samenvatting bedrijfseconomie: cost accounting

BEDRIJFSECONOMIE – COST ACCOUNTING



1.Inleiding
Cost accounting
- Intern gebruik
- Financiële info
o Kostprijsberekening
o Kostprijsdaling
o Kostprijsbeheersing
- 2 doelstellingen
o Productiekostprijs: Info over kostprijs G&D voor externe verslaggeving
o Totale kostprijs: Info nodig mbt. beleidsbeslissingen

Management accounting
- Intern gebruik
- Verbeteringsproces voor plannen, ontwerpen, toetsen en toepassen dat
toegevoegde waarde creëert
- Nodig om strategische, tactische en operationele doelstellingen te bereiken
- Financiële info: zie cost accounting (vb. doet bepaald product goed)
- Niet-financiële info (vb. wat eet Belg, absenteïsme)

Financial accounting
- Extern gebruik: voor aandeelhouders, OH…
- Financiële info: zie cost accounting (vb. gegevens voor jaarrekening)

1.1. Planning
LT-planning
- = strategisch LT-planning
- Hoe waarde creëren voor klant?
- SWOT-analyse
- Resources hier nog niet vastgelegd
o = Nu onbeperkte middelen om producten te producten, vb. onbeperkt budget,
personeel…


KT-planning
- Specifieke doelstellingen
- SMART
- Resources vastgelegd
-  Operationele planning = budgettering
o Gekozen doelstellingen
o Vastgelegde middelen (beschikbare productiecapaciteit, arbeidskrachten, GS)
o Ondernemingsomgeving (conjunctuur, marktvraag)
- Budget
o = Vertaalt in financiële termen en # activiteiten van onderneming op KT
o Masterbudget = budget van hele onderneming
o Relevante kosten en opbrengsten
 kosten en opbrengsten die op KT wijzigen naar gelang alternatieven

1

, BEDRIJFSECONOMIE – COST ACCOUNTING

- Vb. bepaling productievolume product, prijszetting op KT,..

2.Kostenbegrippen en kostprijscomponenten
2.1. Kosten en kostprijs
Bezittingen = activa Kosten Uitgaven
= hergebruiken = wat je als bedrijf verbruikt bij productie van G&D Geld weg of niet?

Beperkte levensduur Vb. GS, arbeid (elk uur dat ze werken wordt verbruikt, je Betaling
kunt het niet hergebruiken)
Vb. gebouw, machines,
auto’s Vb. ! afschrijvingen op bezittingen  levensduur verbruikt

- Kost + uitgave: GS, personeel, rente
- Enkel kost + geen uitgave: afschrijving: op moment van afschrijving is er geen uitgave
- Geen kost + enkel uitgave: terugbetaling van ontleend kapitaal

- Productiefactoren combineren om toegevoegde waarde te creëren
- Produceren als KP per é < VP per é
o Zie productieproces: input (kost)  verwerking (toegevoegde waarde)  output
(opbrengst)


2.2. Kostenindeling
- Arbeidskosten
o = RSZ WG + brutobezoldiging + andere personeelskosten
- Afschrijvingskost
o = (Aanschaffingsprijs – restwaarde) / # jaar
- Rentekosten
o VV als financieringsbron wordt aangewend
 Moeten interestkosten in kostprijs verwerkt worden
o Opportuniteitskost op EV
 = Notionele interestaftrek: fictieve rente op vermogen
 Aangezien EV niet wordt aangewend om buiten bedrijf rente-
opbrengsten te verwerven moet deze rente opgenomen worden in KP
 Je mist een opportuniteit om hier iets anders meet e doen
- Belastingen
o Kostprijsverhogende belastingen
 Verkeersbelasting, invoerrechten, accijnzen, milieuheffingen, ...
o Belasting over de toegevoegde waarde (BTW)
 Géén kost voor gewone BTW-belastingsplichtigen
 Wél kost voor
 Vrijgestelde BTW-belastingsplichtigen
 Niet-aftrekbare BTW
o Kostprijsneutrale belastingen
 Persoonsbelasting en vennootschapsbelasting
- GS en hulpstoffen
- Diensten en diverse goederen: verzekeringen, elektriciteit, telefoon
- Verkoopkosten
2