Samenvatting Fiscaliteit
Deel 1: Basisbeginselen
H1: Begrip en Kenmerken van de Belasting
Geen wettelijke definitie
Kenmerken
Financieel doel: overheidsuitgave, financiëren – geen tegenprestatie
Dwingend karakter: sancties mogelijk,
De fiscale wet van openbare orde
Zijn geen belastingen
Bepaalde overheidsinkomsten (vb. inkomgelden musea)
Retributies
* Vergoeding voor geïndividualiseerde dienstverlening
er is een tegenprestatie
Vb. tolgelden, parkeerretributies, …
Parafiscale heffingen (sociale bijdragen)
H2 : De situering van het belastingrecht (Boek
p. 27)
Privaat Recht Publiek Recht
Individu vs. Individu Overheid vs. Individu
- Burgerlijk recht - Staatsrecht
- Handelsrecht - Administratief recht
- Gerechtelijk recht - Strafrecht
- Sociaal recht - Fiscaal recht
- Sociaal recht
H5: Wie mag belastingen heffen?
(Boek P. 31-32)
Federaal
Regionaal
Gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk)
Gemeenschappen (Vlaams, Frans, Duitstalig)
Lokaal
Provincies & gemeenten
Publiekrechterlijke instellingen
Opdracht van algemeen belang
Vb: instellingen openbaar nut, openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Supranationale overheden
EU
Vb: douane aan buitengrens; btw
,Samenvatting Fiscaliteit
6e staatshervorming (2014) (Gewoon keer lezen)
Uitbreiding fiscale autonomie van de gewesten in de personenbelasting
Federaal en gewestelijk luik in personenbelasting
Eigen bevoegdheden voor de gewesten
* Eigen belastingen heffen
* Eigen belastingverminderingen invoeren
Fiscale autonomie
Regionale en lokale overheden kunnen geen belasting heffen op federale bevoegdheden
Lokale besturen zijjn verantwoording verschudigd an hogere overheid
Federale wet kan lokale belasting invoeren of afschaffen.
H6: Grondwettelijke beginselen van de
belastingheffing
(Boek P. 33-39)
1. Het legaliteitsbeginsel (p. 33-35)
Wettelijkheidsbeginsel
Bescherming van burgers tegen al te buitensporige belastingen
Vaststelling van:
o Het belastingsubject + grondslag
o Het tarief
o De modaliteiten van de heffing
Principiële belastingvrijdom: Alles is vrij van belasting, tenzij de wet anders bepaalt
besluit van gemeente/provincieraad voor regionale en lokale bevoegdheden)
Gebonden bevoegdheid van administratie: zij moet fiscale wetten toepassen zoals zij
zijn
Het voorzienbaarheidsbeginsel
o Wetteksten moet duidelijk zijn
o Wettekst moet geïnterpreteerd worden conform de geldende
interprestatieregels
o Moet Consintent toegetpast worden
2. Het eenjarigheidsbeginsel (p. 35-36)
Annualiteitsbeginsel
Belastingen worden jaarlijks gestemd
Ingevoerde regels slechts voor een jaar van kracht als zij niet worden vernieuwd
Praktijk = uitvoerende macht moet elk jaar opnieuw uitdrukkelijke machtiging krijgen om
belastingen te heffen obv de bestaande wetgeving. (wet houdende de
Rijksmiddelenbegroting)
Gevolgen
o Elk jaar een nieuwe aangifte
o Beroepskosten enkel aftrekbaar in het belastbaar tijdperk waarin zij zijn
gedaan/gedragen
,Samenvatting Fiscaliteit
o Jaarlijkse indewatie fiscale bijdragen
3. Het gelijkheidsbeginsel (p. 36-39)
Alle Belgen gelijk voor de wet
Geen voorkeursbehandelingen
Relatief karakter
o Alle personen die zich in dezelfde feitelijke toestand bevinden moeten
op gelijke wijze worden belast
o Objectieve en redelijke verantwoording voor het verschil in
behandeling
Elke fiscale wet kan door Grondwettelijk Hof worden getoetst aan grondwettelijk
gelijkheidsbeginsel
H7: Beginselen/kenmerken die voortvloeien uit
aard van belastingen en uit recht in algemeen
(H7 Boek: P. 40-59)
2. De fiscale wet is van openbare orde (p. 41-51)
Belastingontduiking is niet toegelaten – keuze van de minst belaste weg
De belastingplichtige mag belastingen ontwijken op een legale manier. Hij mag geen
wettelijke verplichtingen schenden.
Belastingontwijking = toegelaten
Vb. een vennootschap oprichten i.p.v. zelfstandige te zijn
Belastingontduiking = niet-toegelaten
Vb. fraude, zwartwerk, valse facturen, …
7. Het non bis in idem-beginsel
• Eenzelfde belastingplichtige (bp) kan voor eenzelfde belastbaar tijdperk maar 1 keer
door dezelfde belasting (of belastingen met eenzelfde doel), op dezelfde materie,
getroffen worden
• Staat niet in de wetgeving
• Moet vermeden worden, maar in de praktijk is een dubbele belasting toch mogelijk
• Alleen indien een wettekst expliciet in een vermijding tot dubbele belasting voorziet,
zal dit daadwerkelijk het geval zijn
• Juridische vs. economische dubbele belasting
o Juridische: 1 bp (DBV)
, Samenvatting Fiscaliteit
o Economische: verschillende bp (DBI-aftrek Zie
vennootschapsbelasting)
H8: De indeling van de belastingen p. 60-64
2. Naar de grondslag van de belasting
Onderscheid naargelang grondslag
3. Naar de wijze van vereffing van de belasting
Vaste, evenredige en progressieve belastingen
Vaste belastingen
o Het bedrag van een vaste belasting is steeds hetzelfde, ongeacht de omvang
van het belastbare feit.
o Voorbeeld: het vast recht in de registratierechten (bijv. 50 EUR)
Evenredige belastingen
o Het bedrag van een evenredige belasting is een vast percentage op een
veranderlijke grondslag.
o Voorbeeld: de vennootschapsbelasting
Progressieve belastingen
o Het percentage van de belastingen stijgt naargelang de grondslag toeneemt.
o Voorbeeld: de personenbelasting
5. Naar directe en indirecte belastingen volgens
het fiscaal-administratief criterium (P. 62-64)
Deel 1: Basisbeginselen
H1: Begrip en Kenmerken van de Belasting
Geen wettelijke definitie
Kenmerken
Financieel doel: overheidsuitgave, financiëren – geen tegenprestatie
Dwingend karakter: sancties mogelijk,
De fiscale wet van openbare orde
Zijn geen belastingen
Bepaalde overheidsinkomsten (vb. inkomgelden musea)
Retributies
* Vergoeding voor geïndividualiseerde dienstverlening
er is een tegenprestatie
Vb. tolgelden, parkeerretributies, …
Parafiscale heffingen (sociale bijdragen)
H2 : De situering van het belastingrecht (Boek
p. 27)
Privaat Recht Publiek Recht
Individu vs. Individu Overheid vs. Individu
- Burgerlijk recht - Staatsrecht
- Handelsrecht - Administratief recht
- Gerechtelijk recht - Strafrecht
- Sociaal recht - Fiscaal recht
- Sociaal recht
H5: Wie mag belastingen heffen?
(Boek P. 31-32)
Federaal
Regionaal
Gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk)
Gemeenschappen (Vlaams, Frans, Duitstalig)
Lokaal
Provincies & gemeenten
Publiekrechterlijke instellingen
Opdracht van algemeen belang
Vb: instellingen openbaar nut, openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Supranationale overheden
EU
Vb: douane aan buitengrens; btw
,Samenvatting Fiscaliteit
6e staatshervorming (2014) (Gewoon keer lezen)
Uitbreiding fiscale autonomie van de gewesten in de personenbelasting
Federaal en gewestelijk luik in personenbelasting
Eigen bevoegdheden voor de gewesten
* Eigen belastingen heffen
* Eigen belastingverminderingen invoeren
Fiscale autonomie
Regionale en lokale overheden kunnen geen belasting heffen op federale bevoegdheden
Lokale besturen zijjn verantwoording verschudigd an hogere overheid
Federale wet kan lokale belasting invoeren of afschaffen.
H6: Grondwettelijke beginselen van de
belastingheffing
(Boek P. 33-39)
1. Het legaliteitsbeginsel (p. 33-35)
Wettelijkheidsbeginsel
Bescherming van burgers tegen al te buitensporige belastingen
Vaststelling van:
o Het belastingsubject + grondslag
o Het tarief
o De modaliteiten van de heffing
Principiële belastingvrijdom: Alles is vrij van belasting, tenzij de wet anders bepaalt
besluit van gemeente/provincieraad voor regionale en lokale bevoegdheden)
Gebonden bevoegdheid van administratie: zij moet fiscale wetten toepassen zoals zij
zijn
Het voorzienbaarheidsbeginsel
o Wetteksten moet duidelijk zijn
o Wettekst moet geïnterpreteerd worden conform de geldende
interprestatieregels
o Moet Consintent toegetpast worden
2. Het eenjarigheidsbeginsel (p. 35-36)
Annualiteitsbeginsel
Belastingen worden jaarlijks gestemd
Ingevoerde regels slechts voor een jaar van kracht als zij niet worden vernieuwd
Praktijk = uitvoerende macht moet elk jaar opnieuw uitdrukkelijke machtiging krijgen om
belastingen te heffen obv de bestaande wetgeving. (wet houdende de
Rijksmiddelenbegroting)
Gevolgen
o Elk jaar een nieuwe aangifte
o Beroepskosten enkel aftrekbaar in het belastbaar tijdperk waarin zij zijn
gedaan/gedragen
,Samenvatting Fiscaliteit
o Jaarlijkse indewatie fiscale bijdragen
3. Het gelijkheidsbeginsel (p. 36-39)
Alle Belgen gelijk voor de wet
Geen voorkeursbehandelingen
Relatief karakter
o Alle personen die zich in dezelfde feitelijke toestand bevinden moeten
op gelijke wijze worden belast
o Objectieve en redelijke verantwoording voor het verschil in
behandeling
Elke fiscale wet kan door Grondwettelijk Hof worden getoetst aan grondwettelijk
gelijkheidsbeginsel
H7: Beginselen/kenmerken die voortvloeien uit
aard van belastingen en uit recht in algemeen
(H7 Boek: P. 40-59)
2. De fiscale wet is van openbare orde (p. 41-51)
Belastingontduiking is niet toegelaten – keuze van de minst belaste weg
De belastingplichtige mag belastingen ontwijken op een legale manier. Hij mag geen
wettelijke verplichtingen schenden.
Belastingontwijking = toegelaten
Vb. een vennootschap oprichten i.p.v. zelfstandige te zijn
Belastingontduiking = niet-toegelaten
Vb. fraude, zwartwerk, valse facturen, …
7. Het non bis in idem-beginsel
• Eenzelfde belastingplichtige (bp) kan voor eenzelfde belastbaar tijdperk maar 1 keer
door dezelfde belasting (of belastingen met eenzelfde doel), op dezelfde materie,
getroffen worden
• Staat niet in de wetgeving
• Moet vermeden worden, maar in de praktijk is een dubbele belasting toch mogelijk
• Alleen indien een wettekst expliciet in een vermijding tot dubbele belasting voorziet,
zal dit daadwerkelijk het geval zijn
• Juridische vs. economische dubbele belasting
o Juridische: 1 bp (DBV)
, Samenvatting Fiscaliteit
o Economische: verschillende bp (DBI-aftrek Zie
vennootschapsbelasting)
H8: De indeling van de belastingen p. 60-64
2. Naar de grondslag van de belasting
Onderscheid naargelang grondslag
3. Naar de wijze van vereffing van de belasting
Vaste, evenredige en progressieve belastingen
Vaste belastingen
o Het bedrag van een vaste belasting is steeds hetzelfde, ongeacht de omvang
van het belastbare feit.
o Voorbeeld: het vast recht in de registratierechten (bijv. 50 EUR)
Evenredige belastingen
o Het bedrag van een evenredige belasting is een vast percentage op een
veranderlijke grondslag.
o Voorbeeld: de vennootschapsbelasting
Progressieve belastingen
o Het percentage van de belastingen stijgt naargelang de grondslag toeneemt.
o Voorbeeld: de personenbelasting
5. Naar directe en indirecte belastingen volgens
het fiscaal-administratief criterium (P. 62-64)