Samenvatting van het boek Het gezin centraal, dit boek is een handboek voor de ambulant hulpverlener en moet voor meerdere studies geleerd worden. Deze samenvatting gaat je zeker helpen bij het leren van dit boek! En scheelt je veel tijd om de belangrijke dingen te leren die je echt moet weten!
Samenvatting hoofdstuk 10 Het gezin centraal, Arjan Bolt, Leerhuis
Samenvatting hoofdstuk 9 Het gezin Centraal, Arjan Bolt, Leerhuis
Tout pour ce livre (39)
École, étude et sujet
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Sociaal werk
Het Gezin Centraal
Tous les documents sur ce sujet (1)
5
revues
Par: Paysano98 • 1 semaine de cela
Par: dijkymke • 7 mois de cela
Par: beaubrouwer97 • 1 année de cela
Par: jantinovdb • 2 année de cela
Par: khoekman31 • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
cornelisk
Avis reçus
Aperçu du contenu
Gezin centraal
Het jeugdstelsel heeft de volgende vier categorieën
1. Pedagogische gemeenschap
2. Gemeentelijke basisvoorzieningen
3. Vrij toegankelijke jeugdhulp, vaak in gebiedsgerichte teams
4. Specialistische hulp (zoals jeugd-ggz, hulp aan LVB-jeugd en hun gezinnen, jeugdzorg met
verblijf)
Hoofdstuk 1 Gezinshulpverlening: doelgroep, doelen en varianten
1.2 doelgroep: de gezinnen en hun vragen
De draagkracht van het gezin is niet groot genoeg om de draaglast aan te kunnen. De verstoring in de
balans ontwricht het gezin en bedreigd de gezonde ontwikkeling van de kinderen.
Gedragsproblemen worden globaal gecategoriseerd in externaliserende en internaliserende
gedragsproblemen. Extern – het gedrag van het kind leidt tot botsing met zijn omgeving en de gelde
sociale of maatschappelijke regels en normen. Inter- het kind heeft zelf de meeste hinder van de
gedragsproblemen, denk aan angst, depressie, dwangmatigheid, onzekerheid, verdriet en rouw.
Het gedrag hoeft niet perse de oorzaak te zijn van de gezinsproblemen maar kan wel vaak de
aanleiding zijn om hulp te zoeken.
Risicofactoren zijn gebeurtenissen en omstandigheden die het gezinsleven nadelig beïnvloeden en
die bij kunnen dragen aan het ontstaan en onderhouden van opvoed- en opgroeiproblemen.
Beschermende factoren versterken de draagkracht van een gezin en reduceren de kans op escalatie
vaan problemen.
Kindkenmerken
- Gedragsproblemen
- Beperkingen
- Problematische gehechtheid
- Levensgebeurtenissen
- Beschermende kindfactoren, bijvoorbeeld autisme maar wel heel intelligent maakt meer
kans om sociale vaardigheden te leren en te redden in de samenleving dan een autistisch
kind met beperkte verstandelijke vermogens.
Ouderkenmerken
- Ziekte of handicap
- Psychiatrische aandoening en verslavingsproblematiek
- LVB
- Intergenerationele overdracht (probleem uit eigen opvoeding/opgroeien meenemen en aan
kinderen overbrengen door geen goed voorbeeld gehad te hebben)
- Beschermende ouderfactoren, partner die kan steunen, positieve eigenschappen, netwerk
Omgevingsfactoren
- Sociaaleconomische status
- Werkloosheid
- Armoede
- Huisvestingsproblemen
, - Slecht onderwijs
- Wonen in een buurt met veel verval en criminaliteit
Achterstandswijken zijn wijken of buurten waar sprake is van hoge werkloosheid, een laag gemiddeld
inkomen, relatief veel armoede, slechte huisvesting, verpaupering en veel overlast en criminaliteit
Straatcultuur is een min of meer antimaatschappelijke jongerencultuur met eigen normen, waarden,
gewoonten en taal. Verzet tegen de gevestigde orde vormt een belangrijk onderdeel van de
straatcultuur.
Kwetsbare gezinnen – gezinnen die te maken hebben met minstens vijf risicofactoren die het
functioneren van het gezin nadelig beïnvloeden.
Multiprobleem gezin – complexe problemen, kampen naast de opgroei en opvoedproblemen met tal
van andere nadelige omstandigheden. Hebben minstens één probleem op alle vier de kenmerken. Er
is ook sprake van een verstoord, conflictueus sociaal netwerk.
Hulpvragen
- Opvoeding en communicatie
- Samenwerking tussen de ouders
- Gedragsproblemen bij de jeugdige
- Omstandigheden in de omgeving van het gezin en in hun sociale netwerk die van invloed zijn
op het dagelijks leven van het gezin en het functioneren van de ouders en de jeugdige.
(burenruzies/familieproblemen)
1.3 doelen van gezinshulpverlening: gedragsverandering en empowerment
De bedoeling van ambulante gezinshulpverlening is het gezin te helpen die neerwaartse spiraal te
doorbreken, de balans tussen draagkracht en draaglast te herstellen en zo de regie over het leven
weer geheel te vinden.
De balans herstelt zich als er sprake is van concrete, aantoonbare en duurzame gedragsverbetering in
het gezin. Duurzame gedragsverbetering hangt samen met het begrip empowerment. Dit ontstaat als
de gezinsleden de kracht in zichzelf én in hun sociale omgeving weten te vinden om hun leven, met
alle tegenslagen en beperkingen die erin voorkomen, zelfstandig aan te kunnen.
1.4 enkelvoudige ambulante gezinshulpverlening
Dit is de ambulante jeugd- en gezinshulp die niet gecombineerd wordt met een andere vorm van
hulp of zorg aan een gezin. Als de hulp gestructureerd, planmatig en doelgericht is, draagt dat bij aan
de effectiviteit van de hulp. Vooral als coach door de juiste vragen te stellen en de gezinsleden te
stimuleren op een constructieve wijze naar hun toekomst te kijken.
1.5 meervoudige jeugd- en gezinshulp: werken volgens 1Gezin1Plan
De hulp aan deze gezinnen was voorheen gefragmenteerd, de zorgverleners vaart zijn eigen koers op
het terrein waarop hij expert is en trekt zijn eigen plan. Zo moet het gezin meewerken aan
losstaande plannen, terwijl de problemen nauw met elkaar verbonden zijn. Nu is er geïntegreerde
hulp, er is sprake van samenhang tussen de verschillende vormen van hulp en zorg die aan een gezin
verleend worden. Hierbij hoort het opstellen van een gezamenlijk geïntegreerd gezinsplan waaraan
elke bij een gezin betrokken hulpverlener en instantie zich verbindt en dat de basis vormt voor
afstemming en samenwerking met het gezin en elkaar. Samenwerken met gezinnen op basis van
partnerschap, dus het besef bij hulpverleners dat het de gezinsleden zijn die hen betrekken bij hun
gezinsleven en niet andersom.
1. Professionals overleggen altijd mét de cliënt en niet over ze.
2. Het gezin is eigenaar en opsteller van het gezinsplan. Hun doelen zijn leidend.
3. Cliënten beslissen (mee) over de in te zetten hulp en zorg.
4. Professionals ondersteunen het gezin om steun uit het sociale netwerk te mobiliseren ten
behoeve van het gezinsplan.
, 5. Professionals leggen de focus op competenties, krachten en successen van gezinsleden en
hun context.
Dit kan alleen wanneer de veiligheid van kinderen of ouders kan gewaarborgd worden. op het
moment dat dit niet zo is kan de noodzaak tot hulp op basis van dwang en drang ontstaan. Dit is
opgelegd door de kinderrechter. Gedwongen hulp of bemoeizorg zal alleen succesvol kunnen zijn als
de samenwerkingscrisis die drang en dwang kunnen veroorzaken, overwonnen wordt door de
hulpverleners en de cliënt.
1.6 gezinshulpverlening bij jeugdhulp met verblijf
Denk aan pleeggezinnen, crisisopvang, residentiële opvang en behandeling, gesloten
verblijfsvoorzieningen en verblijfsvormen die een gezinssituatie nabootsen zoals gezinshuizen,
zorgboerderijen en logeergroepen. Ook zijn kamertraining en begeleid wonen vormen van jeugdhulp
met verblijf. Vaak niet permanent, dient om de belasting van een gezin te verlichten of een crisis te
voorkomen. Hulp met verblijf is gezinsgecentreerd als partnerschap het belangrijkste kenmerk is van
de relatie tussen de hulpverleners en de ouders. Er is een vertrouwenspersoon gedurende het hele
traject, de trajectbegeleider. Dit houdt in dat hij zorgt voor een goede afstemming van hulpvraag en -
aanbod ten opzichte van de gezinsleden en de pedagogisch medewerkers en eventueel andere bij
het gezin betrokken professionals. Hij ziet erop toe dat de hulp die geboden wordt met elkaar
samenhangt en dat in de hulp het gezin centraal staat.
Driestappenplan bij het bepalen van de uitkomst van residentiële hulp, perspectief van de jeugdige
1. De mogelijkheid onderzoeken van terugkeer naar huis. Het vertrouwen in de toekomst, het
geloof in eigen kunnen en het gevoel van competentie van zowel de ouders als de jeugdige is
toegenomen.
2. Roldifferentiatie en zelfstandigheid, doelstelling om ouders en kind te helpen met zoeken
naar een weg om te accepteren dat hun relatie op een andere manier gestalte zal krijgen dan
volledige terugkeer naar huis. Roldifferentiatie: de erkenning dat ouders altijd ouders blijven,
maar in een andere rol dan die van opvoeder.
3. Een alternatief thuis, omstandigheden die constructief contact tussen de jeugdige en zijn
ouders onmogelijk maken.
De functie van een jeugdgeneralist of een professional in een Jeugd- en Gezinsteam bestaat globaal
uit drie rollen.
Aannemer – adviseren en verbinden, versterken van het beroep op informele zorg, mobiliseren van
sociale veerkracht
Coach – kortdurende ondersteuning, coachen van gezinnen
Coördinator – inschakelen gespecialiseerde hulp, (mede)coördineren van integrale hulp aan een
gezin.
Hoofdstuk 2 Basisattitude en werkzaamheid
2.1 twee pijlers: vraaggerichtheid en gezinsgerichtheid
De attitude is de manier waarop een hulpverlener zich tot zijn cliënten wil verhouden. Dus de wijze
waarop een hulpverlener zijn cliënt benaderd.
Vraaggericht werken: neemt behoeften, de wensen en de krachten van de cliënt als uitgangspunt. De
hulpvraag van het gezin staat centraal in de dialoog tussen de ervaringsdeskundigheid van de cliënt
en de professionele deskundigheid van de gezinshulpverlener. Cliënt ervaart grote mate van regie.
2.2 vraaggerichtheid en participatie
Raad voor de Gezondheidszorg: vraaggerichte zorg is een gezamenlijke inspanning van patiënt en
hulpverleners, die erin resulteert dat de patiënt hulp ontvangt, die tegemoetkomt aan zijn wensen en
, verwachtingen, die tevens voldoet aan professionele standaarden. Denk bijvoorbeeld aan het PGB,
de subsidie die mensen van de overheid krijgen om naar eigen inzicht hulp te organiseren en in te
kopen voor zichzelf of familieleden.
Participatie: de cliënt wordt erkent als eigenaar, participant van zijn hulpverleningsplan en wordt een
grote mate van zeggenschap toegekend. Het middel participatie en zeggenschap in het hulpproces
dient het doel van zelfsturing en zelfredzaamheid van de cliënt die de hulpverlener uiteindelijk
overbodig maken.
De ladder hierboven toont negen participatieniveaus van cliënten die in de context van jeugdhulp
gestalte kunnen krijgen. Het laagste niveau betreft hulp waarin cliënten totaal geen zeggenschap
hebben.
2.3 kenmerken van vraaggericht werken
De hulpvraag centraal
De behoefte van de cliënt staat centraal. De vraag om hulp is in samenspraak opgesteld door de
hulpverlener en de cliënt na een periode waarin de kleine vragen van de cliënt zijn geëxpliciteerd.
Samenwerking en dialoog
Als partners samenwerken op basis van gelijkwaardigheid. De hulp komt tot stand in de dialoog
tussen cliënt en hulpverlener. Dus de gezamenlijke inzet om een bepaald doel te bereiken.
Twee soorten deskundigheid
Een gedeelde verantwoordelijkheid voor het hulpproces. De ervaringsdeskundigheid van de cliënt en
de professionele deskundigheid van de hulpverlener. Ervaringsdeskundigheid bestaat uit
levenservaring, het goed kennen van een kind door zijn ouders, intuïtie en motivatie.
Cliënt als regisseur
Zo veel mogelijk eigen regie tijdens de hulpverlening. Als hulpverlener ben je vooral aan het ordenen,
informatie geven, steun bieden, bemoedigen, het positieve benoemen en alternatieven zoeken.
Vraaggerichte bejegening
De bejegening wordt gekenmerkt door respect, bescheidenheid, openheid, belangstelling en
gerichtheid op samenwerking. Een vertrouwensband opbouwen is cruciaal. Al je eigen ideeën aan de
kant zetten en met een niet-weten houding naar de vraag kijken.
Empowerment en de eigen kracht van de cliënt
De eigen sterke kanten en competenties van cliënten en die van hun sociale netwerk opsporen,
benutten en versterken.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cornelisk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.