Interieur in Context B - Mogelijke examenvragen - Geslaagd met 16/20

Mogelijke vragen Interieur in context B
1. Wat is de link tussen de crisis van 1929, 1973 en 2008?

1929: Grote beurscrash in Wall Street - Sheldon en arens
- planned obsolescense
- consumptiemaatschappij

1973: Oliecrisis
- Geen gebruik meer van plastiek, meer hout en glas gebruiken.
- Postmodernisme

2008: Economische crisis
- Social en open design

 Meer kopen bij crisis om er weer bovenop te komen. Minder producten minder lange
levenskwaliteiten, zodat er meer gekocht wordt. Meer productie en meer vervuiling
(Daar hadden ze niet aan gedacht en weten nu niet meer wat ze er mee moeten doen.)
Producten maken die in de mode zijn en late opvallen met rode kleuren (Kleur waar we
ons bij aangetrokken voelen, sneller kopen.) = Planned obsolescense


2. Wat is het verschil tussen ambacht, design en kunst?

Ambacht:
- Met de hand gemaakt
- Functioneel
- Verdwijnt  steeds duurder

Design:
- Fabriek
- Functioneel

Kunst:
- Volledig vrij, geen regels
- Geen functie
- Autonoom
- Reflectie op de maatschappij

 Een stoel kan geen kunst zijn, wel design en ambacht.


3. Wat kan je vertellen over de keuken doorheen de geschiedenis?

 Reflectie van verandering van gewoontes in de maatschappij
 Keuken wordt machine in het modernisme