Reflexen baby:
Voorbijgaande reflexen:
- Zoekreflex/rootingreflex = met je vinger over baby’s wang strijken,
baby’s hoofd zal naar je vinger toedraaien, zijn mond openen en zijn lippen
om je vinger sluiten zoekt ook de tepel zo.
- Stapreflex = als je hem onder zijn armen verticaal iets voorovergebogen
vasthoudt en zijn voeten een harde ondergrond laat raken, trekt hij zijn
voetje op en maakt hij soort ‘stapbeweging’. Het andere beentje wordt
gestrekt en als deze de ondergrond raakt, maakt hij hier een
‘stapbeweging’ mee.
- Tonische nekreflex = wanneer het hoofd van je kindje naar 1 kant draait,
strekt hij zijn arm en been aan die zijde van zijn lichaam en buigt zijn arm
en been aan de zijde van het lichaam waar hij niet naartoe kijkt. Deze
reflex vormt het prille begin van de oog-hand-coördinatie. Als je baby naar
zijn handje kijkt en zijn hoofd draait, strekt deze arm zich en blijft hij naar
zijn hand kijken. Zo leert hij zijn ogen te focussen op een langere afstand.
- Grijpreflex = raak je handpalm van baby aan, dan sluit hij reflexmatig
direct zijn vuistje om je vinger. Ook bij voeten treedt deze grijpreflex op. Bij
aanraking van de voetzolen krullen zijn teentjes naar binnen en maakt hij
grijpbeweging met zijn voetje.
- Zwemreflex = duikreflex zorgt er daarnaast voor dat een baby
automatisch zijn adem inhoudt als hij in het water terechtkomt. Dit
betekent overigens niet dat een baby al kan zwemmen.
- Moro-reflex = "omklemmingsreflex", Als reactie op een plotselinge
beweging of een luid geluid, zal de baby zijn armen en benen spreiden, de
rug buigen, en daarna de armen weer naar het lichaam brengen alsof hij
iets wil omklemmen
- Babinski-reflex = grote teen buigt naar achteren en de andere tenen
spreiden zich
Blijvende reflexen:
- Schrikreflex = lichaam trekt kort samen, vaak gepaard met een
plotselinge beweging van de armen, en soms ook een vocale reactie (zoals
schreeuwen)
- Knipperreflex = ontstaat door prikkeling van de aangezichtszenuw en
zorgt uiteindelijk voor het sluiten van het oog. Ervoor zorgen dat we het
oog sluiten om het oog te beschermen.
- Zuig- en slikreflex = zodra je baby iets in zijn mond voelt, zal hij gaan
zuigen (=zuigreflex). Hierbij maakt hij ook slik- en kauwbewegingen.
Slikreflex zorgt voor de juiste slikbewegingen wanneer voeding achter in
het mondje komt.
- Kokhalsreflex = voorkomt dat je baby stikt wanneer er per ongeluk te
veel melk in zijn mond komt. Ook slijm wat zich in de luchtwegen bevindt,
kan hij door middel van deze reflex naar buiten werken.
Voorbijgaande reflexen:
- Zoekreflex/rootingreflex = met je vinger over baby’s wang strijken,
baby’s hoofd zal naar je vinger toedraaien, zijn mond openen en zijn lippen
om je vinger sluiten zoekt ook de tepel zo.
- Stapreflex = als je hem onder zijn armen verticaal iets voorovergebogen
vasthoudt en zijn voeten een harde ondergrond laat raken, trekt hij zijn
voetje op en maakt hij soort ‘stapbeweging’. Het andere beentje wordt
gestrekt en als deze de ondergrond raakt, maakt hij hier een
‘stapbeweging’ mee.
- Tonische nekreflex = wanneer het hoofd van je kindje naar 1 kant draait,
strekt hij zijn arm en been aan die zijde van zijn lichaam en buigt zijn arm
en been aan de zijde van het lichaam waar hij niet naartoe kijkt. Deze
reflex vormt het prille begin van de oog-hand-coördinatie. Als je baby naar
zijn handje kijkt en zijn hoofd draait, strekt deze arm zich en blijft hij naar
zijn hand kijken. Zo leert hij zijn ogen te focussen op een langere afstand.
- Grijpreflex = raak je handpalm van baby aan, dan sluit hij reflexmatig
direct zijn vuistje om je vinger. Ook bij voeten treedt deze grijpreflex op. Bij
aanraking van de voetzolen krullen zijn teentjes naar binnen en maakt hij
grijpbeweging met zijn voetje.
- Zwemreflex = duikreflex zorgt er daarnaast voor dat een baby
automatisch zijn adem inhoudt als hij in het water terechtkomt. Dit
betekent overigens niet dat een baby al kan zwemmen.
- Moro-reflex = "omklemmingsreflex", Als reactie op een plotselinge
beweging of een luid geluid, zal de baby zijn armen en benen spreiden, de
rug buigen, en daarna de armen weer naar het lichaam brengen alsof hij
iets wil omklemmen
- Babinski-reflex = grote teen buigt naar achteren en de andere tenen
spreiden zich
Blijvende reflexen:
- Schrikreflex = lichaam trekt kort samen, vaak gepaard met een
plotselinge beweging van de armen, en soms ook een vocale reactie (zoals
schreeuwen)
- Knipperreflex = ontstaat door prikkeling van de aangezichtszenuw en
zorgt uiteindelijk voor het sluiten van het oog. Ervoor zorgen dat we het
oog sluiten om het oog te beschermen.
- Zuig- en slikreflex = zodra je baby iets in zijn mond voelt, zal hij gaan
zuigen (=zuigreflex). Hierbij maakt hij ook slik- en kauwbewegingen.
Slikreflex zorgt voor de juiste slikbewegingen wanneer voeding achter in
het mondje komt.
- Kokhalsreflex = voorkomt dat je baby stikt wanneer er per ongeluk te
veel melk in zijn mond komt. Ook slijm wat zich in de luchtwegen bevindt,
kan hij door middel van deze reflex naar buiten werken.