KLINISCH WETENSCHAPPELIJK HANDELEN 1
HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE INLEIDING
1.1. INLEIDING & DOELSTELLING
Geletterdheid in de gezondheidszorg impliceert:
- Herkennen van klinisch probleem
- Vertalen in een zoekbare vraag
- Zoeken naar antwoord op basis van meest recente informatie
- Beoordelen van gevonden antwoorden
- Toepassen in de klinische praktijk
Overheid bepaalt de inhoud van het beroep:
- KB van 20/10/1994 voor logopedisten
- KB van 04/07/2004 voor audiologen
Besluit: de therapeut …
- Vormt zicht permanent
- Volgt actuele, wetenschappelijke ontwikkelingen, evalueert op kritische wijze wetenschappelijke
onderzoeksliteratuur en gebruikt deze binnen een professionele setting.
- Werkt volgens actuele wetenschappelijk inzichten voor de praktijk (EBP) en (inter)nationale
ontwikkelingen.
- Raadpleegt relevante informatiebronnen (ook Engelstalige vakliteratuur).
- Neemt eventueel deel aan de verschillende fases van wetenschappelijk onderzoek en innovatie.
1.2. GELETTERDHEID IN DE GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN
= specifieke vaardigheden en competenties die nodig zijn om te navigeren door informatie binnen de
gezondheidszorg, om van hieruit de communicatie tussen gezondheidsprofessionals en hun patiënten te
onderbouwen.
Zowel gezondheidsprofessionals als patiënten spelen een belangrijke rol bij gezondheidsvaardigheden.
Wetenschappelijke geletterdheid = kennis en het begrip van aan de wetenschap gerelateerde concepten en
processen die nodig zijn voor een persoonlijk gesprek en besluitvorming
1.3. EVIDENCE BASED PRACTICE (EBP)
1.3.1. WAAROM EBP?
Bij elke cliënt stelt de therapeut zich gemiddeld 5 vragen, die deels kunnen worden beantwoord vanuit het
dossier van de cliënt, en deels kunnen beantwoord worden vanuit de literatuur. Het is belangrijk dat het
zoeken en vinden van informatie een reëel effect heeft op de klinische beslissing.
Onder literatuur verstaan we gepubliceerde onderzoeken. Literatuur …
- Leidt tot betere diagnostiek en/of behandeling
- Helpt met nemen van klinische beslissing
- Bevestigt genomen beslissingen
Pagina 1 van 32
,Klinisch wetenschappelijk handelen – C. Cornette
LA handelen is NIET gebaseerd op … :
- Toeval (gissen en missen), gebruik van materiaal dat toevallig aanwezig is, wat financieel goed uitkomt,
wat gemakkelijk lijkt of comfortabel voor de therapeut, gewoonte (“ik doe dat al jaren zo”), 1 artikel,
mening van een collega, …
LA handelen is WEL gebaseerd op … :
- Meest recente bewijsmateriaal = evicentie
o Logopedist kan zijn handelen verantwoorden op basis van de wetenschappelijke bewijzen
1.3.2. DEFINITIE VAN EBP
Begrip oorspronkelijk uit de geneeskunde.
3 aspecten leiden het handelen van de therapeut:
1- Expertise
2- Evidentie
3- Voorkeuren van de cliënt
EBH is de integratie van wetenschappelijk bewijs met
de expertise van de therapeut en de behoefte van de
cliënt.
EBM = proces van systematisch evalueren, beoordelen en gebruiken van klinische onderzoeksresultaten om
patiënten optimale klinische zorg te beiden. Idealiter leidt het proces van EBM tot EBP.
Tot voor kort was de evidentie in de LA beperkt, de redenen:
- Belang niet-specifieke therapeutvaardigheden vaak overschat
- LA-behandeling is niet levensbedreigend (uitzondering: dysfagie)
Vanaf jaren ’90 toenemende evidentie.
1.3.3. EBP-PROCES
In gezondheidszorg wordt van professionals verwacht dat ze gedegen
informatie over …
1- Oorzaken van de ziekte
2- Diagnose
3- Prognose
4- Verwachte effecten van verschillende therapeutische opties
… kunnen vertalen naar de pt. Deze informatie is gebaseerd op
bevindingen van klinisch wetenschappelijk onderzoek.
Daarom vereist toepassing van EBP in de klinische praktijk het gebruik van een vijfstappenmethode:
1- Vertalen van klinische probleem naar zoekbare en beantwoordbare vraag = ASK
2- Efficiënt zoeken naar het beste bewijs = ACQUIRE
3- Kritisch beoordelen van het gevonden bewijs, op basis van methodologische kwaliteit en toepasbaarheid
in de praktijk = APPRAISE
4- Besluit nemen op basis van beschikbare bewijsmateriaal, en pas toe (rekening houdend met noden
cliënt en omstandigheden) op de cliënt = APPLY
5- Regelmatige evaluatie van de kwaliteit van dit proces = ASSESS
Pagina 2 van 32
,Klinisch wetenschappelijk handelen – C. Cornette
ASK
= formuleren van een vraag → PICO
Doel: klinisch probleem vertalen in een beantwoordbare vraag
ACQUIRE
= zoeken naar evidentie
Doel: efficiënt informatie vinden, hulpmiddel hiervoor zijn ‘levels of
evidence’:
APPRAISE
= beoordelen van bewijs
Doel: relevantie- en kwaliteit van bewijsmateriaal screenen
Hulpmiddel: eigen expertise en inzichten in relatie tot de cliënt en sommige databanken geven zelf een
beoordeling.
APPLY
= toepassen van bewijs
Doel: vertalen van resultaten naar situatie van cliënt en uitvoeren van een op maat gemaakte vertaling
Hulpmiddel: eigen expertise en inzichten, overleg met cliënt en opstellen van Critical Appraised Topic (CAT)
en dit delen met collega’s
ASSESS
= evaluatie van de uitvoering
Doel: controle van de genomen beslissing
Hulpmiddel: eigen expertise en inzichten, metingen, bevindingen en ervaringen van de cliënt
EBP-model: praktijkgids:
1.3.4. VEREISTE COMPETENTIES
- Formuleren van de vraag → zie hoofdstuk 4
- Efficiënt zoeken in het bewijsmateriaal
Pagina 3 van 32
, Klinisch wetenschappelijk handelen – C. Cornette
o Gezondheidsinformatie is constante stroom van nieuwe studies, vaak moeilijk overzicht te houden
o Kennis verandert voortdurend, waardoor de waarde van bestaand bewijsmateriaal constant kan
veranderen
o Niet al het gepubliceerde bewijsmateriaal is van eenzelfde hoge wetenschappelijke kwaliteit
o Afhankelijk van doel van zoekopdracht verschillende bronnen en databanken raadplegen
• 6S-piramide (zie HS 6) →
• Top piramide: bronnen met vooraf beoordeeld onderzoeksbewijs
• Lager: bronnen waarbij je zelf nog informatie kritisch moet beoordelen
o Bronnen en databanken verschillen, afhankelijk van het doel
• Doel = systematic review schrijven → vooral primaire bronnen doorzoeken en zelf kritische
beoordeling doen
• Doel = klinische doeleinden → eerst nakijken of er al vooraf beoordeeld synthesemateriaal is
(richtlijnen, reviews, ..) → zie verder HS 2 en 3
o Zoeken naar klinische richtlijnen in databanken en systemen
- Beoordelen van het bewijsmateriaal
o Verschillende resultaten kunnen worden gegenereerd, moeten eerst op toepasbaarheid en kwaliteit
worden gescreend voor ze geïmplementeerd worden → niet al het bewijsmateriaal is van dezelfde
kwaliteit en vorm!
o Zoekresultaten moeten van toepassing zijn op de specifieke klinische situatie → relevantie
o Hiërarchie in beschikbare bewijs, gebaseerd op de studieopzet en kwaliteit van de studie
- Uitvoering en evaluatie
o Onderzoeksresultaten dienen vertaald te worden naar de situatie van een individuele patiënt → er
zijn veel factoren die dit bepalen
o Bevindingen zijn vaak gebaseerd en van toepassing op de ‘gemiddelde’ patiënt, maar deze bestaat
niet → professional zal samen met patiënt beslissen welke bevindingen gebruikt kunnen worden
→ zo blijft gezondheidszorg een product ‘op maat’
1.4. WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK (WO)
Verschil EBP en WO
- EBP = beoordelen en implementeren van bestaande kennis
- WO = beantwoorden van onderzoeksvragen of toetsen van hypotheses m.b.v. grondige
wetenschappelijke methoden
Wetenschappelijk onderzoek is dus niet:
- Al dan niet toevallige observaties: van een voorval in het dagelijks leven.
- Systematische observaties in het licht van een diagnosestelling: van een afasiepatiënt of een kind met
lees- en schrijfproblemen.
Wetenschappelijk onderzoek is dus wel:
- Op systematische en wetenschappelijk wijze
- Formuleren van vragen of hypotheses
- en die beantwoorden resp. toetsen
- in functie van beschrijven, verklaren of begrijpen van verschijnselen
Het EBP-proces begint met:
1) identificeren van vragen over een bepaald onderwerp, het eerste deel van het onderzoek omvat een
systematisch, uitvoerig literatuuroverzicht om hiaten in kennis te identificeren die aanleiding geven
tot de specifieke onderzoeksvraag
Pagina 4 van 32