Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Inleiding in de Methodologie en Statistiek (belangrijkste stof + formules) €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Inleiding in de Methodologie en Statistiek (belangrijkste stof + formules)

 6 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement

Dit document is een samenvatting van het vak Inleiding in de Methodologie en Statistiek. Dit vak wordt in het eerste jaar van de studie Psychologie gegeven. De samenvatting bestaat uit 24 pagina's. Het omvat de belangrijke stof van het vak. De schrijver heeft er een 8.0 mee weten te behalen.

Aperçu 3 sur 24  pages

  • 21 mai 2024
  • 24
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Tentamenstof Methodologie en Statistiek

Hoofdstuk 1

De empirische cyclus
- Observatie: idee voor onderzoeksvraag, inspiratiebronnen
- Inductie: formuleren van algemene informatie op basis van observeerbare feiten, ik
merk dat … dus ik stel vast dat …
- Deductie: toetsbare werkhypothese afleiden uit algemene theorie, het is een
voorspeling die uit een theorie volgt, als … waar is dan is … ook waar
- Toetsing: werkhypothese toetsen door onderzoek daadwerkelijk uit te voeren, data
verzamelen, analyseren en conclusies trekken
- Evaluatie: van de werkhypothese naar algemene hypothese verwerken

- Conceptuele definitie: wat wordt met een begrip bedoeld (abstract)
- Operationele definitie: hoe wordt het begrip waargenomen, gemeten of
gemanipuleerd (concreet)

3 types van onderzoek die verschillen in het doel van de wetenschapper:
- Basic research: Het doel is het vergroten van kennis. Het wordt uitgevoerd om de
psychologische processen die de basis van gedrag vormen te begrijpen zonder dat
ze direct toepasbaar hoeven te zijn.
- Applied research: het doel is om oplossingen voor bepaalde problemen te vinden
- Evaluation research: wetenschappers gebruiken gedragsonderzoek methoden om de
effecten van een sociaal of institutioneel programma op gedrag te meten.

3 doelen waarvan een onderzoek er minimaal één moet hebben:
- Gedrag beschrijven (description): het beschrijven van patronen in gedrag, gedachten
en emoties
- Gedrag voorspellen (prediction): het voorspellen van gedrag
- Gedrag verklaren (explanation): We begrijpen iets niet echt tot we het kunnen
verklaren

Volkspsychologie
Meestal leiden common sense ideeën (‘volksovertuiging’) ons in de goede directie, maar
wanneer ze niet kloppen, behoeden ze ons ervan om de daadwerkelijke werking van
psychologische processen te begrijpen.

4 belangrijke voordelen van het bestuderen van de methodologie van onderzoek:
- Begrijpen van onderzoeken die relevant zijn voor jou professie
- Beter kunnen analyseren van wetenschappelijke bevindingen in ons alledaagse leven
- Vermogen ontwikkelen om kritisch te denken
- Helpt met om een expert te worden, niet alleen in onderzoeksmethoden, maar ook in
specifieke onderwerpen

3 criteria waaraan een onderzoek moet voldoen om al wetenschappelijk beschouwd te
worden:
- Systematisch empirisme: empirisme is het gebruiken van observaties om conclusies
te trekken over de wereld. Observatie alleen is niet genoeg. Wetenschappers
structureren hun observaties op een systematische wijze zodat ze hier valide
conclusies over de wereld uit kunnen trekken
- Publieke verificatie: methoden en resultaten van het onderzoek moeten openbaar zijn
zodat de bevindingen van een onderzoek geobserveerd, gerepliceerd en geverifieerd
kunnen worden.

, - Wetenschap houdt zich alleen bezig met oplosbare problemen. Iets is niet
wetenschappelijk wanneer er geen enkele manier is om het op een empirische en
systematische manier te bestuderen

2 verschillende taken waar wetenschappers op zijn gericht:
- Ontdekken en documenteren van nieuwe fenomenen, patronen en relaties
- Verklaringen voor fenomenen ontwikkelen en evalueren

Theorie: set proposities die proberen de relatie tussen concepten te verklaren. Theorieën zijn
alleen valide wanneer ze gesteund worden door empirische observaties.

Een goede theorie voldoet aan deze 6 eisen:
- Causale relatie voorstellen: uitleggen hoe variabelen leiden tot een cognitieve,
emotionele, gedragsmatige of fysiologische relatie
- Coherent zijn: duidelijk, eenvoudig, logisch en consistent
- Zuinig zijn: zo min mogelijk concepten en processen gebruiken om het fenomeen uit
te leggen
- Toetsbare hypotheses genereren: moet te ontkrachten zijn door verder onderzoek
- Stimulerend: andere onderzoekers aanzetten om onderzoek te verrichten om de
theorie te testen
- Bestaande theoretische vraag oplossen

Een theorie legt uit waarom en hoe concepten gerelateerd zijn, een model specificeert alleen
hoe ze gerelateerd zijn. Modellen zijn dus beschrijvend en theorieën zijn verklarend.

Post hoc explanations: retrospectieve verklaringen die men kan vinden voor bijna alles nadat
het heeft plaatsgevonden. Wetenschappers zijn sceptisch over dit soort verklaringen door
het gemak waarmee we ze verzinnen.

Wetenschappers bedenken een hypothese a priori: voor het verzamelen van de data.
Hypotheses: specifieke verwachtingen die zijn afgeleid uit de theorie.
Het afleiden van hypotheses uit theorie gaat via deductie: vorm van rederneren die van een
algemene propositie (theorie), specifieke gevolgen (hypotheses) afleidt. Alsdan uitspraak.

Hypotheses kunnen ook verkregen worden door inductie: hypothese extraheren uit een
aantal feiten. Empirical generalizations: hypotheses die gebaseerd zijn op reeds
geobserveerde patronen. Een hypothese moet ontkracht kunnen worden (falsifieerbaar) door
de data die is verzameld. Methodological pluralism: we vinden bevindingen overtuigender
des te meer methoden en technieken er zijn gebruikt. Als er meer tegengestelde theorieën
over het verschijnsel zijn, is het mogelijk om een studie te ontwerpen die tegengestelde
hypothese tegelijkertijd test -> strategy of strong interference. Als de ene theorie juist is, is de
andere gelijk onjuist. Deze studies geven sterker bewijs dan studies die één theorie testen.

2 manieren om een concept te definiëren:
- Conceptuele definities: definitie zoals in het woordenboek
- Operationele definities: het definiëren van een concept door precies te specificeren
hoe het concept gemeten en opgewekt gaat worden in een onderzoek. Deze
definities zijn nodig om een onderzoek repliceerbaar te maken.

Een theorie kan alleen indirect getest worden door hypotheses, hierdoor kan een theorie niet
bewezen worden o.b.v. data van een onderzoek. Ze kunnen alleen ondersteund worden door
bevindingen. Een hypothese kan waar zijn terwijl de theorie compleet fout is.

Null findings: bevindingen dat bepaalde variabelen niet gerelateerd zijn aan een bepaald
gedrag.

, The file-drawer problem: wetenschappers kunnen een theorie testen die al meerdere malen
ontkracht is door het probleem van gebrek aan publicatie.

Je kan wetenschap zien in termen van 4 filters:
- Ideeën die filter 1 passeren zijn niet noodzakelijk valide maar ook niet flauwekul
- Filter 2 bestaat uit de onderzoeker zelf, hij bepaalt welke ideeën het waard zijn om te
onderzoeken.
- Filter 3 is peer-review, het filtert veel error en bias
- Filter 4 omvat het gebruik, replicatie en toevoeging van anderen. Alleen onderzoek
dat veel geciteerd en gebruikt wordt, wordt onderdeel van de wetenschappelijke
literatuur
4 brede methodologische categorieën waar gedragsonderzoek onder verdeeld kan worden:
- Beschrijvend onderzoek: beschrijft het gedrag, gedachten en/of emoties van een
bepaalde groep
- Correlationeel onderzoek: onderzoekt de relatie tussen verschillende psychologische
variabelen
- Experimenteel onderzoek: onderzoekt of een bepaalde variabele verandering in
gedrag, gedachten en emoties veroorzaakt. De onderzoeker manipuleert de
onafhankelijke variabele om te zien of dit veranderingen in gedrag (dependent
variabele) veroorzaakt.
- Quasi-experimenteel onderzoek: hiervan wordt gebruik gemaakt als er geen
onafhankelijke variabele kan worden gemanipuleerd of de externe factoren niet
constant kunnen worden gehouden. De wetenschapper onderzoekt de effecten van
een variabele of gebeurtenis die op natuurlijke wijze voorkomt, dit geeft niet zoveel
zekerheid als een experimenteel onderzoek.


Hoofdstuk 2

Schema: cognitief referentiekader die inkomende informatie organiseert en stuurt. Ze dienen
als framework en leiden onze gedachten, keuzes en gedrag.
Het ontwikkelen van een framework voor onderzoeksmethoden is belangrijk om alle
informatie hierover te integreren en organiseren om zo het grote plaatje van
onderzoeksmethoden te begrijpen. De kern van een schema over onderzoek is dat al het
gedragsonderzoek probeert om variabiliteit in gedrag (hoe en waarom gedrag varieert tussen
situaties en individuen en verandert met tijd) te verklaren.

Er zijn 5 redenen te onderscheiden waarom variabiliteit van meten de kern is van onderzoek:
- Gedragswetenschappen houden zich bezig met het meten van variabiliteit in gedrag
- Onderzoeksvragen in alle gedragswetenschappen zijn vragen over variabiliteit in
gedrag
- Onderzoek moet zo ontworpen worden dat het de onderzoeker in staat stelt vragen
over de variabiliteit in gedrag te beantwoorden: alle factoren die samenhangen met
verschillen in gedrag kunnen vaststellen
- Het meten van gedrag omvat de beoordeling van variabiliteit in gedrag: verschillen in
getallen moeten corresponderen met verschillen in gedrag, gedachten, emoties of
fysiologische reacties van participanten
- Statistische analyses worden gebruikt om de geobserveerde verschillen in
gedragsdata te beschrijven en verklaren

2 soorten statistiek:
- Beschrijvende statistiek: gedrag van participanten wordt beschreven en samengevat
- Inferentiële statistiek: gebruikt om conclusies trekken over de betrouwbaarheid en de
generaliseerbaarheid van bevindingen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SlimPsychologie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72964 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99
  • (0)
  Ajouter