Thema 1: chromosomale mechanismen van overerving
Verschillende begrippen
• Homologe chromosomen = 2 overeenkomstige chromosomen in de celkern
• Gen = erffactor gelegen op genlocus, code voor kenmerk
• Allel = de vorm waarin een gen voorkomt
• Autosomen = chromosomen in de lichaamscellen
• Heterosomen = geslachtschromosomen
• Genotype (geheel van allelen) <—> fenotype (waarneembare kenmerken)
• (Co)-dominant (komt tot uiting) <—> recessief (ondergeschikt)
• Homozygoot (raszuiver) = identiek voor het zelfde kenmerk
• Heterozygoot (niet raszuiver) = verschillend voor hetzelfde kenmerk
• Hemizygoot (geslachtsgebonden kenmerken) = één allel aanwezig
1. Mendeliaanse overerving
Johann Gregor Mendel
• Oostenrijkse broeder en bioloog
• Kruisingsproeven: 1 bepaald waarneembaar kenmerk volgen
• Erwten
o Waarneembare kenmerken
o Groot nageslacht
o Van nature zelfbestuiving
o Mogelijkheid tot experimenteel kruisen (kruisbestuiving)
• Proeven op verschillende generaties
• Wetmatigheden op basis van overerving
➔ DE WETTEN VAN MENDEL (geen DNA, genen en chromosomen)
1.1 Monohybride kruisingen
1) Uniformiteitswet (1ste wet van Mendel):
Bij kruising van 2 homozygoten die slechts in één kenmerk verschillen, ontstaan
hybriden (of heterozygoten) die allen hetzelfde uiterlijk kenmerk hebben.
Omgekeerde kruising:
o Wisselen eigenschap van vader en moeder
o Hetzelfde resultaat
o Reciprociteitsregel: het maakt niet uit of men bij kruising van twee
organismen voor een bepaald kenmerk een vader of een moeder neemt
Verschillende begrippen
• Homologe chromosomen = 2 overeenkomstige chromosomen in de celkern
• Gen = erffactor gelegen op genlocus, code voor kenmerk
• Allel = de vorm waarin een gen voorkomt
• Autosomen = chromosomen in de lichaamscellen
• Heterosomen = geslachtschromosomen
• Genotype (geheel van allelen) <—> fenotype (waarneembare kenmerken)
• (Co)-dominant (komt tot uiting) <—> recessief (ondergeschikt)
• Homozygoot (raszuiver) = identiek voor het zelfde kenmerk
• Heterozygoot (niet raszuiver) = verschillend voor hetzelfde kenmerk
• Hemizygoot (geslachtsgebonden kenmerken) = één allel aanwezig
1. Mendeliaanse overerving
Johann Gregor Mendel
• Oostenrijkse broeder en bioloog
• Kruisingsproeven: 1 bepaald waarneembaar kenmerk volgen
• Erwten
o Waarneembare kenmerken
o Groot nageslacht
o Van nature zelfbestuiving
o Mogelijkheid tot experimenteel kruisen (kruisbestuiving)
• Proeven op verschillende generaties
• Wetmatigheden op basis van overerving
➔ DE WETTEN VAN MENDEL (geen DNA, genen en chromosomen)
1.1 Monohybride kruisingen
1) Uniformiteitswet (1ste wet van Mendel):
Bij kruising van 2 homozygoten die slechts in één kenmerk verschillen, ontstaan
hybriden (of heterozygoten) die allen hetzelfde uiterlijk kenmerk hebben.
Omgekeerde kruising:
o Wisselen eigenschap van vader en moeder
o Hetzelfde resultaat
o Reciprociteitsregel: het maakt niet uit of men bij kruising van twee
organismen voor een bepaald kenmerk een vader of een moeder neemt