Anatomie LP 12
Algemeen
Bekkeningang: gevormd door het os pubis
en de schuine lijn vanaf S1.
Bekkenbodem = perineum
Structuren:
Rectum + anus
Urinair systeem
Voortplantingssysteem
Excavatio rectovesicalis = Douglasholte
Een holte tussen de blaas en rectum (man)
Excavatio rectouterina = Douglasholte
tussen rectum en blaas (vrouw)
Excavatio vesicouterina
tussen blaas en uterus
Grote bekken = deel van het abdomen
Kleine bekken:
bekkeningang van het promontorium (S1) tot het
pubis.
Ligamenten:
Lig. Sacrospinosum: van het sacrum + coccyx naar het
spina ischiadicum
Lig. Sacrotuberosum: over heel het sacrum + coccyx
naar tuber ischiadicum.
Membrana obturatoria: het vult het foramen
obturatorium bijna volledig op buiten en kanaal.
Foramina:
Foramen ischiadicum majus
Foramen ischiadicum minus
, Spieren
m. piriformis: origo op sacrum en insertie op de
femur. Deze loopt door het foramen
ischiadicum major.
m. obturator internus: origo op os ischium en
insertie op femur
Foramen ischiadicum majus: wordt opgedeeld
door m. piriformis in een craniaal en caudaal
deel. Craniaal lopen vooral bloedvaten naar de
gluteaalregio en de n. glutealis sup. Caudaal
lopen de n. glutealis inf. En n. ischiadicus die
vanuit de sacrale plexus een groot deel van het
onderste lidmaat zal innerveren. Ook de n.
pudendus die met nog wat enkele zenuwen
naar het foramen ischiadicus minus gaat.
Canalis obturatorius:
bloedvaten naar dij en de n. obturatorius.
De bekkenbodem bestaat dorsaal uit levator
ani en ventraal uit perineum.
Membrana perinealis: is een verankering voor
de genitaliën. Ook is het de route voor urethra
en vagina en ook hun bijhorende sluitspiertjes.
mm. levatores ani:
Op de middellijn is deze verbonden aan het
raphe of anococcygeaal lig. (groen)
Het vormt een lus rond de anusopening en
belangrijk is voor de continentie.
Kliniek
Bij een moeilijke bevalling gaat men het membrana perinealis doorsnijden = episiotomie
Algemeen
Bekkeningang: gevormd door het os pubis
en de schuine lijn vanaf S1.
Bekkenbodem = perineum
Structuren:
Rectum + anus
Urinair systeem
Voortplantingssysteem
Excavatio rectovesicalis = Douglasholte
Een holte tussen de blaas en rectum (man)
Excavatio rectouterina = Douglasholte
tussen rectum en blaas (vrouw)
Excavatio vesicouterina
tussen blaas en uterus
Grote bekken = deel van het abdomen
Kleine bekken:
bekkeningang van het promontorium (S1) tot het
pubis.
Ligamenten:
Lig. Sacrospinosum: van het sacrum + coccyx naar het
spina ischiadicum
Lig. Sacrotuberosum: over heel het sacrum + coccyx
naar tuber ischiadicum.
Membrana obturatoria: het vult het foramen
obturatorium bijna volledig op buiten en kanaal.
Foramina:
Foramen ischiadicum majus
Foramen ischiadicum minus
, Spieren
m. piriformis: origo op sacrum en insertie op de
femur. Deze loopt door het foramen
ischiadicum major.
m. obturator internus: origo op os ischium en
insertie op femur
Foramen ischiadicum majus: wordt opgedeeld
door m. piriformis in een craniaal en caudaal
deel. Craniaal lopen vooral bloedvaten naar de
gluteaalregio en de n. glutealis sup. Caudaal
lopen de n. glutealis inf. En n. ischiadicus die
vanuit de sacrale plexus een groot deel van het
onderste lidmaat zal innerveren. Ook de n.
pudendus die met nog wat enkele zenuwen
naar het foramen ischiadicus minus gaat.
Canalis obturatorius:
bloedvaten naar dij en de n. obturatorius.
De bekkenbodem bestaat dorsaal uit levator
ani en ventraal uit perineum.
Membrana perinealis: is een verankering voor
de genitaliën. Ook is het de route voor urethra
en vagina en ook hun bijhorende sluitspiertjes.
mm. levatores ani:
Op de middellijn is deze verbonden aan het
raphe of anococcygeaal lig. (groen)
Het vormt een lus rond de anusopening en
belangrijk is voor de continentie.
Kliniek
Bij een moeilijke bevalling gaat men het membrana perinealis doorsnijden = episiotomie
