VRAGEN EXAMEN
PATRIMONIUM
De onderstaande vragen zullen op het examen worden gesteld. Aan jullie om het
juiste antwoord op te zoeken (slechts 1 antwoord is juist).
Vraag 1: Wat is de wettelijke verplichting van een vastgoedmakelaar die bemiddelt
bij de verkoop van een beschermd onroerend goed?
A) De vastgoedmakelaar moet in de publiciteit vermelden dat het goed
beschermd is, maar de rechtsgevolgen hoeven niet te worden vermeld.
B) De vastgoedmakelaar moet in de publiciteit vermelden dat het goed
beschermd is, en de rechtsgevolgen van de bescherming moeten worden
beschreven.
C) De vastgoedmakelaar hoeft geen informatie te verstrekken in de onderhandse
verkoopovereenkomst als het onroerend goed beschermd is.
D) De vastgoedmakelaar hoeft enkel de notaris te informeren over de
bescherming van het goed bij de opmaak van de authentieke akte.
→ Antwoord: B
Vraag 2: Wat is een belangrijk aspect van de precontractuele informatieplicht?
A) De koper moet zijn financiële situatie openbaar maken
B) De vastgoedmakelaar moet alle informatie over het goed transparant delen
C) De verkoper mag verborgen gebreken geheimhouden
D) De vastgoedmakelaar is vrijgesteld van onderzoeksplicht
→ Antwoord: B
Vraag 3: Sinds 1 juli 2020 worden kadastrale uittreksels niet langer afgeleverd door
de diensten van Opmetingen en Waarderingen. Welke instantie is sinds dan
verantwoordelijk voor de afgifte van deze documenten?
A) De Federale Overheidsdienst Financiën, dienst Vastgoedbeheer
B) Het kantoor rechtszekerheid
C) De Administratie Informatieverzameling en -Uitwisseling
D) Het lokaal kadastraal kantoor
→ Antwoord: C
PATRIMONIUM
De onderstaande vragen zullen op het examen worden gesteld. Aan jullie om het
juiste antwoord op te zoeken (slechts 1 antwoord is juist).
Vraag 1: Wat is de wettelijke verplichting van een vastgoedmakelaar die bemiddelt
bij de verkoop van een beschermd onroerend goed?
A) De vastgoedmakelaar moet in de publiciteit vermelden dat het goed
beschermd is, maar de rechtsgevolgen hoeven niet te worden vermeld.
B) De vastgoedmakelaar moet in de publiciteit vermelden dat het goed
beschermd is, en de rechtsgevolgen van de bescherming moeten worden
beschreven.
C) De vastgoedmakelaar hoeft geen informatie te verstrekken in de onderhandse
verkoopovereenkomst als het onroerend goed beschermd is.
D) De vastgoedmakelaar hoeft enkel de notaris te informeren over de
bescherming van het goed bij de opmaak van de authentieke akte.
→ Antwoord: B
Vraag 2: Wat is een belangrijk aspect van de precontractuele informatieplicht?
A) De koper moet zijn financiële situatie openbaar maken
B) De vastgoedmakelaar moet alle informatie over het goed transparant delen
C) De verkoper mag verborgen gebreken geheimhouden
D) De vastgoedmakelaar is vrijgesteld van onderzoeksplicht
→ Antwoord: B
Vraag 3: Sinds 1 juli 2020 worden kadastrale uittreksels niet langer afgeleverd door
de diensten van Opmetingen en Waarderingen. Welke instantie is sinds dan
verantwoordelijk voor de afgifte van deze documenten?
A) De Federale Overheidsdienst Financiën, dienst Vastgoedbeheer
B) Het kantoor rechtszekerheid
C) De Administratie Informatieverzameling en -Uitwisseling
D) Het lokaal kadastraal kantoor
→ Antwoord: C