ACTIVE AGEING: ACTIEF OUDER WORDEN
1. INLEIDING
Vergrijzing Q ouderen met multimorbiditeit en functiestoornissen neemt toe
Deze groeiende zorglast stimuleert de OH, zorgaanbieders, zorgontvangers… om nieuwe strategieën te
ontwikkelen om kosten te beperken en langer gezond te leven.
Doet active ageing ontstaan: omvat activiteit, gezondheid, zelfstandigheid en productiviteit van ouderen
(WHO: jaren 90)
“Hoe kan een mens zo vitaal en zo gezond mogelijk ouder worden?”
Nature/natuurlijke aanleg speelt een rol
Nurture/opvoeding speelt een rol
Active ageing is een combinatie van:
Active ageing: het proces van optimaliseren van gezondheid, participatie, veiligheid en
mogelijkheden om de levenskwaliteit van ouderen te verhogen
Healthy ageing: De oudere die gezond ouder wordt, blijft langer vrij van ziekten en aandoeningen en
kan een zelfstandig leven leiden
Successful ageing: richt zich niet enkel op het behalen van betere fysieke en cognitieve
gezondheidskenmerken, maar ook op het actief in het leven staan van ouderen
Productive ageing: richt zich op de capaciteit van ouderen om een zinvol leven te leiden en een
blijvende sociaaleconomische bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij. (Interne en externe
factoren)
2. CONTEXT
Inactiviteit: dagelijks minder dan 30 minuten matig intensief lichamelijk actief zijn.
Leidt tot chronische ziekten en een hoge morbiditeit
Leidt tot sedentair gedrag
Activiteit:
- Lichamelijke functiemogelijkheden (fysieke activiteit = FA)
o Zorgt voor heel veel gezondheid gerelateerde voordelen op alle leeftijden
o Zorgt ervoor dat ouderen langer zelfstandig kunnen wonen + de cognitieve capaciteiten
langen in stand blijven + de levenskwaliteit wordt verbeterd
- Psychosociale functies
- Intellectuele functies
Sedentair gedrag: gedrag met een laag energieverbruik (vb. TV-kijken, computeren…)
Ookal is men lichamelijk genoeg actief, toch kan men nog steeds sedentair gedrag vertonen
3. PREVALENTIE
31% vd wereldbevolking voldoet niet aan de minimum aanbevolen bewegingsnormen;
NISB: Nederlands instituut voor sport en bewegen)
De beweegnormen voor 65-plussers volgens het NISB:
NNGB: 30 minuten matig intensief lichamelijk actief op minimaal 5 dagen van de week
Fitnorm: min. 3x/week 20 minuten zwaar intensief lichamelijk actief
Combinorm: NNGB + Fitnorm
Krachtnorm: min. 2x/week krachtoefeningen
NNGB: Nederlandse norm gezond bewegen = gericht op het onderhouden van de gezondheid. Zo definiëren
ze een minimaal niveau van bewegen om gezondheidswinst te behalen
Fitnorm = geeft aan welk niveau gewenst is om de cardiovasculaire conditie op peil te houden
De combinorm = iemand voldoet hier aan wanneer hij aan ten minste 1 vd beide normen voldoet.
1. INLEIDING
Vergrijzing Q ouderen met multimorbiditeit en functiestoornissen neemt toe
Deze groeiende zorglast stimuleert de OH, zorgaanbieders, zorgontvangers… om nieuwe strategieën te
ontwikkelen om kosten te beperken en langer gezond te leven.
Doet active ageing ontstaan: omvat activiteit, gezondheid, zelfstandigheid en productiviteit van ouderen
(WHO: jaren 90)
“Hoe kan een mens zo vitaal en zo gezond mogelijk ouder worden?”
Nature/natuurlijke aanleg speelt een rol
Nurture/opvoeding speelt een rol
Active ageing is een combinatie van:
Active ageing: het proces van optimaliseren van gezondheid, participatie, veiligheid en
mogelijkheden om de levenskwaliteit van ouderen te verhogen
Healthy ageing: De oudere die gezond ouder wordt, blijft langer vrij van ziekten en aandoeningen en
kan een zelfstandig leven leiden
Successful ageing: richt zich niet enkel op het behalen van betere fysieke en cognitieve
gezondheidskenmerken, maar ook op het actief in het leven staan van ouderen
Productive ageing: richt zich op de capaciteit van ouderen om een zinvol leven te leiden en een
blijvende sociaaleconomische bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij. (Interne en externe
factoren)
2. CONTEXT
Inactiviteit: dagelijks minder dan 30 minuten matig intensief lichamelijk actief zijn.
Leidt tot chronische ziekten en een hoge morbiditeit
Leidt tot sedentair gedrag
Activiteit:
- Lichamelijke functiemogelijkheden (fysieke activiteit = FA)
o Zorgt voor heel veel gezondheid gerelateerde voordelen op alle leeftijden
o Zorgt ervoor dat ouderen langer zelfstandig kunnen wonen + de cognitieve capaciteiten
langen in stand blijven + de levenskwaliteit wordt verbeterd
- Psychosociale functies
- Intellectuele functies
Sedentair gedrag: gedrag met een laag energieverbruik (vb. TV-kijken, computeren…)
Ookal is men lichamelijk genoeg actief, toch kan men nog steeds sedentair gedrag vertonen
3. PREVALENTIE
31% vd wereldbevolking voldoet niet aan de minimum aanbevolen bewegingsnormen;
NISB: Nederlands instituut voor sport en bewegen)
De beweegnormen voor 65-plussers volgens het NISB:
NNGB: 30 minuten matig intensief lichamelijk actief op minimaal 5 dagen van de week
Fitnorm: min. 3x/week 20 minuten zwaar intensief lichamelijk actief
Combinorm: NNGB + Fitnorm
Krachtnorm: min. 2x/week krachtoefeningen
NNGB: Nederlandse norm gezond bewegen = gericht op het onderhouden van de gezondheid. Zo definiëren
ze een minimaal niveau van bewegen om gezondheidswinst te behalen
Fitnorm = geeft aan welk niveau gewenst is om de cardiovasculaire conditie op peil te houden
De combinorm = iemand voldoet hier aan wanneer hij aan ten minste 1 vd beide normen voldoet.
