beslissingen
nemen(vb als we dit jaar winst willen zouden we het pand kunnen
verkopen maar dan
hebben we volgend jaar een probleem want dan is er geen pand
meer)

-Interne hoofddoelstelling: streven naar het voortbestaan van de
organisatie

-Externe hoofddoelstelling: voorzien in maatschappelijke behoefte
(als er in de maatschappij niemand op de organisatie zit te wachten, bv
om er te werken dan is de organisatie overbodig)
1.1.2 Verschillende betekenissen van het begrip organisatie
-Functioneel: het op elkaar afstemmen van activiteiten (bv de organisatie ve
feest door een paar mensen)

-Institutioneel: de organisatie als instituut (met bepaalde naam, locatie… bv de
organisatie Philips met haar hoofdkantoor in Amsterdam)


1

,-Instrumenteel: de manier van de organisatie (taakverdeling, afstemming,
structuur…

1.1.3 Organisatie, bedrijf en onderneming
-Social profit <> (financial) profit
 sommige bedrijven hebben winstoogmerk, andere niet

-Organisatie:
menselijke samenwerking aan een gemeenschappelijk doel met het
streven naar continuïteit, maar niet noodzakelijk bedrijf of
onderneming

-Bedrijf:
goederen of diensten om te verkopen op afzetmarkt (SP <> P)

-Onderneming:
bedrijf met winstoogmerk (bv Gamma, Coca-cola…)

1.1.4 Juridische keuzen ten aanzien van de organisatie
Organisaties kennen we in verschillende juridische gedaanten die we rechtsvormen
noemen. Er zijn rechtsvormen voor zogeheten natuurlijke personen. Er zijn
rechtsvormen voor instanties, waarbij de organisatie als geheel een rechtsvorm
krijgt. Dat noemen we de rechtspersoon.
 Rechtsvormen: natuurlijke personen <> rechtspersoon
-voorbeelden van rechtsvormen van een natuurlijke persoon: (P15 meer uitleg)
 Eenmanszaak
 Maatschap
 Vennootschap onder firma (vof)
 Commanditaire vennootschap (cv)

-voorbeelden van rechtsvormen van een rechtspersoon:
 Naamloze vennootschap (nv)
 Besloten vennootschap (bv)
 Coöperatieve vennootschap (cv)

1.2Hoe werken organisaties en wat heb je eraan?
1.2.1Het transformatieproces

In de kern kunnen we alle organisaties op de navolgende wijze karakteriseren.
Organisaties worden opgericht met een bepaalde doelstelling. Om die
doelstelling te realiseren, zal input veranderd moeten worden in output.

1.2.2 Omgevingsinvloeden

De organisatie staat rechtstreeks in contact
met de omgeving. De economie, de
bevolkingsopbouw en het politiek klimaat in
die omgeving hebben een sterke invloed op



2

, de organisatie.

 Bv: Als het loonpeil in de regio waar je zit erg hoog is, heeft dat effect op
de verkoopprijs. De looncomponent in de verkoopprijs zal anders liggen
dan in een lagelonenland
1.2.3 Hiërarchie en arbeidsverdeling in organisaties
In organisaties van meer dan één persoon wordt arbeid verdeeld in horizontaal
en verticaal.

 Bij horizontale verdeling van arbeid wordt de arbeid in delen van
hetzelfde niveau gesplitst. (bv. Vertegenwoordiger die een hele regio moet
bedienen  als het teveel werk wordt, kan deze iemand erbij krijgen een
deel van de regio moet bedienen op dezelfde manier.)

 Bij verticale verdeling van arbeid gaan we niveauverschillen
aanbrengen. De een wordt de leidinggevende of aansturende baas van het
ander.
(in vb. van daarnet  zou een vertegenwoordiger die het te druk krijgt ook
een ondergeschikte kunnen krijgen die voor het hele land de eenvoudige
taken zal uitvoeren, terwijl de hogergeplaatste lastigere klussen zal
uitvoeren.




Op deze manier worden rangen, standen en verschillen in de organisatie
gecreëerd. De hiërarchische hogergeplaatste zullen doorgaans:

-meer macht hebben;
-beter betaald worden;
-meer invloed hebben op de organisatie;
-meer vrijheid hebben;
-grotere verantwoordelijkheid dragen;
-zich meer op de lange termijn van de organisatie richten.

Piramidevormige organisatie
Verticale arbeidsverdeling zorgt voor piramidevormige arbeidsverdeling.

 veel werknemers op de werkvloer
 Naarmate men op hogere functieniveaus komt, steeds minder mensen met
dezelfde functie. Om uiteindelijk uit te komen bij eindverantwoordelijke
topfunctionaris (directeur)


3