MACRO ECONOMIE
Macro economie:
= studie vd economie in zijn geheel (bedrijven, gezinnen, overheidsinstanties,…)
De economische kringloop:
BBP = bruto binnenlands product (belangrijkste)
Komen tot stand door samenwerking tussen gezinnen, bedrijven, overheid en
buitenland
Definities BBP:
= de totale geldwaarde van alle geproduceerde G&D in een land gedurende een
bepaalde periode
OF
= Som vd bruto toegevoegde waardes die gecreëerd zijn
Recessie:
= BBP zwakt 2 kwartalen na elkaar
Kringloopschema:
Onderzoekt onderlinge verbondenheid tussen huishoudingen
- Kringloop 0: Gezinnen en bedrijven
o Gesloten economie, sparen en investeren niet, zonder overheid
- Kringloop 1: Gezinnen + bedrijven + sparen + investeren
o Onderscheid tussen bruto en nettoproduct
- Kringloop 2: Gezinnen + bedrijven + sparen + investeren +
overheid
o Bruto en nettoproduct tegen marktprijzen en factorprijzen
- Kringloop 3: Gezinnen + bedrijven + sparen + investeren +
overheid + buitenland
o Bruto en nettoproduct tegen marktprijzen en factorprijzen nationaal
en binnenlands
,Kringloop 0:
Berekenen op 3 manieren:
- Productieoptiek
o Totale waarde van goederen
en diensten die gedurende 1
jaar zijn geproduceerd
- Inkomensoptiek
o Bedrag gedurende 1 jaar
verdiend voor productieve
prestaties
- Bestedingsoptiek
o Totale uitgaven die gedurende 1 jaar naar de producenten vloeien
1. Gezinnen verstrekken productieve diensten aan de bedrijven via de
arbeidsmarkt
2. Bedrijven bieden consumptiegoederen & diensten aan via de markt voor de
consumptiegoederen aan de gezinnen
3. In ruil voor productieve prestaties ontvangen de gezinnen van de bedrijven
een inkomen (loon en/of kapitaal)
4. Gezinnen besteden hun volledige inkomen aan de aankoop van
consumptiegoederen
Kringloop 1:
- Bruto investeringen
- Vervangingsinvesteringen
o Schrijf je af (D)
- Netto-investeringen
o Uitbreidingsinvesteringen
Van spaargeld
o Voorraadwijzigingen
Brutoproduct
= waarde v/d verkochte (Cg) + waarde van de (Ibr) (= Iv + Iu + voorraden)
Vervangingsinvesteringen voegen geen waarde toe
Bevat vervangingsinvesteringen/afschrijvingen, uitbreidingsinvesteringen en
voorraden
Nettoproduct
= waarde v/d verkochte Cg + waarde van de In
Bevat GEEN vervangingsinvesteringen/afschrijvingen, WEL
uitbreidingsinvesteringen en voorraden.
, Methode 1 brutoproduct:
WEL 500 + 750 + 800 = 2 050
NIET 500 + (1 250) + (2 050) = 3 800
Methode 2 brutoproduct:
=
Methode 3 brutoproduct:
Macro economie:
= studie vd economie in zijn geheel (bedrijven, gezinnen, overheidsinstanties,…)
De economische kringloop:
BBP = bruto binnenlands product (belangrijkste)
Komen tot stand door samenwerking tussen gezinnen, bedrijven, overheid en
buitenland
Definities BBP:
= de totale geldwaarde van alle geproduceerde G&D in een land gedurende een
bepaalde periode
OF
= Som vd bruto toegevoegde waardes die gecreëerd zijn
Recessie:
= BBP zwakt 2 kwartalen na elkaar
Kringloopschema:
Onderzoekt onderlinge verbondenheid tussen huishoudingen
- Kringloop 0: Gezinnen en bedrijven
o Gesloten economie, sparen en investeren niet, zonder overheid
- Kringloop 1: Gezinnen + bedrijven + sparen + investeren
o Onderscheid tussen bruto en nettoproduct
- Kringloop 2: Gezinnen + bedrijven + sparen + investeren +
overheid
o Bruto en nettoproduct tegen marktprijzen en factorprijzen
- Kringloop 3: Gezinnen + bedrijven + sparen + investeren +
overheid + buitenland
o Bruto en nettoproduct tegen marktprijzen en factorprijzen nationaal
en binnenlands
,Kringloop 0:
Berekenen op 3 manieren:
- Productieoptiek
o Totale waarde van goederen
en diensten die gedurende 1
jaar zijn geproduceerd
- Inkomensoptiek
o Bedrag gedurende 1 jaar
verdiend voor productieve
prestaties
- Bestedingsoptiek
o Totale uitgaven die gedurende 1 jaar naar de producenten vloeien
1. Gezinnen verstrekken productieve diensten aan de bedrijven via de
arbeidsmarkt
2. Bedrijven bieden consumptiegoederen & diensten aan via de markt voor de
consumptiegoederen aan de gezinnen
3. In ruil voor productieve prestaties ontvangen de gezinnen van de bedrijven
een inkomen (loon en/of kapitaal)
4. Gezinnen besteden hun volledige inkomen aan de aankoop van
consumptiegoederen
Kringloop 1:
- Bruto investeringen
- Vervangingsinvesteringen
o Schrijf je af (D)
- Netto-investeringen
o Uitbreidingsinvesteringen
Van spaargeld
o Voorraadwijzigingen
Brutoproduct
= waarde v/d verkochte (Cg) + waarde van de (Ibr) (= Iv + Iu + voorraden)
Vervangingsinvesteringen voegen geen waarde toe
Bevat vervangingsinvesteringen/afschrijvingen, uitbreidingsinvesteringen en
voorraden
Nettoproduct
= waarde v/d verkochte Cg + waarde van de In
Bevat GEEN vervangingsinvesteringen/afschrijvingen, WEL
uitbreidingsinvesteringen en voorraden.
, Methode 1 brutoproduct:
WEL 500 + 750 + 800 = 2 050
NIET 500 + (1 250) + (2 050) = 3 800
Methode 2 brutoproduct:
=
Methode 3 brutoproduct: