Vrouwelijke geslachtsstelsel
1 INWENDIGE GESLACHTSORGANEN
1.1 OVARIUM
= eierstok
Functie:
- Stapel-en differentiatie plaats v/d oögonia
- Hormoonproductie
1.1.1 Structuur (2 zones)
Cortex:
- Kiemepitheel: eenlagig kubisch epitheel
- Tunica albuginea (=BW-zone)
- Stroma: celrijk BW met verschillende
differentiatiestadia v/d eicellen (=oögenesis)
follikels
Medulla:
- Losmazig BW
- Sterk gevasculariseerd (zenuwen, bloedvaten,
lymfevaten)
- Thv hilus: mesovarium
1.1.2 Follikels
= oöcyt + omgevende cellen
Geboorte: 1 – 1,5 miljoen
Na geboorte: geen nieuwe oöcyten meer gevormd
Puberteit: 1e ovulatoire cyclus
Menopauze: laatste ovulatoire cyclus
Oögenesis: 5 stadia
1) Primordiale follikel
Vroegst herkenbare stadium
Primaire oöcyt omgeven door 1 laagje platte cellen
2) Unilaminaire primaire follikel (eenlagig)
Oöcyt vergroot
Microvilli a/h oppervlak
Kern = germinaal vesikel
Ring van kubische cellen = follikelcellen (delen naarmate
oöcyt groeit)
Zona pellucida
3) Multilaminaire primaire follikel
Sterke proliferatie follikelcellen (oiv FSH)
Meerlagige ring = follikelcellen + granulosacellen
Zona pellucida: ligt tussen oöcyt en granulosacellen (=
glycoproteïnelaag)
Bevatten componenten die helpen met activatie v/h
acrosoom
, Theca
4) Antrale follikel (=secundaire)
Granulosacellen maken secretie product
Druppels vervloeien tot liquor folliculi (=
hyaluronzuur + oestrogeen)
vervloeien tot antrum (=vloeistofholte)
Functie: remmen FSH-prod en stimuleren LH-prod
Oöcyt hangt met ring van omgevende granulosacellen vast = cumulus oöphorus
Corona radiata: laag granulosacellen tegen oöcyt
Basale membraan omgeeft granulosacellen
Stromacellen erbuiten differentiëren zich in 2 lagen
1. Theca interna
Tegen basale membraan gelegen
Gevasculariseerd
Epitheloïde cellen
Fctie: maakt androgenen, wordt omgezet tot oestrogeen
door granulosacellen
2. Theca externa
Gecondenseerde stroma
Contractiële elementen eisprong
5) Graafs follikel (=rijp)
Na 14 dagen
Groei stopt door verminderde FSH productie
Korte periode van inactivatie
Cumulus oöphorus slechts dunne celstreng
1.1.3 Eisprong
= ovulatie
Verandering in ovarium door ++ LH-secretie en -- FSH-secretie
- Oöcyt komt los van granulosa met corona radiata en zweeft vrij in follikelvloeistof
- Primaire oöcyt zet 1e meiotoische deling verder (net voor ovulatie)
1 INWENDIGE GESLACHTSORGANEN
1.1 OVARIUM
= eierstok
Functie:
- Stapel-en differentiatie plaats v/d oögonia
- Hormoonproductie
1.1.1 Structuur (2 zones)
Cortex:
- Kiemepitheel: eenlagig kubisch epitheel
- Tunica albuginea (=BW-zone)
- Stroma: celrijk BW met verschillende
differentiatiestadia v/d eicellen (=oögenesis)
follikels
Medulla:
- Losmazig BW
- Sterk gevasculariseerd (zenuwen, bloedvaten,
lymfevaten)
- Thv hilus: mesovarium
1.1.2 Follikels
= oöcyt + omgevende cellen
Geboorte: 1 – 1,5 miljoen
Na geboorte: geen nieuwe oöcyten meer gevormd
Puberteit: 1e ovulatoire cyclus
Menopauze: laatste ovulatoire cyclus
Oögenesis: 5 stadia
1) Primordiale follikel
Vroegst herkenbare stadium
Primaire oöcyt omgeven door 1 laagje platte cellen
2) Unilaminaire primaire follikel (eenlagig)
Oöcyt vergroot
Microvilli a/h oppervlak
Kern = germinaal vesikel
Ring van kubische cellen = follikelcellen (delen naarmate
oöcyt groeit)
Zona pellucida
3) Multilaminaire primaire follikel
Sterke proliferatie follikelcellen (oiv FSH)
Meerlagige ring = follikelcellen + granulosacellen
Zona pellucida: ligt tussen oöcyt en granulosacellen (=
glycoproteïnelaag)
Bevatten componenten die helpen met activatie v/h
acrosoom
, Theca
4) Antrale follikel (=secundaire)
Granulosacellen maken secretie product
Druppels vervloeien tot liquor folliculi (=
hyaluronzuur + oestrogeen)
vervloeien tot antrum (=vloeistofholte)
Functie: remmen FSH-prod en stimuleren LH-prod
Oöcyt hangt met ring van omgevende granulosacellen vast = cumulus oöphorus
Corona radiata: laag granulosacellen tegen oöcyt
Basale membraan omgeeft granulosacellen
Stromacellen erbuiten differentiëren zich in 2 lagen
1. Theca interna
Tegen basale membraan gelegen
Gevasculariseerd
Epitheloïde cellen
Fctie: maakt androgenen, wordt omgezet tot oestrogeen
door granulosacellen
2. Theca externa
Gecondenseerde stroma
Contractiële elementen eisprong
5) Graafs follikel (=rijp)
Na 14 dagen
Groei stopt door verminderde FSH productie
Korte periode van inactivatie
Cumulus oöphorus slechts dunne celstreng
1.1.3 Eisprong
= ovulatie
Verandering in ovarium door ++ LH-secretie en -- FSH-secretie
- Oöcyt komt los van granulosa met corona radiata en zweeft vrij in follikelvloeistof
- Primaire oöcyt zet 1e meiotoische deling verder (net voor ovulatie)