Handbal - Grondvorm 1 (3 tegen 3)
Algemeen
Spelvorm: 3 tegen 3 → situatie 3 aanvallers tegen 2 verdedigers (3
opbouwers).
Leerinhouden:
o Vangen + uithaalbeweging als één beweging
o Alles in beweging houden
o Actie naar doel ondernemen
o Na pass diepte herstellen
o Werpen bij doelkans (slagworp – sprongworp)
o Niet dribbelen, wel 1x stuiten toegestaan
Techniek
1. Vangen van de bal
Techniek:
o Kijk naar de bal
o Romp en schouderas naar de bal draaien
o Romp, armen en handen bewegen de bal tegemoet
o Handen voor het gezicht, vingers naar boven, ellebogen
schouderbreed
o Na vangen direct naar werppositie (niet laten zakken)
Fouten:
o Niet met beide handen vangen
o Geen demping bij vangen (amortisatie)
o Vingers niet juist gericht → kwetsuren
o Geen driehoek tussen duimen en wijsvingers
2. Dribbelen
Techniek:
o Eén hand boven de bal
o Pols stuurt de bal soepel op en neer
o Vingers lichtjes gespreid
, o Bal naast en voor het lichaam dribbelen
o Bescherm de bal met je lichaam
Belangrijk:
o Na het vangen met twee handen → niet opnieuw dribbelen
o Voorkeur voor passen boven dribbelen
Fouten:
o Bal scheppen
o Te weinig polsgebruik
o Bal voor de voeten botsen
o Naar bal kijken
o Bal te hoog/laag laten botsen
o Op bal slaan
3. Slagworp
Techniek:
o Rechtshandig: linkerbeen voor
o Bal naar schouderhoogte brengen, werphand licht gebogen
achter de bal
o Gewicht op achterste been, spanning in romp
o Werpschouder explosief naar voren brengen
o Gewicht overbrengen naar voorste been
Fouten:
o Verkeerd been voor
o Hand niet goed achter bal
o Trage werpbeweging
o Werparm te gestrekt (zwaaieffect)
o Te grote laatste stap (minder spanning)
Tactiek
1. Breedte en diepte
Niet-balbezitter achter de bal positioneren
Bal ontvangen in beweging → dreigen naar doel