Concepten klinisch redeneren
Thema 1: Emotieregulatie
1.1 Emotieregulatie
→ Primaire emoties:
- Instincitief; niet aangeleerd
- Basisiemoties (boos-blij-bang-bedroefd)
- reptielenbrein
→ Secundaire emoties:
- Als reactie op onze primaire emoties
- Als verdedigingsmechanisme voor de primaire emoties
- Complexer
- Minder eenvoudig te herkennen
- Reacties die aangeleerd zijn, cultureel bepaald zijn
3 Elementen van emoties:
1. subjectieve beleving: hoe is je gevoel, hoe uit zich dat, wat voel je?
2. fysiologische reactie: wat gebeurd er biologisch/in je lijf?
3 gedragscomponent: wat ga je doen?
Geen emotie zonder regulatie + altijd in relatie tot de ander
EMOTIEREGULATIE (ER) = alle processen die beïnvloeden welke emoties je ervaart, hoe
en wanneer je deze ervaart, en hoe je ze uit. (Gross, 1998)
Doel: niet overweldigd raken door de intensiteit van emoties (te weinig regulatie);
Of minder afstand nemen van je gevoel (te veel regulatie)
→ Belang van sociale context!
1
,Regulatie:
→ Bewust (gecontroleerd) of onbewust (automatisch)?
Bv; ik voel me boos en tel tot 10 om het onder controle te krijgen: bewust
Bv; snelle reactie (weglopen als je boos bent): onbewust
Bv; biologische reactie (cortisol die stijgt)
→ Interne of externe emotieregulatie?
→ Intrinsiek of extrinsiek?
→Adaptief of maladaptief? (afhankelijk van de context)
Verhoging of verlaging van - of + emoties:
Balans tussen Behavioral Activation System en Behavioral Inhibition System (BIS/BAS model
van Gray)
Hoge BIS/ lage BAS = angstig, depressief (avoidance gerelateerd gedrag)
→ cf parasympathisch systeem (rem)
Lage BIS/ hoge BAS = driftbuien, impulsief (approach gerelateerd gedrag)
→ cf sympathisch systeem (gas)
1.1.1 Hechting als basis van emotieregulatie
→ Tijdens zwangerschap: relatie biologie, sociaal-emotionele ontwikkeling en context →
Baby is grotendeels afhankelijk van verzorger om getroost te worden, zichzelf tot rust
brengen enzovoort
→ vroegste regulatie = uiten van gevoelens!
→Spiegeling van ouder naar kind in emoties (spiegelneuronen) Expressiviteit in
gezichtsuitdrukkingen, stemvolume en intonatie, lichaamshouding
Later ook spiegeling in gedrag en taal
- Begrijpen van eigen emoties
- Woorden geven aan emoties
NATURE (temperament) én NURTURE (niet-validerende omgeving)
Invloed op hersenontwikkeling
1.1.2 De ontwikkeling van emotieregulatie
Cognitieve maturatie model
maturiteit van de hersenen (prefrontale cortex)
→ kind/jongere krijgt cognitieve mogelijkheden om meer
complexe en cognitieve ER-strategieën te gebruiken.
Maar: 16 tot 18 jarigen zouden minder adaptieve ER-strategieën gebruiken
en meer maladaptieve strategieën dan 10 tot 12 jarigen….
2
,Maladaptieve shiftmodel:
- cognitieve mogelijkheden nemen toe
- maar: nieuwe rollen en verwachtingen = intensere negatieve emoties
- biologische veranderingen waardoor adolescent sensitiever wordt
Het Ace model:
“Adaptive Coping with Emotions”
Berking & Whitley (2014)
Adaptieve coping: situatie-afhankelijke interactie met 7 vaardigheden
5 basisvaardigheden:
1. bewustzijn van emoties
2. Identificeren en benoemen van emoties
3. Begrijpen of herkennen van oorzaken van emoties en wat emotie in stand
houdt
4. ofwel: actief en adaptief de emotie beïnvloeden
5. ofwel: accepteren en verdragen van negatieve emotie
2 regulerende vaardigheden:
1. zichzelf confronteren met situaties die een negatief gevoel triggeren
2. emotionele zelfondersteuning in stressvolle situaties: zelfmedeleven en zelfgeruststelling
1.1.3 Emotiebewustzijn en emotiebegrip
Een adequaat emotioneel bewustzijn kan ervoor zorgen dat in een
specifieke situatie een optimale emotieregulatiestrategie wordt
gekozen. (Boden & Thompson, 2015)
Emotioneel bewustzijn =
- het herkennen en identificeren van de eerste signalen van
gevoelens
- er een mate van intensiteit aan kunnen geven
- de plaats in het lichaam kunnen bepalen waar gevoelens ervaren worden
Link tussen emoties en lichaamsbeleving:
Observeren en benoemen wat je ziet bij de client Benoemen wat je zelf ervaart (modeling)
Lichaamssignalen (en hersenactiviteit)
Bv registratie oefening
Bv menstekening
3
, Identificeren en benoemen van gevoelens:
4 affecten
- Boos
- Blij
- Bang
- Bedroefd (verdrietig)
- welk gevoel/ welke gevoelens (primaire en secundaire gevoelens)
- verschillen in verloop (“bergen”)
- verschillen in intensiteit (schalen of percentages)
Schema uit EFT (Emotion Focused Therapy)
Secundaire emoties als afweermechanismen voor primaire emoties
Dus:
Niet louter ventileren van de secundaire emoties, maar bewustwording van primaire
emoties, om verbinding te leggen met je behoeften.
Hoe van secundaire naar primaire emotie gaan?
- doorvragen!
- Niet per se meteen naar de diepte gaan; blijf bij het gedrag en de gedachten
- ”micro slicing” ; nieuwsgierigheid ; niet-weten
→ Emotie komt vanzelf
Belang van het uiten van emoties en het ‘verstoppen’ van emoties:
- standpunt innemen
- zorgen uiten; geholpen worden
- doelen en intenties van je gedrag duidelijk maken (emotie = verbinding met je
behoefte)
- behouden van goede relaties met anderen
Een ‘masker’ opzetten kan ook helpend zijn bij het reguleren van emoties.
4
Thema 1: Emotieregulatie
1.1 Emotieregulatie
→ Primaire emoties:
- Instincitief; niet aangeleerd
- Basisiemoties (boos-blij-bang-bedroefd)
- reptielenbrein
→ Secundaire emoties:
- Als reactie op onze primaire emoties
- Als verdedigingsmechanisme voor de primaire emoties
- Complexer
- Minder eenvoudig te herkennen
- Reacties die aangeleerd zijn, cultureel bepaald zijn
3 Elementen van emoties:
1. subjectieve beleving: hoe is je gevoel, hoe uit zich dat, wat voel je?
2. fysiologische reactie: wat gebeurd er biologisch/in je lijf?
3 gedragscomponent: wat ga je doen?
Geen emotie zonder regulatie + altijd in relatie tot de ander
EMOTIEREGULATIE (ER) = alle processen die beïnvloeden welke emoties je ervaart, hoe
en wanneer je deze ervaart, en hoe je ze uit. (Gross, 1998)
Doel: niet overweldigd raken door de intensiteit van emoties (te weinig regulatie);
Of minder afstand nemen van je gevoel (te veel regulatie)
→ Belang van sociale context!
1
,Regulatie:
→ Bewust (gecontroleerd) of onbewust (automatisch)?
Bv; ik voel me boos en tel tot 10 om het onder controle te krijgen: bewust
Bv; snelle reactie (weglopen als je boos bent): onbewust
Bv; biologische reactie (cortisol die stijgt)
→ Interne of externe emotieregulatie?
→ Intrinsiek of extrinsiek?
→Adaptief of maladaptief? (afhankelijk van de context)
Verhoging of verlaging van - of + emoties:
Balans tussen Behavioral Activation System en Behavioral Inhibition System (BIS/BAS model
van Gray)
Hoge BIS/ lage BAS = angstig, depressief (avoidance gerelateerd gedrag)
→ cf parasympathisch systeem (rem)
Lage BIS/ hoge BAS = driftbuien, impulsief (approach gerelateerd gedrag)
→ cf sympathisch systeem (gas)
1.1.1 Hechting als basis van emotieregulatie
→ Tijdens zwangerschap: relatie biologie, sociaal-emotionele ontwikkeling en context →
Baby is grotendeels afhankelijk van verzorger om getroost te worden, zichzelf tot rust
brengen enzovoort
→ vroegste regulatie = uiten van gevoelens!
→Spiegeling van ouder naar kind in emoties (spiegelneuronen) Expressiviteit in
gezichtsuitdrukkingen, stemvolume en intonatie, lichaamshouding
Later ook spiegeling in gedrag en taal
- Begrijpen van eigen emoties
- Woorden geven aan emoties
NATURE (temperament) én NURTURE (niet-validerende omgeving)
Invloed op hersenontwikkeling
1.1.2 De ontwikkeling van emotieregulatie
Cognitieve maturatie model
maturiteit van de hersenen (prefrontale cortex)
→ kind/jongere krijgt cognitieve mogelijkheden om meer
complexe en cognitieve ER-strategieën te gebruiken.
Maar: 16 tot 18 jarigen zouden minder adaptieve ER-strategieën gebruiken
en meer maladaptieve strategieën dan 10 tot 12 jarigen….
2
,Maladaptieve shiftmodel:
- cognitieve mogelijkheden nemen toe
- maar: nieuwe rollen en verwachtingen = intensere negatieve emoties
- biologische veranderingen waardoor adolescent sensitiever wordt
Het Ace model:
“Adaptive Coping with Emotions”
Berking & Whitley (2014)
Adaptieve coping: situatie-afhankelijke interactie met 7 vaardigheden
5 basisvaardigheden:
1. bewustzijn van emoties
2. Identificeren en benoemen van emoties
3. Begrijpen of herkennen van oorzaken van emoties en wat emotie in stand
houdt
4. ofwel: actief en adaptief de emotie beïnvloeden
5. ofwel: accepteren en verdragen van negatieve emotie
2 regulerende vaardigheden:
1. zichzelf confronteren met situaties die een negatief gevoel triggeren
2. emotionele zelfondersteuning in stressvolle situaties: zelfmedeleven en zelfgeruststelling
1.1.3 Emotiebewustzijn en emotiebegrip
Een adequaat emotioneel bewustzijn kan ervoor zorgen dat in een
specifieke situatie een optimale emotieregulatiestrategie wordt
gekozen. (Boden & Thompson, 2015)
Emotioneel bewustzijn =
- het herkennen en identificeren van de eerste signalen van
gevoelens
- er een mate van intensiteit aan kunnen geven
- de plaats in het lichaam kunnen bepalen waar gevoelens ervaren worden
Link tussen emoties en lichaamsbeleving:
Observeren en benoemen wat je ziet bij de client Benoemen wat je zelf ervaart (modeling)
Lichaamssignalen (en hersenactiviteit)
Bv registratie oefening
Bv menstekening
3
, Identificeren en benoemen van gevoelens:
4 affecten
- Boos
- Blij
- Bang
- Bedroefd (verdrietig)
- welk gevoel/ welke gevoelens (primaire en secundaire gevoelens)
- verschillen in verloop (“bergen”)
- verschillen in intensiteit (schalen of percentages)
Schema uit EFT (Emotion Focused Therapy)
Secundaire emoties als afweermechanismen voor primaire emoties
Dus:
Niet louter ventileren van de secundaire emoties, maar bewustwording van primaire
emoties, om verbinding te leggen met je behoeften.
Hoe van secundaire naar primaire emotie gaan?
- doorvragen!
- Niet per se meteen naar de diepte gaan; blijf bij het gedrag en de gedachten
- ”micro slicing” ; nieuwsgierigheid ; niet-weten
→ Emotie komt vanzelf
Belang van het uiten van emoties en het ‘verstoppen’ van emoties:
- standpunt innemen
- zorgen uiten; geholpen worden
- doelen en intenties van je gedrag duidelijk maken (emotie = verbinding met je
behoefte)
- behouden van goede relaties met anderen
Een ‘masker’ opzetten kan ook helpend zijn bij het reguleren van emoties.
4