KINE HANDELEN 2
,Spierfunctie (kracht, uithouding, vermogen)
Situering:
kinesitherapeutische behandeling —> methoden —> oefentherapie —> spierfunctie
Mogelijke gevolgen voor de patiënt:
● fysiek
○ werk
○ ADL
○ Sport
● Mentaal
○ depressie
○ Angst
● Sociaal
○ isolement
○ Levenskwaliteit verlies
Doelstellingen;
● patiënt —> vaardigheden (activiteiten en participatieniveau)
● Kinesitherapeut —> orgaanfunctie
Casus:
Zie pp (1)
,Spierkrachttraining
Waarom spiertraining - inleiding
Spierzwakte heeft invloed op:
● inspanningsvermogen
● Functionaliteit
● Symptomen en levenskwaliteit
● Gebruik van medische zorgen
● Overleving
—> krachttraining kan het functioneren verbeteren
De overleving van patiënten over 60 maanden (5jaar):
FFMI = vet vrije massa index
—> correleert vrij goed met spierkracht
—> heeft een invloed op de overleving
BMI (gewicht) heeft weinig invloed op de overleving
De invloed van een slechte spierfunctie op vermoeidheid (in de benen)
Controle subject = gezond
Pulmanory patients
= patiënten met chronische longaandoening
Longpateiënten met beter bewaarde spierfunctie > gezonden met slechte spierfunctie
Spierfunctie is gerelateerd aan de symptomen tijdens de inspanning
, Hoe hoger de last wordt op de ets hoe sneller die met lage beenspierkracht een hoge
vermoeidheid aangeven
—> geldt ook voor het diafragma
= kortademigheid
—> schaar gaat als maar meer uit elkaar
Hoe meer kracht de beenspieren hebben hoe hoger het maximaal vermogen (logisch)
—> maar de ademspierkracht speelt ook een grote rol
fi
,Spierfunctie (kracht, uithouding, vermogen)
Situering:
kinesitherapeutische behandeling —> methoden —> oefentherapie —> spierfunctie
Mogelijke gevolgen voor de patiënt:
● fysiek
○ werk
○ ADL
○ Sport
● Mentaal
○ depressie
○ Angst
● Sociaal
○ isolement
○ Levenskwaliteit verlies
Doelstellingen;
● patiënt —> vaardigheden (activiteiten en participatieniveau)
● Kinesitherapeut —> orgaanfunctie
Casus:
Zie pp (1)
,Spierkrachttraining
Waarom spiertraining - inleiding
Spierzwakte heeft invloed op:
● inspanningsvermogen
● Functionaliteit
● Symptomen en levenskwaliteit
● Gebruik van medische zorgen
● Overleving
—> krachttraining kan het functioneren verbeteren
De overleving van patiënten over 60 maanden (5jaar):
FFMI = vet vrije massa index
—> correleert vrij goed met spierkracht
—> heeft een invloed op de overleving
BMI (gewicht) heeft weinig invloed op de overleving
De invloed van een slechte spierfunctie op vermoeidheid (in de benen)
Controle subject = gezond
Pulmanory patients
= patiënten met chronische longaandoening
Longpateiënten met beter bewaarde spierfunctie > gezonden met slechte spierfunctie
Spierfunctie is gerelateerd aan de symptomen tijdens de inspanning
, Hoe hoger de last wordt op de ets hoe sneller die met lage beenspierkracht een hoge
vermoeidheid aangeven
—> geldt ook voor het diafragma
= kortademigheid
—> schaar gaat als maar meer uit elkaar
Hoe meer kracht de beenspieren hebben hoe hoger het maximaal vermogen (logisch)
—> maar de ademspierkracht speelt ook een grote rol
fi