Kwaliteit van leven
Definitie
“De perceptie van individuen op hun levenspositie in de context van de cultuur en het
waardensysteem waarin zij leven en de relatie tot hun doelen, verwachtingen, standaarden en
belangen.”
Perceptie: Wat ik als persoon oké of niet oké vind. Vanuit de cliënt zijn schoenen kijken
naar kwaliteit van leven. Jij bepaalt dus NIET of zij/haar kwaliteit van leven is, dit is de
persoon zelf.
Context: De context waarin je leeft, maakt hoe jij kijkt naar je kwaliteit van leven.
bv. Als iedereen rond u 3x zoveel verdient, verandert dit je blik.
bv. Klein, bescheiden halfopen bebouwing en de straat is ook zo.
Relatie tot doelen, wensen: Afhankelijk van wat het doel is in je leven, bepaalt dit de
manier van denken over je kwaliteit van leven. Wat je bent, kunt en mag.
Bv. Ik wil goede lector zijn & niet te strenge PXL-coach = geslaagd = tevredenheid over
mijn leven.
Basisprincipes:
Multidimensioneel construct: zowel persoonlijke als omgevingsfactoren
Universaliteit: zelfde voor alle mensen maar grote variatie tussen mensen onderling
o Kernelementen KVL zijn voor iedereen hetzelfde ongeacht leeftijd, cultuur of
beperking
o Verschillende prioriteitenlijsten
o Verschillende prioriteiten bij dezelfde persoon durende levensloop
Objectieve en subjectieve componenten
o Beperkte samenhang
objectief component: verwijst naar kenmerken van een levenssituatie, die op
objectieve en directe wijze kunnen geobserveerd & gemeten worden
Bijvoorbeeld: het domein sociale relaties: heb je vrienden of niet? Heb je een relatie of niet? Ben je
opgenomen in een netwerk of niet?
Subjectief component: omvat subjectieve beoordeling, beleving van aspecten van de
levenssituatie door de persoon in kwestie
Bijvoorbeeld: het domein sociale relaties: ben je tevreden met de vrienden die je hebt? Heb je naar
jouw aanvoelen een stabiele relatie? Voel je je thuis in het netwerk rondom je?
o Enerzijds kunnen mensen ontevreden zijn over goede levensomstandigheden, bv.
omdat ze hogere verwachtingen hebben of hun situatie met die van anderen
vergelijken.
o Anderzijds kunnen mensen hun levenskwaliteit ook als voldoende of goed
beoordelen, terwijl er objectieve aanwijzingen zijn van negatieve
levensomstandigheden.
, Dit kan begrepen worden als een soort van coping gedrag om met verhoogde stress
om te gaan of als een uiting van afhankelijkheid, dankbaarheid of gebrek aan kennis
van alternatieven
o Het subjectief welbevinden is bovendien sterk afhankelijk van iemands
persoonlijkheid en zeer stabiel doorheen de tijd
Zelfbepaling, hulpbronnen, een levensdoel en een gevoel van verbodenheid hebben een
positieve bijdrage aan een kwaliteitsvol leven
o Emancipatorisch: de andere als volwaardige gesprekspartner beschouwen
o Hulpbronnen: die je kunnen helpen om zelfbepaling te doen, keuzes te maken
o Levensdoel: wat je wil bereiken
Denkkader KVL richt zich op:
Het denkkader van kwaliteit van leven richt dus de aandacht op wat belangrijk, betekenisvol en
wenselijk is in het leven van een individu volgens de mening van dat individu en vertrekt van de
wijze waarop mensen zelf invulling willen geven aan hun leven.
Je kan dus NOOIT zelf bepalen of de kwaliteit van leven goed is voor de ander of niet!
Factor Domein Indicator
Onafhankelijkheid Persoonlijke ontwikkelingBv afstuderen
Zelfbepaling Bv kunnen kiezen (wanneer je een
douche pakt)
Sociale participatie Persoonlijke relaties Bv de omgeving, vrienden, familie etc
Sociale inclusie Bv opgenomen worden in de
maatschappij, als persoon in en met de
maatschappij dingen doen en deelnemen
zoals lid zijn van een club
Rechten Recht hebben op… bv kwaliteitsvolle
hulpverlening, opleiding etc.
Welbevinden Fysiek welbevinden Basisbehoefte zoals voeding
Emotioneel welbevinden Rust in hoofd
Materieel welbevinden Bv geld
Een domein is te vaag en kan niet gemeten worden --> uitgewerkt in indicatoren
,Factor 1 = onafhankelijkheid
Persoonlijke ontwikkeling:
Participatie aan activiteiten:
Zinvol
Aansluitend bij interesse
Rekening houdend met gezondheidstoestand en stemming
Uitstappen en vakantie
Stimuleren van ontwikkelingskansen.
bv. begeleid werk, logo die een bewoner die nog niet kon lezen, heeft leren lezen, begeleid
wonen, dagkampje om te ontdekken ipv meteen met overnachting of niet kunnen gaan.
Respect voor grenzen.
Plezier kunnen beleven.
Zelfbepaling:
Invloed hebben:
o Persoonlijke voorkeuren en grenzen kunnen uiten.
o Uitzoeken wat de cliënt zelf leuk vindt.
bv. Verjaardagmenu mogen kiezen, uitstap of cadeau mogen kiezen,
bewonersvergadering
Factor 2:Sociale participatie:
Persoonlijke relaties
• Hebben van gehechtheidsrelaties
• Ouders
• Beschikbaarheid en betrouwbaarheid van een betrokken zorgverlener
• Overzichtelijke, herkenbare en voorspelbare omgeving
• Patronen+ nodige flexibiliteit
• Sociale relaties
• Broers en zussen
• Ruimere familie
• Ruim sociaal netwerk
• Functionele relaties(relatie met een doel); kinesist, verpleegster WGK, begeleider,…
• Begrepen worden: Hoe, betekenis, reactie, aangesproken worden
Sociale inclusie:
Activiteiten in de samenleving: iets gaan betekenen inde maatschappij door bv iets te
willen/kunnen doen voor iemand/anderen (muziek spelen in een WZC,…)
Positieve beeldvorming: over cliënten praten met respect/ complimenten
Rechten
• Recht op goede zorg, respect, waardigheid, gelijkheid, op inspraak, privacy, kwaliteitsvolle
dienstverlening, keuze van beroepsbeoefenaar, geïnformeerd zijn over
gezondheidstoestand,... patiëntenrechten, inzage eigen dossier
!!Dezelfde rechten als ieder ander, ongeacht beperking of niet!!
, Factor 3: welbevinden
Fysiek welbevinden:
o Gezondheid
o Houding en mobiliteit
o Lichamelijke verzorging
o Rust en vrije tijd
Materieel welbevinden:
Hulpmiddelen gericht op de cliënt:
o Lichaamshouding/comfort
o Mobiliteit
bv. Tillift, orthopedische schoenen, aangepast bestek.
Hulpmiddelen gericht op vergemakkelijken van zorg door ondersteuners:
Communicatie
bv. Spraakcomputer, microfoontje om luider te praten
o Infrastructuur:
o Grootte
o Temperatuur, verluchting, verlichting.
o Toegankelijkheid
o Eigen plek
o Ligging en bereikbaarheid dagbesteding.
Emotioneel welbevinden:
Ervaren van positieve affectie.
Eigenheid
Positief zelfwaardegevoel.
Vrij zijn van stress.
Sfeer