Uitgangspunt
• Recht op menswaardig leven
• Menselijke waardigheid veronderstelt bestaanszekerheid
• Cruciaal element voor recht op menswaardig leven → bestaansrecht.
o Bestaanszekerheid wordt gerealiseerd doordat we gaan werken en een
inkomen verwerven.
o Als we niet meer kunnen werken krijgen we een vervangingsinkomen →
pensioenen, inkomensgarantie voor ouderen.
▪ Verzekeringsgedachte zit hierachter → je moet eerst zelf iets geven
voor je iets terugkrijgt. Om een ziekte-uitkering te krijgen moet je
eerst bijgedragen hebben om te kunnen profiteren.
▪ Bestaanszekerheid via:
• Recht op arbeid
• Recht op sociale zekerheid
• Recht op sociale bijstand (laatste waar je terecht kan
komen)
Terminologie
• Arbeidsrecht= geheel van rechtsregels dat verhoudingen regelt tussen
werknemer en werkgever, zowel individueel als collectief.
• Socialezekerheidsrecht= maatregel om -door middel van ‘verzekering’- in alle
omstandigheden in het levensonderhoud te voorzien van werknemers,
overheidspersoneel en zelfstandigen.
• Sociale bijstand= minimuminkomen garanderen aan ganse bevolking.
1
, 1: Arbeidsrecht Inleiding
Werknemer Zelfstandigen Ambtenaren
• Zijn diegene die de • Verricht ook arbeid en • Degene die voor de overheid werken
arbeid presteren in wordt ook bezoldigd op basis van een statuur
ruil voor een loon (verloond) (vastbenoemd)
• Onder gezag van • Ook een contract, kan • Verrichten ook arbeid en worden
een werkgever op mondeling zijn met een vergoed onder gezag van de overheid,
basis van een loodgieter bv. doen dat niet op basis van een
contract • Uitgangspunt → contract maar een statuut.
(arbeidsovereenko consensualisme → als er → Rechtspositieregeling = er wordt
mst) een akkoord is tussen 2 niets onderhandeld, alles ligt vast
Valt onder het partijen dan heb je je que loon, maaltijdcheques.
arbeidsrecht overeenkomst, dat moet • Arbeidsvoorwaarden die eenzijdig
niet op papier behalve bij door de overheid worden vastgelegd.
plechtige contracten • De werkgever mag niet zomaar het
(huwelijkscontract) contract veranderen, zoals een
• Al dan niet de bedrijfswagen afpakken.
aanwezigheid van gezag → De overheid mag dit wel!!!
zal bepalen of het → Ambtenaren kunnen hier juridisch
arbeidsrecht van niets aan doen
toepassing is. Arbeidsrecht enkel op toepassing op
• Gezag = de sleutel van werknemers, in sommige gevallen
het sociaal recht wel op ambtenaren!
2. Toepassingsgebied
• Wat betreft personen: werknemers van de particuliere sector en contractanten
overheidssector (soms ook statutairen, zie bv. Arbeidsreglementenwet)
o Het arbeidsrecht is in eerste instantie van toepassing op werknemers uit
de particuliere sector, maar ook op sommige werknemers uit de publieke
sector.
2
, ▪ Bv. De personen verbonden met de overheid d.m.v. een
arbeidsovereenkomst → contractanten → hier wel arbeidsrecht
van toepassing
• Wat betreft de inhoud:
o Individueel arbeidsrecht
o Collectief arbeidsrecht
o Arbeidsreglementering (niet)
o Sociaal handhavingsrecht (niet)
• Wat betreft plaats: beginsel: tewerkgesteld op Belgisch grondgebied, ongeacht
nationaliteit
3. Andere vormen van ‘tewerkstelling’
3.1 Zelfstandige arbeid
• Aannemingsovereenkomst
• Ondernemingsrecht en burgerlijk recht van toepassing
• Geen gezag, contractsvrijheid en gelijkheid?
o Werken op basis van een contract tussen een zelfstandige en zijn
opdrachtgever. Sommige zelfstandigen werken maar voor 1
opdrachtgever.
3.2 Ambtenaren
• Ondergeschiktheid het gevolg van statutaire eenzijdige aanstelling
• Bestuursrecht
• Opgelet, ook contractanten mogelijk bij de overheid: wel onderworpen aan
arbeidsrecht
• Bepalingen einde arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in
Arbeidsovereenkomstenwet ook van toepassing op beëindiging statutair
dienstverband van ambtenaren lokale besturen (decreet 16 juni 2023)
4. Handhaving van het sociaal recht
4.1 Moeilijke handhaving
• Individuele werknemers niet sterk genoeg tegenover werkgever
o Sociale wetgeving is ontstaan om de arbeidsomstandigheden te
verbeteren.
o Is eigenlijk om sociale bescherming te bieden tegen eventuele
onevenwichtige machtsrelatie.
• Wel rol voor organen zoals ondernemingsraad en vakbondsafvaardiging, maar
geen beslissingsbevoegdheid bij geschillen.
3
, 4.2 Arbeidsgerechten
• Eerste aanleg: arbeidsrechtbank onder meer bevoegd voor:
o Geschillen in verband met arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
o Geschillen in verband met sociale zekerheid
• Territoriale bevoegdheid arbeidsrechtbank: rechter van plaats waar onderneming
is gevestigd.
• Beroep: arbeidshof
• Bijzonderheid: lekenrechters en afgevaardigden van repres
werknemersorganisaties mogen leden vertegenwoordigen.
o Voor de arbeidsgerechten kunnen de afgevaardigden van representatieve
werknemersorganisaties hun leden vertegenwoordigen.
▪ Lekenrechters → bij arbeidshof en arbeidsrechtbank.
• Rechters die geen magistraat zijn
o Rechters in sociale zaken maar zijn afgevaardigde
van de vakbond en de bedoeling is dat die
lekenrechters het werkveld binnenbrengen.
o Ook bijzonder voor arbeidsrechtbank en hof →
mogen ook vertegenwoordigers van vakbonden hun
leden gaan verdedigen niet enkel advocaten.
4.3 Arbeidsauditoraten
• Arbeidsauditoraat onder leiding van arbeidsauditeur
• Auditoraat- generaal onder leiding van procureur- generaal
• Belast met vervolgen sociale misdrijven, adviseren in kwesties van openbare
orde, rol bij samenstellen van dossiers in geschillen van sociale zekerheid
o Als het gaat om sociale misdrijven (illegale tewerkstelling) dan gaat het
arbeidsauditoraat de werkgever gaan vervolgen → correctionele
rechtbank.
4.4 Arbeidsinspectie
• Toezicht op arbeidsrechtelijke normen door:
o AD toezicht op sociale wetten
o AD toezicht welzijn op het werk
• Daarnaast:
o Inspectie van RSZ
o Inspectie van RVA
o Inspectie van RIZIV
5. Bronnen
5.1 Internationale bronnen
4