Algemene histologie en
histogenese van tand en
omgevende weefsels
Practicumnotities histologie
Lesgever: Prof. dr. Vral
Medewerker: Eline Meireson
1ste bachelor tandheelkunde
Academiejaar 2024–2025
, Practicumnotities virtuele microscopie
DOEL VAN DE PRACTICA
Het doel van deze practica is het leren herkennen en het kunnen benoemen van de geziene
weefsels en structuren in de theorie op histologische weefselpreparaten.
Dit gebeurt deels zelfstandig, deels begeleid aan de hand van de virtuele microscopie software
“OlyVIA”. Virtuele microscopie is een digitaal alternatief voor conventionele microscopie. Het
is met andere woorden een simulatie van klassieke microscopie maar via de computer in de
plaats van met de microscoop zelf. Hiervoor werden weefselpreparaten in hun totaliteit bij hoge
resolutie ingescand en kan je op een gedigitaliseerd beeld van het weefsel op je
computerscherm navigeren, in- en uitzoomen.
In deze practicumnotities krijg je per weefselpreparaat een lijst met de te herkennen weefsels
en structuren.
Per practicum staat wat je moet kunnen herkennen en benoemen voor dat betreffende
practicum vet gedrukt. Na alle practica zijn alle zaken aan bod gekomen en aan het einde van
de practicareeks moet je de volledige lijst per preparaat kunnen herkennen en benoemen.
Op OlyVIA staan er van alle te herkennen weefsels of structuren reeds een voorbeeld
aangeduid met een vlaggetje (rechts onderaan, tabblad “annotations” openklikken,
dubbelklikken op naam van de structuur). Het is de bedoeling dat je zelf verder zoekt in het
prepraat naar andere voorbeelden van deze structuren. Op het examen krijg je foto’s die je
moet kunnen herkennen en correct moet kunnen benoemen, deze zullen uiteraard geen foto’s
zijn van de vlaggetjes.
VERLOOP VAN DE PRACTICA
Zelfstandige voorbereiding online per practicum via Ufora en OlyVIA met inleidingsfilmpjes
en practicumnotities.
Elk practicum gaat on campus door met de mogelijkheid om de preparaten te bekijken en
vragen te stellen aan de assistent. Om gericht vragen te stellen is het goed dat je de practica
thuis grondig voorbereid hebt!
EXAMEN
10 histologische foto’s van weefsels of structuren afkomstig uit de preparaten vanop OlyVIA
benoemen.
CONTACT
Bij vragen over het practicum:
1
, Practicumnotities virtuele microscopie
Practicum 1: BEDEKKENDE EPITHELEN EN KLIERWEEFSEL
Epithelen bestaan uit cellen die goed aaneensluiten en rusten op een basale membraan.
Tussen de cellen wordt bijna geen extracellulair materiaal aangetroffen. Dit bedekkend
epitheel wordt beschreven aan de hand van 3 kenmerken:
- aantal cellagen
- vorm van de cellen
- oppervlaktespecialisaties
Ook het klierweefsel behoort tot het epitheel. Het ontstaat als uitstulpingen van het bedekkend
epitheel in het onderliggend bindweefsel. In dit practicum worden enkel exocriene klieren
bekeken. Op basis van de aard van het secretieproduct, maakt men een onderscheid tussen
muceuze en sereuze klieren. Op basis van de wijze waarop het secretieproduct wordt
afgescheiden, onderscheidt men apocriene, merocriene en holocriene klieren.
Dunne huid_01
- meerlagig verhoornd plaveiselepitheel Stratum granulosum
Stratum disjunctum
Stratum
spinosum
- éénlagig kubisch epitheel met daarrond myo-epitheelcellen (acinus zweetklier,
secretoire deel van de zweetklier)
secretoir deel zweetklier
- tweelagig kubisch epitheel (afvoergang zweetklier, excretoire deel van de zweetklier)
excretoire deel
zweetklier
2
histogenese van tand en
omgevende weefsels
Practicumnotities histologie
Lesgever: Prof. dr. Vral
Medewerker: Eline Meireson
1ste bachelor tandheelkunde
Academiejaar 2024–2025
, Practicumnotities virtuele microscopie
DOEL VAN DE PRACTICA
Het doel van deze practica is het leren herkennen en het kunnen benoemen van de geziene
weefsels en structuren in de theorie op histologische weefselpreparaten.
Dit gebeurt deels zelfstandig, deels begeleid aan de hand van de virtuele microscopie software
“OlyVIA”. Virtuele microscopie is een digitaal alternatief voor conventionele microscopie. Het
is met andere woorden een simulatie van klassieke microscopie maar via de computer in de
plaats van met de microscoop zelf. Hiervoor werden weefselpreparaten in hun totaliteit bij hoge
resolutie ingescand en kan je op een gedigitaliseerd beeld van het weefsel op je
computerscherm navigeren, in- en uitzoomen.
In deze practicumnotities krijg je per weefselpreparaat een lijst met de te herkennen weefsels
en structuren.
Per practicum staat wat je moet kunnen herkennen en benoemen voor dat betreffende
practicum vet gedrukt. Na alle practica zijn alle zaken aan bod gekomen en aan het einde van
de practicareeks moet je de volledige lijst per preparaat kunnen herkennen en benoemen.
Op OlyVIA staan er van alle te herkennen weefsels of structuren reeds een voorbeeld
aangeduid met een vlaggetje (rechts onderaan, tabblad “annotations” openklikken,
dubbelklikken op naam van de structuur). Het is de bedoeling dat je zelf verder zoekt in het
prepraat naar andere voorbeelden van deze structuren. Op het examen krijg je foto’s die je
moet kunnen herkennen en correct moet kunnen benoemen, deze zullen uiteraard geen foto’s
zijn van de vlaggetjes.
VERLOOP VAN DE PRACTICA
Zelfstandige voorbereiding online per practicum via Ufora en OlyVIA met inleidingsfilmpjes
en practicumnotities.
Elk practicum gaat on campus door met de mogelijkheid om de preparaten te bekijken en
vragen te stellen aan de assistent. Om gericht vragen te stellen is het goed dat je de practica
thuis grondig voorbereid hebt!
EXAMEN
10 histologische foto’s van weefsels of structuren afkomstig uit de preparaten vanop OlyVIA
benoemen.
CONTACT
Bij vragen over het practicum:
1
, Practicumnotities virtuele microscopie
Practicum 1: BEDEKKENDE EPITHELEN EN KLIERWEEFSEL
Epithelen bestaan uit cellen die goed aaneensluiten en rusten op een basale membraan.
Tussen de cellen wordt bijna geen extracellulair materiaal aangetroffen. Dit bedekkend
epitheel wordt beschreven aan de hand van 3 kenmerken:
- aantal cellagen
- vorm van de cellen
- oppervlaktespecialisaties
Ook het klierweefsel behoort tot het epitheel. Het ontstaat als uitstulpingen van het bedekkend
epitheel in het onderliggend bindweefsel. In dit practicum worden enkel exocriene klieren
bekeken. Op basis van de aard van het secretieproduct, maakt men een onderscheid tussen
muceuze en sereuze klieren. Op basis van de wijze waarop het secretieproduct wordt
afgescheiden, onderscheidt men apocriene, merocriene en holocriene klieren.
Dunne huid_01
- meerlagig verhoornd plaveiselepitheel Stratum granulosum
Stratum disjunctum
Stratum
spinosum
- éénlagig kubisch epitheel met daarrond myo-epitheelcellen (acinus zweetklier,
secretoire deel van de zweetklier)
secretoir deel zweetklier
- tweelagig kubisch epitheel (afvoergang zweetklier, excretoire deel van de zweetklier)
excretoire deel
zweetklier
2