HOOFDSTUK 1: INLEIDING TOT ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
1.1 SITUERING VAN FYSIOLOGIE ALS WETENSCHAP
ANATOMIE BESTUDEERT STRUCTUUR EN FYSIOLOGIE FUNCTIE /WERKING VAN
LEVENDE ORGANISMEN
• Anatomie (‘opensnijden’) = studie van de structuur
– Zichtbaar met het blote oog (=macroscopische anatomie)
• Fysiologie: Physis (natuur) + logos (studie) = studie van de functie
– Fysiologie (levende natuur) vs. Fysica (levenloos)
– Fysiologie (lichamelijk) vs. Psychologie (geestelijk)
– Fysiologie (functie) vs. Anatomie (vorm)
• Soorten fysiologie (volgens organisme)
– Plantenfysiologie
– Vergelijkende fysiologie (dieren/mens)
– Patho(logische)-fysiologie
MODERNE FYSIOLOGIE IS ONTSTAAN IN DE 19 D E EEUW
• Grieken: Erasistratus, Galenus, Aristoteles
• 16-17de eeuw:
– Vesalius: moderne anatomie à ontstaan van echte manier van aan wetenschap doen
– William Harvey: werking bloedsomloop à stroming bloed zoals het is: naar lichaam =
slagaders, terug naar het hart = aders. Voordien dacht men dat bloed naar het lichaam
en terug naar het hart ging via slagaders en dat de aders van de lever naar het lichaam
teruggingen
• Grondlegger moderne fysiologie = CLAUDE BERNARD (1813-1878)
– Functie van lever, alvleesklier, glycogeen
– Heeft in levende organismen gesneden = vivisectie
– ‘Milieu interieur’ à ons lichaam functioneert om dit milieu in stand te
houden (bv temperatuur, ph waarde, …)
– Fysiologische onderzoeksmethodes
1
,1.2 GEDRAGSNEUROWETENSCHAP
• Biologische of fysiologische psychologie
• Fysiologie van gedrag
• Materialistische en monisme visie (i.t.t. dualisme)
– De geest en elk aspect van gedrag verklaren via moleculen, werking zenuwstelsel,
hormonen,…
– Beperkt door huidige status van kennis over hersenen,…
HISTORIEK VAN GEDRAGSNEUROWETENSCHAP
• Grieken: Hart of hersenen?
• Descartes:
– Reflexen: reacties op uitwendige stimuli via zenuwstelsel
– Dualist: Pijnappelklier (H) als contact tussen lichaam en geest à
Pijnappelklier is contact tussen lichaam en gees( (=FOUT)
• Galvani: elektrische prikkels à hersenen sturen prikkels door waardoor bepaald lichaamsdeel
een functie zal uitvoeren
– Universeel, interpretatie hangt af van op welke plaats het wordt uitgevoerd
• Müller: doctrine van specifieke zenuwenergie à “baan blijft gelijk” (bv baan van ogen naar
hersenen = baan van spier naar hersenen)
• Flourens: experimentele ablatie (delen hersenen gaan uitschakelen en kijken welke gevolgen) bv
hippothalamus anorexigene
De fysiologie is nog geen exacte wetenschap. Er is heel nog veel onzekerheid => moeilijk te bestuderen.
We hebben niet heel veel stekkingen à ambiguiteit is beperkt, maar er zijn wel grenzen van kennis + alles
is gebasseerd op elkaar
2
,1.3 HET LEVEN KAN OP VERSCHILLENDE ORGANISATIENIVEAUS ONDERZOCHT
WORDEN
Moleculen = samenstaling atomen
Cellen= samenstalling moleculen
Weefsels = samenstelling cellen met gelijke functie
Organen= samenstalling weefsels
Orgaanstelsel=samenstelling organen ( 11
verschillende)
Organisme = samenstelling orgaanstelsel
Fysiologie start bij moleculen + eindigt bij interacties
tussen individuen van dezelfde soort
Chemisch (moleculair) niveau Atomen verbinden zich met elkaar tot moleculen met een complexe vorm
Celniveau Verschillende moleculen vertonen interactie, zodat grotere structuren
(cellen) ontstaan
Weefselniveau Een weefsel bestaat uit cellen van hetzelfde type die samenwerken omeen
specifieke functie uit te voeren (bv: spierweefsel)
Orgaanniveau Een orgaan bestaat uit twee of meer verschillende weefsels die
samenwerken om een specifieke functie uit te voeren (bv: hart)
Orgaanstelselniveau Organen werken samen in orgaanstelsels (bv: hart + bloed + bloedvaten =
bloedvatenstelsel)
Organismeniveau Alle orgaanstelsels in het lichaam werken samen om het leven en de
gezondheid in stand te houden
UITDAGINGEN DOOR KLEINE AFMETINGEN
• Afmetingen
– 1mm niet meer zichtbaar (microscoop nodig)
– Eicel grootste cel van het lichaam en zaadcel kleinste cel
– Cel = 10-100 micrometer
– Organellen: kleiner dan micrometer
– Eiwitten: paar nanometer
3
, Bijvoorbeeld: de vrouwelijke
eicel is de grootste cel in ons
lichaam maar kunnen we niet
waarnemen met het blote oog
VAN MOLECULE TOT GEDRAG …
Ziekte mucovisidose:
- Orgaanstelsels
- Orgaanniveau à probleem aan
longen
- Weefselniveau à probleem
epitheel van buizen
- Celniveau à probleem aan cel
verantwoordelijk voor productie
slijmvlies
- Moleculair niveau àprobleem
aan 1 molecule verantwoordelijk
vr productie slijmvlies
BIOCHEMIE: CELLEN MAKEN GEBRUIK VAN GEBRUIK VAN 5 SOORTEN
BASISMOLECULEN
Cellen bestaan (vooral) uit water (H20) en koolstofhoudende (organische) moleculen:
Enkelvoudig - complex
• Suikers – koolhydraten: vb. Glucose als brandstof
• Vetzuren – vetten: vb. plasmamembraan
• Aminozuren – eiwitten: vb. Enzymen, hormonen, structuureiwitten
• Nucleotiden – DNA/RNA
• Energierijke fosfaten
4