MSK 4 – theorie – 2024-2025
INLEIDING
SITUERING MSK-KINESITHERAPIE
HEDENDAAGSE SITUERING
TH-INL p7-10, geen detail vraag hierover op examen
Problematieken v musculoskeltale revalidatie
- Patiëntgerichte benadering (patient-centered care)
- Kleine tot matige klinische effecten // aanpakken v beperkte effect sizes
- Verlagen v heterogeniteit v populaties // meer inzicht in homogene patiëntengroepen
- Neiging tot overmedicalisering & overuse v zorg // te veel zorg verstrekken
- Te weinig educatie aanbieden // P ontvangt te weinig info tijdens revalidatieproces
Uitdagingen voor musculoskeletale revalidatie
- Evolueren naar precision medicine & precision rehabilitation // af stappen v one fits al filosofie
- Opkomst v telemedicine & telerehabilitation // op afstand P kunnen volgen
- Identificeren v prognostische factoren in MSK revalidatie // factoren identificeren die verband houden
met klinische uitkomsten
- Chroniciteit voorkomen
- (Gebruik maken v kennis over epigenetica // epigenoom)
ALGEMENE AANBEVELINGEN BIJ BEHANDELING V MSK PROBLEMATIEKEN
11 SLEUTELAANBEVELINGEN VOOR PIJNBESTRIJDING: (VERPLICHTE LITERATUUR: LIN, ET AL.)
- Patient centered care
- Screening voor serieuze pathologieen / rode vlaggen
- Beoordeel psychosociale factoren
- Radiologische beeldvorming enkel gebruiken als het specifiek w aangewezen
- Doe lichamelijk onderzoek: neurologische screenings testen, beoordeel mobiliteit &/of spierkracht
- Evalueer progressie dmv uikomstmetingen
- Geef P voorlichting over aandoening & behandelopties
- Biedt management gericht op lichaamsbeweging
- Pas manuele therapie alleen toe als aanvulling op andere bewezen behandelingen
- Tenzij geïndiceerd, evidence-informed niet-chirurgische zorg voorafgaand aan een operatie aanbieden
- Vergemakkelijk voortzetting of hervatting v werk
EFFICIËNT & EFFECTIEF KLINISCH REDENEREN BINNEN MUSCULOSKELETALE
REVALIDATIECONTEXT
STAPPENPLAN (OUD)
1
,MSK 4 – theorie – 2024-2025
MCTF (NIEUW)
- Meer nadruk op multidimesnionele invloed: pijn, beperking & andere verwante herstelbelemmerende
factoren die invloed hebben op P op moment v onderzoek tov. ICF
➢ Grootteorde v invloed v verschillende factoren kan w ingeschat
➢ Stage v aandoening, diagnose stelling, goalsetting/verwachtingen
Bestaat uit 10 onderdelen waarop w gescoord: - Bestaan NIET afzonderlijk!
1) Individueel perspectief ➢ Dus kunnen niet afzonderlijk w beoordeeld!
➢ Idee v P over QOL, functioneren, pijn, waarom probleem
2) Diagnose
➢ Indeling maken:
Ernstig onderliggende aandoening (rode vlag)
Specifiek MSK aandoening
Niet-specifiek MSK aandoening (90%)
3) Stage of disorder
➢ Dominante factoren die bijdragen aan prestatie kunnen variëren:
Acuut
Sub acuut
Chronisch
Recidiverend
4) Pain features
➢ Type
Nociceptief
Nociplastisch
Neuropatisch
Mixed
➢ Karakter
Mechanisch
Niet mechanisch
➢ Sensibilisatie
Allodynie (= pijnlijke reactie op niet-pijnlijke prikkel)
Mechanische of thermische hyperalgesie (=verhoogde gevoeligheid voor mech. Of ther. Schadelijke
prikkel)
5) Psychological considerations (gele vlaggen) // psychosociale factoren
➢ Cognitieve factoren (gedachten & overtuigingen)
➢ Affectieve factoren (emotionele)
➢ Sociale factoren
6) Work considerations (blauwe & zwarte vlaggen)
➢ Blauw = werkbeleving
➢ Zwart = werkplekfactoren
2
,MSK 4 – theorie – 2024-2025
7) Lifestyle considerations // levensstijlfactoren
➢ Slaap, voeding, fysieke activiteit, roken
8) Whole person considerations
➢ Genetische factoren
➢ Epigenetica
➢ Comorbiditeiten
9) Functional behaviours
10) Clinical decision making
SPECIFIEKE ASPECTEN V MUSCULOSKELETALE REVALIDATIE IN BIO -PSYCHOSOCIAAL
DENKKADER
BELANG V PERCEPTIES P & T
Perceptie:
- = representatie v concept -> realiteit w beleefd dmv perceptie
➢ Geeft vorm aan emotionele respons & aan gedrag
- Beinvloed door veel aspecten:
➢ Eerdere ervaring
➢ Nieuwberichten
➢ Sociale media
PERCEPTIES V PATIENT
Ziektepercepties
- Elke P heeft gedachten & emoties omtrent zijn aandoening
gedachten, ideeën, cognities ontstaan uit:
➢ Ervaringen uit verleden
➢ Opgezochte info
➢ Mensen uit omgeving
- P tracht klachten te verklaren & betekenis aan te geven dmv cognitieve processen
(stemt niet altijd overeen met realiteit)
➢ Obv gevormde representatie w bepaald hoe P met klacht omgaat
➔ Cognities rond ziekte hebben rechtstreeks invloed op ziektegedrag
Invloed v ziekteperceptie op gedrag (common sense model v Leventhal)
- Contraproductieve percepties kunnen tot inadequaat met klacht omgaan leiden
- Denken ‘’ klacht niet behandelbaar & lang duren’’ hebben slechte prognose na 6m follow up
- Chronische P vertonen inadequate coping strategieën die klacht in stand kunnen houden
Inventarisatie v ziekteperceptie
- = stap 1
➢ Nagaan in welke mate ze herstel belemmerend/bevorderend zijn
Belemmering = 1ste prioriteit in behandelplan
3
, MSK 4 – theorie – 2024-2025
- P & T moeten op zelfde golflengte zitten om miscommunicatie te voorkomen, en op zelfde doel te
werken
➢ Open & professionele communicatie om percepties aan te vullen & aanpassen
Samen doel bepalen
- Perceptie nagaan adhv
➢ Anamnese
➢ Vragenlijsten (duiding belangrijk! Leg uit dat inzicht in perceptie nodig is voor optimale behandeling)
Illness perception questionnaire-Revised
Illness perception questionnaire-Revised
- Bestaat uit 3 grote delen
➢ Illness identity
Bevragen v symptomen & of P deze linkt aan aandoening
➢ Beliefs domain
Aanduiden v stelling of ze v toepassing zijn
Verschillende subcategorieën
Acute/chronische tijdslijn: denk P dat aandoening zal verbeteren?
Cyclische tijdslijn: denkt P dat aandoening cyclisch is = komt & gaat
Gevolgen: hoe groot schat P gevolgen in v aandoening
Persoonlijke controle: denkt P dat hij zelf iets kan controleren
Controle v behandeling: denkt P dat behandeling kan helpen
Samenhang: begrijpt P aandoening?
Emotionele respons: welke emoties w er op gewekt door aandoening?
➢ Oorzakelijk domein
Wat zijn volgens P de meest waarschijnlijke oorzaken?
PERCEPTIES V THERAPEUT
Keuze v behandelplan (bepaalde behandeling, andere behandeling bij ene T tov andere T voor artrose)
- Bepaald door theoretische achtergrond & eigen percepties
➢ T heeft overtuiging, emoties, attitudes over bepaalde aandoening obv kennis, socio-culturele
achtergrond & eigen verleden = attitudes & beliefs ipv. Ziektepercepties
Denkwijze v T heeft invloed op gedrag v T, de keuze v behandeling
(Attitudes &) beliefs
- Beliefs onderverdelen op continuüm: biomedisch – biopsychosociaal
➢ Biomedische overtuigingen: houden zich minder goed aan evidence based guideline + sturen P
sneller door voor (onnodige) MBV, vragen rug niet te overbelaste, meer ziekteverzuim voorschrijven
sterke relatie tussen weefselschade & pijn
- Verschillende beliefs tussen zorgverleners geven verwarring & onzekerheid aan P
➢ Opvattingen v zorgverleners hangen sterk samen met die v P
Werkt medical shopping in de hand = raadplegen v verschillende T & zoeken naar
behandeling waar ze het beste gevoel bij hebben
4
INLEIDING
SITUERING MSK-KINESITHERAPIE
HEDENDAAGSE SITUERING
TH-INL p7-10, geen detail vraag hierover op examen
Problematieken v musculoskeltale revalidatie
- Patiëntgerichte benadering (patient-centered care)
- Kleine tot matige klinische effecten // aanpakken v beperkte effect sizes
- Verlagen v heterogeniteit v populaties // meer inzicht in homogene patiëntengroepen
- Neiging tot overmedicalisering & overuse v zorg // te veel zorg verstrekken
- Te weinig educatie aanbieden // P ontvangt te weinig info tijdens revalidatieproces
Uitdagingen voor musculoskeletale revalidatie
- Evolueren naar precision medicine & precision rehabilitation // af stappen v one fits al filosofie
- Opkomst v telemedicine & telerehabilitation // op afstand P kunnen volgen
- Identificeren v prognostische factoren in MSK revalidatie // factoren identificeren die verband houden
met klinische uitkomsten
- Chroniciteit voorkomen
- (Gebruik maken v kennis over epigenetica // epigenoom)
ALGEMENE AANBEVELINGEN BIJ BEHANDELING V MSK PROBLEMATIEKEN
11 SLEUTELAANBEVELINGEN VOOR PIJNBESTRIJDING: (VERPLICHTE LITERATUUR: LIN, ET AL.)
- Patient centered care
- Screening voor serieuze pathologieen / rode vlaggen
- Beoordeel psychosociale factoren
- Radiologische beeldvorming enkel gebruiken als het specifiek w aangewezen
- Doe lichamelijk onderzoek: neurologische screenings testen, beoordeel mobiliteit &/of spierkracht
- Evalueer progressie dmv uikomstmetingen
- Geef P voorlichting over aandoening & behandelopties
- Biedt management gericht op lichaamsbeweging
- Pas manuele therapie alleen toe als aanvulling op andere bewezen behandelingen
- Tenzij geïndiceerd, evidence-informed niet-chirurgische zorg voorafgaand aan een operatie aanbieden
- Vergemakkelijk voortzetting of hervatting v werk
EFFICIËNT & EFFECTIEF KLINISCH REDENEREN BINNEN MUSCULOSKELETALE
REVALIDATIECONTEXT
STAPPENPLAN (OUD)
1
,MSK 4 – theorie – 2024-2025
MCTF (NIEUW)
- Meer nadruk op multidimesnionele invloed: pijn, beperking & andere verwante herstelbelemmerende
factoren die invloed hebben op P op moment v onderzoek tov. ICF
➢ Grootteorde v invloed v verschillende factoren kan w ingeschat
➢ Stage v aandoening, diagnose stelling, goalsetting/verwachtingen
Bestaat uit 10 onderdelen waarop w gescoord: - Bestaan NIET afzonderlijk!
1) Individueel perspectief ➢ Dus kunnen niet afzonderlijk w beoordeeld!
➢ Idee v P over QOL, functioneren, pijn, waarom probleem
2) Diagnose
➢ Indeling maken:
Ernstig onderliggende aandoening (rode vlag)
Specifiek MSK aandoening
Niet-specifiek MSK aandoening (90%)
3) Stage of disorder
➢ Dominante factoren die bijdragen aan prestatie kunnen variëren:
Acuut
Sub acuut
Chronisch
Recidiverend
4) Pain features
➢ Type
Nociceptief
Nociplastisch
Neuropatisch
Mixed
➢ Karakter
Mechanisch
Niet mechanisch
➢ Sensibilisatie
Allodynie (= pijnlijke reactie op niet-pijnlijke prikkel)
Mechanische of thermische hyperalgesie (=verhoogde gevoeligheid voor mech. Of ther. Schadelijke
prikkel)
5) Psychological considerations (gele vlaggen) // psychosociale factoren
➢ Cognitieve factoren (gedachten & overtuigingen)
➢ Affectieve factoren (emotionele)
➢ Sociale factoren
6) Work considerations (blauwe & zwarte vlaggen)
➢ Blauw = werkbeleving
➢ Zwart = werkplekfactoren
2
,MSK 4 – theorie – 2024-2025
7) Lifestyle considerations // levensstijlfactoren
➢ Slaap, voeding, fysieke activiteit, roken
8) Whole person considerations
➢ Genetische factoren
➢ Epigenetica
➢ Comorbiditeiten
9) Functional behaviours
10) Clinical decision making
SPECIFIEKE ASPECTEN V MUSCULOSKELETALE REVALIDATIE IN BIO -PSYCHOSOCIAAL
DENKKADER
BELANG V PERCEPTIES P & T
Perceptie:
- = representatie v concept -> realiteit w beleefd dmv perceptie
➢ Geeft vorm aan emotionele respons & aan gedrag
- Beinvloed door veel aspecten:
➢ Eerdere ervaring
➢ Nieuwberichten
➢ Sociale media
PERCEPTIES V PATIENT
Ziektepercepties
- Elke P heeft gedachten & emoties omtrent zijn aandoening
gedachten, ideeën, cognities ontstaan uit:
➢ Ervaringen uit verleden
➢ Opgezochte info
➢ Mensen uit omgeving
- P tracht klachten te verklaren & betekenis aan te geven dmv cognitieve processen
(stemt niet altijd overeen met realiteit)
➢ Obv gevormde representatie w bepaald hoe P met klacht omgaat
➔ Cognities rond ziekte hebben rechtstreeks invloed op ziektegedrag
Invloed v ziekteperceptie op gedrag (common sense model v Leventhal)
- Contraproductieve percepties kunnen tot inadequaat met klacht omgaan leiden
- Denken ‘’ klacht niet behandelbaar & lang duren’’ hebben slechte prognose na 6m follow up
- Chronische P vertonen inadequate coping strategieën die klacht in stand kunnen houden
Inventarisatie v ziekteperceptie
- = stap 1
➢ Nagaan in welke mate ze herstel belemmerend/bevorderend zijn
Belemmering = 1ste prioriteit in behandelplan
3
, MSK 4 – theorie – 2024-2025
- P & T moeten op zelfde golflengte zitten om miscommunicatie te voorkomen, en op zelfde doel te
werken
➢ Open & professionele communicatie om percepties aan te vullen & aanpassen
Samen doel bepalen
- Perceptie nagaan adhv
➢ Anamnese
➢ Vragenlijsten (duiding belangrijk! Leg uit dat inzicht in perceptie nodig is voor optimale behandeling)
Illness perception questionnaire-Revised
Illness perception questionnaire-Revised
- Bestaat uit 3 grote delen
➢ Illness identity
Bevragen v symptomen & of P deze linkt aan aandoening
➢ Beliefs domain
Aanduiden v stelling of ze v toepassing zijn
Verschillende subcategorieën
Acute/chronische tijdslijn: denk P dat aandoening zal verbeteren?
Cyclische tijdslijn: denkt P dat aandoening cyclisch is = komt & gaat
Gevolgen: hoe groot schat P gevolgen in v aandoening
Persoonlijke controle: denkt P dat hij zelf iets kan controleren
Controle v behandeling: denkt P dat behandeling kan helpen
Samenhang: begrijpt P aandoening?
Emotionele respons: welke emoties w er op gewekt door aandoening?
➢ Oorzakelijk domein
Wat zijn volgens P de meest waarschijnlijke oorzaken?
PERCEPTIES V THERAPEUT
Keuze v behandelplan (bepaalde behandeling, andere behandeling bij ene T tov andere T voor artrose)
- Bepaald door theoretische achtergrond & eigen percepties
➢ T heeft overtuiging, emoties, attitudes over bepaalde aandoening obv kennis, socio-culturele
achtergrond & eigen verleden = attitudes & beliefs ipv. Ziektepercepties
Denkwijze v T heeft invloed op gedrag v T, de keuze v behandeling
(Attitudes &) beliefs
- Beliefs onderverdelen op continuüm: biomedisch – biopsychosociaal
➢ Biomedische overtuigingen: houden zich minder goed aan evidence based guideline + sturen P
sneller door voor (onnodige) MBV, vragen rug niet te overbelaste, meer ziekteverzuim voorschrijven
sterke relatie tussen weefselschade & pijn
- Verschillende beliefs tussen zorgverleners geven verwarring & onzekerheid aan P
➢ Opvattingen v zorgverleners hangen sterk samen met die v P
Werkt medical shopping in de hand = raadplegen v verschillende T & zoeken naar
behandeling waar ze het beste gevoel bij hebben
4