Samenvatting proefexamen staatsrecht

Wat is een inmenging in de Gw? U grondrecht wordt beperkt.

Relatieve grondrechten kan men beperking, enkel als de beperking niet
voldoen aan de voorwaarden van de inperking. -> niet noodz in democr
sml en geen wettig doel.

SR OG 7: Proefexamen

Vraag 1Is elke rechter bevoegd om elke rechtsnorm te toetsen aan elke
hogere rechtsnorm?

Nee, schema.

Ook onrechtstreeks aan art 10 en 11

Gewone rechter mag ordonnanties toetsen aan bwhi en gw maar ni

GwH mag vernietigen en de gewone rechter buiten toepassing laten.

- Elke rechter is een unierechter en het unierecht heeft voorrang op
het nationaal recht. De Gw moet in overeenstemming zijn met het
unierecht -> melki-arrest en simmentalarrest
- Elke rechter kan reglementen en besluiten toetsen aan de grondwet
want regelement moet in overeenstemming zijn met de Gw.

- Het GwH kan rechtstreeks toetsen aan titel 2, art 10 en 11, 24, 170,
172, 191 en 143 §1 Gw, mensenrechtenverdragen en andere
grondwetsbepalingen via art 10 en 11 en analoge
grondwetsbepalingen
- Het GwH toetst verdragen aan de Gw en verdrag moet in
overeenstemming zijn met Gw.
- GwH toetst wetten à verdragen en verdrag gaat voor op wet indien
ze op rechtsgeldige wijze tot stand zijn gekomen (4).
- GwH toetst internationale recht aan gw – gw boven, lanakenarrest



- HvC toetsen de Gw aan verdragen, de Gw moet in overeenstemming
zijn het verdrag.
- HvC toetst internationaal recht aan gw – intern bovenaan
- HvC toetst wetten aan verdragen -> wetten zijn ondergeschikt ->
smeerkaasarrest

- RvS: een lagere rechtsnorm moet in overeenstemming zijn met een
hogere bv Gw

Vraag 2

, 2.1. De Vlaamse decreetgever heeft de opkomstplicht afgeschaft, was hij
daarvoor bevoegd?

Het territorialiteitsbeginsel is ook de grondslag voor de verkiezingen van
de deelparlementen. Ja de gewesten zijn bevoegd voor de verkiezingen.
Na de 6de staatshervorming kunnen de gewesten met bijzondere
meerderheid ook zaken bepalen over bv de verkiezing

Art 6 §1, rom 8, lid 1, 4° -> ja / mogelijk niet omdat er een uitzondering
staat, als het ook de opkomstplicht betreft dan is hij niet bevoegd. (4°, a)

2.2. Kan hij hetzelfde doen voor de Vlaamse parlementsverkiezingen?

Ja de gew&gem kunnen zelf bepalen over de parlementsverkiezingen van
hun deelgebied. Het is een bevoegdheid wat overgeheveld is à de
gew&gem.

Nee want moet bij bijzondere meerderheid bepaald zijn. Art 115 en 118 §1.
Art 26 bis bwhi.

Decreetgever kan bijzondere wet niet wijzigen.

2.3. Kan de federale wetgever hetzelfde doen voor de federale
parlementsverkiezingen?

Ja de federale verkiezingen zijn voorbehouden voor de federale wetgever
en moet hij dus regelen.

Art 62, 3e lid Gw. Nee

2.4 kan de Vlaamse decreetgever de opkomstplicht terug invoeren voor
enkel gemeenteraadsverkiezingen in de randgemeenten?

Nee het zijn facilteitsgemeenten en hij kan daar niet alleen over bepalen

Randgemeenten is elke gemeente die grenst aan een ander taalgebied. Ze
kunnen dat niet zelf regelen. Art 7bis BWHI

Vraag 3: Leg uit het beginsel van de scheiding der machten aan de hand
van de rol van de koning.

- Wetgevende macht: de koning heeft een rol in de federale
wetgevende procedure en in de wetgevende kamers nl de kamer en
de senaat. Het initiatiefrecht ligt bij de koning en de WM. Art 36.
- Uitvoerende macht: de koning moet de WO/WO goedkeuren en
bekrachtigen. Hij moet ze ook afkondigen als hoofd van UM. De
koning kan de bekendmaking datum bepalen van de goedgekeurde
wetten. Art 105, 108, 109 en 37 GW.
- Rechterlijke macht: de koning benoemt de rechters die de
bevoegdheid hebben om recht te spreken en geschillen op te lossen.