• Kan als voorbereiding op doorverwijzing naar een
Eetstoornissen relaxatietherapeute
- Pas op met doorverwijzing à Als je onmiddellijk doorverwijst tijdens een eerste
“ De hulpvraag vraag van de eetstoornis, of van de persoon met de eetstoornis “ consultatie met iemand met dergelijke kernovertuigingen
- à het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de hulpvraag van de o à vertrouwensband is weg
eetstoornis en de persoon met de eetstoornis o à de kernovertuiging ‘ik ben alleen’ wordt hierbij versterkt
o à het kan ook dat de eetstoornis meer kracht wordt geven ‘die kan mij niet
helpen’
- ABC
o A: activerende gebeurtenis
- à Patiënten met eetstoornissen doen alsof het basaal metabolisme niet bestaat
o B: believes / overtuigingen
o à je kan hier omtrent informatie over geven
o C: consequenties (gedrag en gevoelens)
§ Pas op: doe dit niet onmiddellijk, neem eerst ruimte om deze
§ Gevoel: is vaak echt reëel
overtuiging te bevragen, belangrijk dat de patiënt zelf tot inzicht komt
• Buik is een plaats waar gevoelens vaak echt voelbaar zijn
o (patiënt heeft opgeblazen gevoel en voelt zich dik, Overtuigingen
iemand zegt “hoe kan je je nu dik voelen want je bent - Kruimelen: beschuiten
graatmager”) o Beschuiten kruimelen = minder gegeten, langer kauwen EN aantonen aan
§ Gedrag: buitenwereld dat je hebt gegeten!
• Vb. gebruik van laxeermiddelen - Braken:
o (om platter gevoel te hebben, bij langdurig gebruik gaat o Iets eten met veel kleur (spinazie) en braken tot je het kleur van de spinazie
het de darmzenuwstructuren aantasten en uiteindelijk ziet zodat je weet dat je voldoende hebt gebraakt
het omgekeerde doen) o Regurgiteren (= middenrif samentrekken en geen echte braakreflex
opwekken maar toch braken)
- Gedrag: “ik ga dit nu niet eten want… “ / “als ik niets doe dan verbruik ik niets” / o Rumineren (= eten kauwen en het dan uitspuwen)
zitten = niets verbruiken voor patiënten met anorexia OF alles wat ik extra beweeg - Lijngericht eten
zorgt ervoor dat ik gewicht ga verliezen o Kcal tellen, … (eerder vermeld)
o à LIJNGERICHT ETEN (plannetjes maken om extra kcal te verbruiken of er - Weinig eten à afbouw
minder op te nemen) o Fase 1. geen vetrijke en suikerrijke producten meer (het start met een beetje
- Fixatie op 1200 kcal à hoe sterker de anorexia wordt hoe minder kcal ze per dag afvallen)
mogen innemen van zichzelf/van de eetstoornis o Fase 2. Basisvoedingsmiddelen verminderen tot er eigenlijk enkel en alleen
o Weglopen van het tellen is moeilijk à dagelijks kcal tellen / wandelende meer groenten overblijven (want fruit bevat eigenlijk ook al te veel suikers in
Nubel de ogen van de patiënten)
§ Belangrijk hierbij is een onderscheid maken tussen hoofd en lichaam: - Voeding wegsteken, excuses zoeken (bv sorry ik heb al dat of dat zogezegd gegeten)
er is de gedachte van zoveel kcal te mogen eten, maar luister daarbij - Overtuigingen over zichzelf (persoon)
ook naar de signalen van het lichaam, wat heeft je lichaam om dit o Ik ben niet goed genoeg
moment nodig? 1 o Ik voel me alleen, niemand begrijpt mij
§ Evt R/ ademhalingsoefeningen/ relaxatietechnieken: meer contact o Ik ben alleen, er is niemand die mij graag ziet
met honger en verzadiging = transdisciplinair werken - Overtuigingen van het lichaamsbeeld
• Om zo het vastzitten id maag los te laten komen o Ik voel me dik, zwaar
o De overtuigingen spreken ze echt ook, hier komen ze mee naar buiten
o Reactie: minder gaan eten
1
o Nagaan wel gevoel er achter zit
- Weten wat het verschil is tussen hoofd en lichaam
o Overtuigingen rond kcal à gedachte / hoofd - Op bezoek bij de diëtist
o Wat vraag het lichaam op dat moment? o 1/ diëtiste stelt eetplan op om bij te komen
1 2
, o 2/ diëtiste helpt vermageren o voortvloeiend uit een lichamelijke, psychologische, psychiatrische
- Alles begon bij buitenwereld: “amai je ziet er goed uit” à eetstoornis bekrachtigen problematiek of behorend tot opvoedingsproblemen m.b.t. het leerproces op
à eerst bewondering van buitenwereld, daarna bezorgdheid en controleren, als vlak van eten
laatste booscheid en machteloosheid - Eetstoornis
- Vaak ook kampen met zichzelf pijn doen o Meer opvallende ‘afwijking’ in het eetgedrag = syndroom
o Endorfinesysteem dient ervoor om pijn te verdoven o persisterend
o Jezelf pijn doen à meer endorfine à pijn zal verdoven o resulteert in het verstoren van het lichamelijk, mentaal én sociaal
functioneren
Consultatie o →zelfstandig ziektebeeld
o = deel van de identiteit (of pseudo-identiteit)
- Vragen naar voedingpatroon Leeftijd <6jaar: voedingsprobleem vs. –stoornis
o Wat is eten voor jou Zie: GOS-criteria vooropgesteld door het Londense Great Ormond Street Hospital
o Hoe ziet het er nu uit
o Hoe zag het er 3 weken geleden uit
Wat is afwijkend? Wat is de norm?
o Hoe zag het er vroeger uit
o …
Verstoring van het lichamelijk, mentaal en sociaal functioneren
- Waarom deel jij dit voedingsmiddel in bij ongezond
o Waarom is dit ongezond voor jou? Een eetstoornis neemt heel veel ruimte in…
o Neutraal en objectief luisteren
o Idee in vraag stellen - Hoeveel % van jouw dagelijkse tijd nemen het eetgebeuren en de gedachten errond
§ Vb. Vroeger gegeten en doemgedachte van bepaald VM in? (incl. compensatiegedragingen, bezig zijn met gewicht en lichaamsvormen, ...)
o D (discussie): van waar komt het idee / heeft het idee getoond waar te zijn in - Welke invloed heeft dit op andere levensdomeinen*? (minder ruimte voor maken of
verleden / heden ‘het hier en nu’ verliezen waarbij eetstoornisgedachten de andere levensdomeinen
o E (evaluatie): hoe kan het anders overschaduwen = ‘afwezig zijn’)
- Er werd gedaan aan afbouw van voedingsmiddelen om tot anorexia te komen à nu - Wat is de relatie tussen jouw gewicht (of andere lichaamsvormen en – maten) en hoe
opbouw van voeding om gezond gewicht te bekomen je jou voelt (en wat je over jezelf denkt)?
o Als de persoon wel nog fruit at à - Wat is de relatie tussen hetgeen je eet of hebt kunnen weerstaan en hoe je jou voelt
o eerst terug fruit geven (en niet direct frieten bijvoorbeeld). Patiënten hebben (en wat je over jezelf denkt)?
* levensdomeinen = familie, huwelijk/intieme relatie, ouderschap, vriendschap/sociaal netwerk,
vaak lijsten in hun hoofd met wat gezond is en wat niet, denken heel zwart
werk/studie, geloof/spiritualiteit, vrijwilligerswerk, verenigingsleven, beweging/sport, andere
wit. hobby’s, slaap en rust, ...
o De voedingsanamnese: niet enkel wat de persoon op dit moment eet maar
ook “wat zijn je gedachten rond bepaalde voedingsmiddelen?” “Hoe deel jij
VM in?” “Hoe zag je voeding er uit voor dat voeding zo belangrijk werd in je Wat de omgeving ziet ….
- Tip voor de omgeving:
leven? “Waarom staat dit VM bij ongezond?”
o Kijk verder dan het ‘afwijkend’ gedrag (de stoornis).
à je moet dus eerst luisteren
o Onderzoek welke boodschap erachter zit (de functie/ de betekenis).
à niet vragen naar hun gedragingen want dan breng je ze op ideeën
o Bevraag en beluister gedachten en gevoelens.
Hoe meer je controleert à hoe sterker de eetstoornis
Eetprobleem VS. Eetstoornis
- Eetprobleem
o ‘afwijking’ in het eetgedrag = symptoom
o Soms tijdelijk
o resulteert niet onmiddellijk in disfunctioneren van het individu
3 4
Eetstoornissen relaxatietherapeute
- Pas op met doorverwijzing à Als je onmiddellijk doorverwijst tijdens een eerste
“ De hulpvraag vraag van de eetstoornis, of van de persoon met de eetstoornis “ consultatie met iemand met dergelijke kernovertuigingen
- à het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de hulpvraag van de o à vertrouwensband is weg
eetstoornis en de persoon met de eetstoornis o à de kernovertuiging ‘ik ben alleen’ wordt hierbij versterkt
o à het kan ook dat de eetstoornis meer kracht wordt geven ‘die kan mij niet
helpen’
- ABC
o A: activerende gebeurtenis
- à Patiënten met eetstoornissen doen alsof het basaal metabolisme niet bestaat
o B: believes / overtuigingen
o à je kan hier omtrent informatie over geven
o C: consequenties (gedrag en gevoelens)
§ Pas op: doe dit niet onmiddellijk, neem eerst ruimte om deze
§ Gevoel: is vaak echt reëel
overtuiging te bevragen, belangrijk dat de patiënt zelf tot inzicht komt
• Buik is een plaats waar gevoelens vaak echt voelbaar zijn
o (patiënt heeft opgeblazen gevoel en voelt zich dik, Overtuigingen
iemand zegt “hoe kan je je nu dik voelen want je bent - Kruimelen: beschuiten
graatmager”) o Beschuiten kruimelen = minder gegeten, langer kauwen EN aantonen aan
§ Gedrag: buitenwereld dat je hebt gegeten!
• Vb. gebruik van laxeermiddelen - Braken:
o (om platter gevoel te hebben, bij langdurig gebruik gaat o Iets eten met veel kleur (spinazie) en braken tot je het kleur van de spinazie
het de darmzenuwstructuren aantasten en uiteindelijk ziet zodat je weet dat je voldoende hebt gebraakt
het omgekeerde doen) o Regurgiteren (= middenrif samentrekken en geen echte braakreflex
opwekken maar toch braken)
- Gedrag: “ik ga dit nu niet eten want… “ / “als ik niets doe dan verbruik ik niets” / o Rumineren (= eten kauwen en het dan uitspuwen)
zitten = niets verbruiken voor patiënten met anorexia OF alles wat ik extra beweeg - Lijngericht eten
zorgt ervoor dat ik gewicht ga verliezen o Kcal tellen, … (eerder vermeld)
o à LIJNGERICHT ETEN (plannetjes maken om extra kcal te verbruiken of er - Weinig eten à afbouw
minder op te nemen) o Fase 1. geen vetrijke en suikerrijke producten meer (het start met een beetje
- Fixatie op 1200 kcal à hoe sterker de anorexia wordt hoe minder kcal ze per dag afvallen)
mogen innemen van zichzelf/van de eetstoornis o Fase 2. Basisvoedingsmiddelen verminderen tot er eigenlijk enkel en alleen
o Weglopen van het tellen is moeilijk à dagelijks kcal tellen / wandelende meer groenten overblijven (want fruit bevat eigenlijk ook al te veel suikers in
Nubel de ogen van de patiënten)
§ Belangrijk hierbij is een onderscheid maken tussen hoofd en lichaam: - Voeding wegsteken, excuses zoeken (bv sorry ik heb al dat of dat zogezegd gegeten)
er is de gedachte van zoveel kcal te mogen eten, maar luister daarbij - Overtuigingen over zichzelf (persoon)
ook naar de signalen van het lichaam, wat heeft je lichaam om dit o Ik ben niet goed genoeg
moment nodig? 1 o Ik voel me alleen, niemand begrijpt mij
§ Evt R/ ademhalingsoefeningen/ relaxatietechnieken: meer contact o Ik ben alleen, er is niemand die mij graag ziet
met honger en verzadiging = transdisciplinair werken - Overtuigingen van het lichaamsbeeld
• Om zo het vastzitten id maag los te laten komen o Ik voel me dik, zwaar
o De overtuigingen spreken ze echt ook, hier komen ze mee naar buiten
o Reactie: minder gaan eten
1
o Nagaan wel gevoel er achter zit
- Weten wat het verschil is tussen hoofd en lichaam
o Overtuigingen rond kcal à gedachte / hoofd - Op bezoek bij de diëtist
o Wat vraag het lichaam op dat moment? o 1/ diëtiste stelt eetplan op om bij te komen
1 2
, o 2/ diëtiste helpt vermageren o voortvloeiend uit een lichamelijke, psychologische, psychiatrische
- Alles begon bij buitenwereld: “amai je ziet er goed uit” à eetstoornis bekrachtigen problematiek of behorend tot opvoedingsproblemen m.b.t. het leerproces op
à eerst bewondering van buitenwereld, daarna bezorgdheid en controleren, als vlak van eten
laatste booscheid en machteloosheid - Eetstoornis
- Vaak ook kampen met zichzelf pijn doen o Meer opvallende ‘afwijking’ in het eetgedrag = syndroom
o Endorfinesysteem dient ervoor om pijn te verdoven o persisterend
o Jezelf pijn doen à meer endorfine à pijn zal verdoven o resulteert in het verstoren van het lichamelijk, mentaal én sociaal
functioneren
Consultatie o →zelfstandig ziektebeeld
o = deel van de identiteit (of pseudo-identiteit)
- Vragen naar voedingpatroon Leeftijd <6jaar: voedingsprobleem vs. –stoornis
o Wat is eten voor jou Zie: GOS-criteria vooropgesteld door het Londense Great Ormond Street Hospital
o Hoe ziet het er nu uit
o Hoe zag het er 3 weken geleden uit
Wat is afwijkend? Wat is de norm?
o Hoe zag het er vroeger uit
o …
Verstoring van het lichamelijk, mentaal en sociaal functioneren
- Waarom deel jij dit voedingsmiddel in bij ongezond
o Waarom is dit ongezond voor jou? Een eetstoornis neemt heel veel ruimte in…
o Neutraal en objectief luisteren
o Idee in vraag stellen - Hoeveel % van jouw dagelijkse tijd nemen het eetgebeuren en de gedachten errond
§ Vb. Vroeger gegeten en doemgedachte van bepaald VM in? (incl. compensatiegedragingen, bezig zijn met gewicht en lichaamsvormen, ...)
o D (discussie): van waar komt het idee / heeft het idee getoond waar te zijn in - Welke invloed heeft dit op andere levensdomeinen*? (minder ruimte voor maken of
verleden / heden ‘het hier en nu’ verliezen waarbij eetstoornisgedachten de andere levensdomeinen
o E (evaluatie): hoe kan het anders overschaduwen = ‘afwezig zijn’)
- Er werd gedaan aan afbouw van voedingsmiddelen om tot anorexia te komen à nu - Wat is de relatie tussen jouw gewicht (of andere lichaamsvormen en – maten) en hoe
opbouw van voeding om gezond gewicht te bekomen je jou voelt (en wat je over jezelf denkt)?
o Als de persoon wel nog fruit at à - Wat is de relatie tussen hetgeen je eet of hebt kunnen weerstaan en hoe je jou voelt
o eerst terug fruit geven (en niet direct frieten bijvoorbeeld). Patiënten hebben (en wat je over jezelf denkt)?
* levensdomeinen = familie, huwelijk/intieme relatie, ouderschap, vriendschap/sociaal netwerk,
vaak lijsten in hun hoofd met wat gezond is en wat niet, denken heel zwart
werk/studie, geloof/spiritualiteit, vrijwilligerswerk, verenigingsleven, beweging/sport, andere
wit. hobby’s, slaap en rust, ...
o De voedingsanamnese: niet enkel wat de persoon op dit moment eet maar
ook “wat zijn je gedachten rond bepaalde voedingsmiddelen?” “Hoe deel jij
VM in?” “Hoe zag je voeding er uit voor dat voeding zo belangrijk werd in je Wat de omgeving ziet ….
- Tip voor de omgeving:
leven? “Waarom staat dit VM bij ongezond?”
o Kijk verder dan het ‘afwijkend’ gedrag (de stoornis).
à je moet dus eerst luisteren
o Onderzoek welke boodschap erachter zit (de functie/ de betekenis).
à niet vragen naar hun gedragingen want dan breng je ze op ideeën
o Bevraag en beluister gedachten en gevoelens.
Hoe meer je controleert à hoe sterker de eetstoornis
Eetprobleem VS. Eetstoornis
- Eetprobleem
o ‘afwijking’ in het eetgedrag = symptoom
o Soms tijdelijk
o resulteert niet onmiddellijk in disfunctioneren van het individu
3 4
