WO Didactiek
1 EBALO
Wereldoriëntatie in het Vlaams Onderwijs (1)
DOELEN
- Je kan in eigen woorden omschrijven wat W.O. in de lagere school inhoudt.
- Je kent de leergebieden, betrokken domeinen en clusters voor W.O.
- Je weet waar je de eindtermen en leerplandoelen voor W.O. kan vinden.
Wat houdt W.O. in de lagere school in?
- Wereldoriëntatie laat kinderen vaardigheden verwerven om goed met zichzelf,
anderen en de wereld om te gaan en helpt een kritisch-creatieve houding te
ontwikkelen tegenover zichzelf, anderen en de wereld.
- We streven niet alleen kennis na, ook vaardigheden en attitudes krijgen een
evenwaardige plaats binnen W.O.
- Hoofd (kennis) ; hart (attitudes) ; handen (vaardigheden)
- Ervaren en doen staan hierbij centraal. Via uitdagende vragen en onderzoekende
opdrachten stimuleren we kinderen tot exploreren, experimenteren en het
raadplegen van allerlei bronnen. Op die manier krijgen ze vat op die grote wereld.
- Met Wereldoriëntatie helpen leraren kinderen bij het vinden van antwoorden op hun
vragen over zichzelf, de anderen en de wereld.
Wat zijn de leergebieden, betrokken domeinen en clusters voor W.O?
- W.O. in de lagere school omvat 2 leergebieden: Mens en Maatschappij &
Wetenschappen en Techniek.
- Domeinen bij Mens en Maatschappij: Mens – Maatschappij – Tijd – Ruimte –
Brongebruik
- Domeinen bij Wetenschappen en Techniek: Natuur – Techniek
1
,-
- Een korte verkenning van de 6 ontwikkelthema’s (leerplandoelen ZILL):
o Oriëntatie op de samenleving : ‘Ik ben nieuwsgierig naar en draag bij tot het
samenleven van mensen. Ik zie in hoe samenlevingen functioneren.’
o Oriëntatie op bewegingscultuur : ‘Ik ben geïnteresseerd in bewegingscultuur.
Ik speel, sport en beweeg.’
o Oriëntatie op tijd : ‘Ik ben nieuwsgierig naar evolutie en ontwikkel historisch
besef. Ik kan tijd inschatten, plannen en ordenen.’
o Oriëntatie op de ruimte : ‘Ik verken en waardeer mijn omgeving en ontwikkel
geografisch besef. Ik beweeg me veilig in het verkeer.’
o Oriëntatie op techniek : ‘Ik ben nieuwsgierig naar technische systemen en
processen en pas ze toe. Ik zie in hoe techniek, wetenschap en samenleving
elkaar beïnvloeden.’
o Oriëntatie op natuur : ‘Ik verken de natuur en ben er dankbaar voor. Ik wil
meer te weten komen over de natuur en de kosmos.’
- Leerlokaal (leerplan OVSG, 2023)
o
2
, - Leerplan GO! (2010)
o
Waar kan je de eindtermen en leerplandoelen voor W.O. vinden?
- Eindtermen = minimumdoelstellingen die de leerlingen op het einde van de lagere
school bereikt moeten hebben. De eindtermen vind je terug via
www.onderwijsdoelen.be
- GO! : Je kan het leerplan online raadplegen GO!:
https://pro.go.be/themas/leerplannen/basisonderwijs/wereldorientatie
- OVSG : De login voor het raadplegen van dit leerplan vind je terug in de Canvascursus
“EBAKLO Leerplannen en digitale materialen bij methodes” (EBAKLO Leerplannen en
digitale materialen bij methodes (kdg.be)
- ZILL : online : https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#!/
- Leerplan = Leerplannen worden opgesteld door onderwijsnetten of koepels (zoals
het katholiek onderwijs, gemeenschapsonderwijs, enz.) en beschrijven hoe de
eindtermen in de praktijk worden omgezet in concrete leerinhouden en
lesactiviteiten.
3
,Wereldoriëntatie in het Vlaamse onderwijslandschap (2)
Wat is de bestaansreden van wereldoriëntatie in de lagere school?
- Wereldoriëntatie speelt een belangrijke rol in de ontwikkelingen van de kinderen in
de lagere school:
o We leren leerlingen de wereld om hen heen te begrijpen.
o We helpen leerlingen praktische vaardigheden en een onderzoekende
houding te ontwikkelen.
o We leren leerlingen een respectvolle en kritische houding aan te nemen ten
opzichte van zichzelf en hun omgeving.
Je kan relevante eindtermen selecteren bij het opstellen van lessen wereldoriëntatie in de
lagere school
- Zie pagina 2 tot en met pagina 9 voor eindtermen per domein en cluster
Je kan passende leerinhoud formuleren voor de eindtermen uit elke cluster van de
domeinen van WO (W&T , M&M)
- Zie pagina 2 tot en met pagina 9 voor eindtermen per domein en cluster
4
, Domein brongebruik (les 3)
DOELEN
- Je kadert het domein BRONGEBRUIK in de eindtermen voor W.O.
- Je weet welke soorten bronnen je kan integreren in je lessen W.O. (p.5-8)
- Je selecteert passende bronnen, op maat van je leerlingen voor je lessen W.O.
- Je ondersteunt je leerlingen bij het vinden van antwoorden op vragen a.d.h.v.
klassieke geschreven of beeldende bronnen, digitale bronnen (slimme
zoekstrategieën), omgevingsbronnen (plaatsbezoek, museumbezoek), experten
raadplegen (ouders, grootouders, oudere kinderen, andere leerkrachten, externen),
werkstukken van de kinderen.
- Je formuleert doelen op maat van je leerlingen.
- Je voorziet je leerlingen van handvaten om met geschreven bronnen (de
hoofdgedachte van een tekst bepalen, een samenvatting maken, grafieken en
tabellen lezen) aan de slag te gaan.
- Je selecteert passende bronnen, op maat van je leerlingen voor je lessen W.O. Je
raadpleegt, in functie van inhoudelijke en vakdidactische expertise, meerdere
bronnen bij het ontwerpen van je lessen W.O.
- Je verwijst in je voorbereiding naar de geraadpleegde bronnen.
- Je weet hoe je de leerlingen de basisprincipes van brongebruik en bronverificatie op
een eenvoudige en toegankelijke manier kan laten ervaren. (p.21 – 22)
Je kadert het domein BRONGEBRUIK in de eindtermen voor W.O.
- ET MM 5.1 Op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen
Je ondersteunt je leerlingen bij het vinden van antwoorden op vragen a.d.h.v. klassieke
geschreven of beeldende bronnen, digitale bronnen (slimme zoekstrategieën),
omgevingsbronnen (plaatsbezoek, museumbezoek), experten raadplegen (ouders,
grootouders, oudere kinderen, andere leerkrachten, externen), werkstukken van de
kinderen.
- Gebruik van diverse bronnen: geschreven, digitale, omgevingsbronnen (zoals musea)
en deskundigen.
- Slimme zoekstrategieën aanleren: bijvoorbeeld gebruik van specifieke zoektermen,
aanhalingstekens, en evaluatie van betrouwbaarheid via vragen zoals "Wie heeft de
informatie gemaakt?"
Je formuleert doelen op maat van je leerlingen.
- Leerlingen leren informatie vinden, betrouwbaarheid beoordelen en informatie
verwerken in eigen woorden.
5
1 EBALO
Wereldoriëntatie in het Vlaams Onderwijs (1)
DOELEN
- Je kan in eigen woorden omschrijven wat W.O. in de lagere school inhoudt.
- Je kent de leergebieden, betrokken domeinen en clusters voor W.O.
- Je weet waar je de eindtermen en leerplandoelen voor W.O. kan vinden.
Wat houdt W.O. in de lagere school in?
- Wereldoriëntatie laat kinderen vaardigheden verwerven om goed met zichzelf,
anderen en de wereld om te gaan en helpt een kritisch-creatieve houding te
ontwikkelen tegenover zichzelf, anderen en de wereld.
- We streven niet alleen kennis na, ook vaardigheden en attitudes krijgen een
evenwaardige plaats binnen W.O.
- Hoofd (kennis) ; hart (attitudes) ; handen (vaardigheden)
- Ervaren en doen staan hierbij centraal. Via uitdagende vragen en onderzoekende
opdrachten stimuleren we kinderen tot exploreren, experimenteren en het
raadplegen van allerlei bronnen. Op die manier krijgen ze vat op die grote wereld.
- Met Wereldoriëntatie helpen leraren kinderen bij het vinden van antwoorden op hun
vragen over zichzelf, de anderen en de wereld.
Wat zijn de leergebieden, betrokken domeinen en clusters voor W.O?
- W.O. in de lagere school omvat 2 leergebieden: Mens en Maatschappij &
Wetenschappen en Techniek.
- Domeinen bij Mens en Maatschappij: Mens – Maatschappij – Tijd – Ruimte –
Brongebruik
- Domeinen bij Wetenschappen en Techniek: Natuur – Techniek
1
,-
- Een korte verkenning van de 6 ontwikkelthema’s (leerplandoelen ZILL):
o Oriëntatie op de samenleving : ‘Ik ben nieuwsgierig naar en draag bij tot het
samenleven van mensen. Ik zie in hoe samenlevingen functioneren.’
o Oriëntatie op bewegingscultuur : ‘Ik ben geïnteresseerd in bewegingscultuur.
Ik speel, sport en beweeg.’
o Oriëntatie op tijd : ‘Ik ben nieuwsgierig naar evolutie en ontwikkel historisch
besef. Ik kan tijd inschatten, plannen en ordenen.’
o Oriëntatie op de ruimte : ‘Ik verken en waardeer mijn omgeving en ontwikkel
geografisch besef. Ik beweeg me veilig in het verkeer.’
o Oriëntatie op techniek : ‘Ik ben nieuwsgierig naar technische systemen en
processen en pas ze toe. Ik zie in hoe techniek, wetenschap en samenleving
elkaar beïnvloeden.’
o Oriëntatie op natuur : ‘Ik verken de natuur en ben er dankbaar voor. Ik wil
meer te weten komen over de natuur en de kosmos.’
- Leerlokaal (leerplan OVSG, 2023)
o
2
, - Leerplan GO! (2010)
o
Waar kan je de eindtermen en leerplandoelen voor W.O. vinden?
- Eindtermen = minimumdoelstellingen die de leerlingen op het einde van de lagere
school bereikt moeten hebben. De eindtermen vind je terug via
www.onderwijsdoelen.be
- GO! : Je kan het leerplan online raadplegen GO!:
https://pro.go.be/themas/leerplannen/basisonderwijs/wereldorientatie
- OVSG : De login voor het raadplegen van dit leerplan vind je terug in de Canvascursus
“EBAKLO Leerplannen en digitale materialen bij methodes” (EBAKLO Leerplannen en
digitale materialen bij methodes (kdg.be)
- ZILL : online : https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#!/
- Leerplan = Leerplannen worden opgesteld door onderwijsnetten of koepels (zoals
het katholiek onderwijs, gemeenschapsonderwijs, enz.) en beschrijven hoe de
eindtermen in de praktijk worden omgezet in concrete leerinhouden en
lesactiviteiten.
3
,Wereldoriëntatie in het Vlaamse onderwijslandschap (2)
Wat is de bestaansreden van wereldoriëntatie in de lagere school?
- Wereldoriëntatie speelt een belangrijke rol in de ontwikkelingen van de kinderen in
de lagere school:
o We leren leerlingen de wereld om hen heen te begrijpen.
o We helpen leerlingen praktische vaardigheden en een onderzoekende
houding te ontwikkelen.
o We leren leerlingen een respectvolle en kritische houding aan te nemen ten
opzichte van zichzelf en hun omgeving.
Je kan relevante eindtermen selecteren bij het opstellen van lessen wereldoriëntatie in de
lagere school
- Zie pagina 2 tot en met pagina 9 voor eindtermen per domein en cluster
Je kan passende leerinhoud formuleren voor de eindtermen uit elke cluster van de
domeinen van WO (W&T , M&M)
- Zie pagina 2 tot en met pagina 9 voor eindtermen per domein en cluster
4
, Domein brongebruik (les 3)
DOELEN
- Je kadert het domein BRONGEBRUIK in de eindtermen voor W.O.
- Je weet welke soorten bronnen je kan integreren in je lessen W.O. (p.5-8)
- Je selecteert passende bronnen, op maat van je leerlingen voor je lessen W.O.
- Je ondersteunt je leerlingen bij het vinden van antwoorden op vragen a.d.h.v.
klassieke geschreven of beeldende bronnen, digitale bronnen (slimme
zoekstrategieën), omgevingsbronnen (plaatsbezoek, museumbezoek), experten
raadplegen (ouders, grootouders, oudere kinderen, andere leerkrachten, externen),
werkstukken van de kinderen.
- Je formuleert doelen op maat van je leerlingen.
- Je voorziet je leerlingen van handvaten om met geschreven bronnen (de
hoofdgedachte van een tekst bepalen, een samenvatting maken, grafieken en
tabellen lezen) aan de slag te gaan.
- Je selecteert passende bronnen, op maat van je leerlingen voor je lessen W.O. Je
raadpleegt, in functie van inhoudelijke en vakdidactische expertise, meerdere
bronnen bij het ontwerpen van je lessen W.O.
- Je verwijst in je voorbereiding naar de geraadpleegde bronnen.
- Je weet hoe je de leerlingen de basisprincipes van brongebruik en bronverificatie op
een eenvoudige en toegankelijke manier kan laten ervaren. (p.21 – 22)
Je kadert het domein BRONGEBRUIK in de eindtermen voor W.O.
- ET MM 5.1 Op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen
Je ondersteunt je leerlingen bij het vinden van antwoorden op vragen a.d.h.v. klassieke
geschreven of beeldende bronnen, digitale bronnen (slimme zoekstrategieën),
omgevingsbronnen (plaatsbezoek, museumbezoek), experten raadplegen (ouders,
grootouders, oudere kinderen, andere leerkrachten, externen), werkstukken van de
kinderen.
- Gebruik van diverse bronnen: geschreven, digitale, omgevingsbronnen (zoals musea)
en deskundigen.
- Slimme zoekstrategieën aanleren: bijvoorbeeld gebruik van specifieke zoektermen,
aanhalingstekens, en evaluatie van betrouwbaarheid via vragen zoals "Wie heeft de
informatie gemaakt?"
Je formuleert doelen op maat van je leerlingen.
- Leerlingen leren informatie vinden, betrouwbaarheid beoordelen en informatie
verwerken in eigen woorden.
5