ontwikkelingspsychopathologie en inleiding in de psychopathologie
ontwikkelingspsychopathologie en inleiding in de psychopathologie
Tout pour ce livre (20)
École, étude et sujet
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
HBO Pedagogiek
Inleiding psychopathologie
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
hedwichkooistra
Aperçu du contenu
Samenvatting inleiding in de psychopathologie
HOOFDSTUK 2 schizofreniespectrum- en andere psuchotische stoornissen
Kenmerken schizofrenie
- Affectieve symptomen: somberheid en adhedonie, emotioneel leef en niet n staat te
genieten van activiteiten waaraan ze voorheen plezier beleefden
- Somatische symptomen: sommige patiënten hebben een ontrafeld slaappatroon, weinig
belangstelling voor voedsel of weigeren te eten. Interesse in seksualiteit en intimiteit
verloren. Auditieve hallucinaties komen voor, meestal in de vorm van ‘stemmen’ die
patiënten opdrachten geven of bekritiseren
- Gedragssymptomen: patiënten spreken onsamenhangend, springen van de hak op de tak
en leggen onlogische verbanden. Er kan zenuwachtig en opwindend (kakatoon of agitatie)
gedrag optreden. Ten minste de helft van de patiënten heeft suïcidale gedachten en rond
20-40% dot op enig moment een suïcidepoging
- Cognitieve symptomen: er is sprake van gedesorganiseerd denken en verwardheid.
Kenmerkend bij veel patiënten zijn wanen: hoogste individuele overtuigingen waaraan
hardnekkig wordt vastgehouden, ook al zijn ze aantoonbaar in strijd met de werkelijkheid.
Bovenstaande kenmerken worden onderverdeeld in positieve en negatieve symptomen. Positieve
symptomen, zoals: wanen, hallucinaties of gedesorganiseerd functioneren, komen bij mensen
zonder psychose niet voor. Negatieve symptomen, zoals: vervlakking van gevolesn, het ontbreken
van energie of weinig initiatief nemen, komen bij mensen zonder psychose wel voor, maar zijn bij
mensen met schizofrenie weggevallen
Hallucinaties: levendige helde zintuigelijke ervaringen zonder aanwijsbare externe stimulatie/
vormen van hallucinaties:
- Auditief of geluidshallucinaties: je hoort dingen of stemmen die er niet zijn
- Visueel hallucinaties: je ziet dingen die er niet zijn
- Kinesthetisch of somatische of viscerale hallucinaties: het gevoeld dat er iets veranderd in
je lichaam
- Tactiele of gevoelshallucinaties: je voelt dingen die er niet zijn
- Olfactoire of reukhallucinaties: je ruikt dingen die er niet zijn
- Gustatoire of smaakhallucinaties: je proeft andere dingen die er in werkelijkheid zijn.
Waanstoornis en kortdurende psychotische stoornis
Waanstoornis wordt gekenmerkt door ten minste een maand van wanen zonder ander psychotische
symptomen. Onderscheiden worden
- Erotomane type: de wan dat iemand anders verliefd op de betrokkene is
- Grootsheidstype: de wan dat de betrokkene beschikt over een bijzonder talent of inzicht
dan wel een belangrijke ontdekking heeft gedaan
- Jaloerse type: de waan dat de partner ontrouw is
- Achtervolgingstype: de waan dat er een samenzwering tegen de betrokkene gaande is of
dat hij wordt gevolgd, bespioneerd, belazert, etc.
- Somatische type: waan die betrekking heeft op lichamelijke functies of sensaties (iemand
is er bijv. van overtuigd dat hij een akelige geur verspreid)
Jongeren die – milde positieve symptomen hebben gehad, een kortdurende psychose hebben
doorgemaakt die spontaan herstelde, of die een eerstegraadsfamilielid met een psychose hebben in
combinatie met verminderd sociaal functioneren- behoren tot de jongeren met ‘at risk mental
states’(ARMS) of ‘ultra high risk’(UHR). Om goed zicht te krijgen op de problematiek is een
vertrouwensrelatie met de patiënt nog meer van belang dan bij andere psychische stoornissen.
Bij psychotische symptomen die ten minste een maand duren, maar niet langer dan 6 maanden,
wordt gesproken van schizofreniforme stoornis bij de meerderheid houden de symptomen langer
dan 6 maanden aan en wordt er gesproken van schizofrenie. Schizofrenie onderscheid zich van
andere stoornissen omdat er ten minste 2 weken wanen of hallucinaties voorkomen zonder een
stemmingsepisode. (bekijk figuur 2.1, basisboom om te bepalen om welke psycotische of verwante
stoornissen het gaat)
,Verschillen tussen schizofrenie en andere psychische stoornissen
Psychische stoornis Onderscheid schizofrenie
Kortdurende psychotische stoornis De psychotische symptomen duren ten minste
een dag, maar niet langer dan een maand
Schizofreniforme stoornis De psychotische symptomen duren niet langer
dan 6 maanden
Schizo affectieve stoornis De psychotische symptomen doen zich voor
tijdens stemmingsepisoden, maar er zijn ten
minste 2 weken wanen of hallucinaties zonder
een stemminsepisode
Psychotische stoornis door een somatische Behalve wanen ontbreken andere psychotische
aandoening, een middel of medicatie symptomen
Depressieve- of bipolaire-stemmingsstoornis Stemmingsepisoden beheersen met beeld;
met psychotische kenmerken psychotische symptomen doen zich doorgaans
alleen voor tijdens stemmingsepisoden; minder
restverschijnselen
Delirium Acuut veranderd bewustzijnsniveau;
geheugenstoornissen en desoriëntatie in tijd,
plaats en persoon
Neurocognitieve stoornis door ziekte van Er is veelal een hoge beginleeftijd;
alzheimer progressieve cognitieve disfuncties beheersen
het beeld
Neurocognitieve stoornis met lewylichaampjes Vaak zijn er overgevoeligheidsreacties op
antipsychotica met onder andere
extrapiramidale bijwerkingen (stijfheid,
verwarring)
Cluster-A-persoonlijkheidsstoornis Psychotische symptomen als wanen en
hallucinaties, verwardheid en gedesorganiseerd
denken ontbreekt
Borderline-persoonlijkheidsstoornis Symptomen zijn meestal reacties op
interpersoonlijke problematiek; eventuele
psychosen doen zich vaker alleen voor bij
hevige stress
Etiologie (ontstaansgeschiedenis, oorzaak)
- Biologische factoren: genetische heritalbilietie wordt geschat op 70-80%. Een hogere
leeftijd van de vader (ouder dan 50) vergroot het risico op schizofrenie.
- Neurobiologische factoren: hersenventrikels vaak groter en geringer hersenvolume en
volume aan frontale grijze stof. De NMDA-receptor werk niet optimaal, waardoor leren door
oefening moeizaam verloopt.
- Psychologische factoren: informatieverwerking is verstoord. Wanen worden gezien als
pogingen om de verstoorde betekenisgeving van stimuli te verklaren.
- Psychosociale factoren: stressoren in de kindertijd, waaronder mishandeling en vooral
seksueel misbruik, maar ook acute stressoren als oorlogsgeweld of relatief geringe
stressoren als uit huis gaan of gaan studeren vergroten met name de kans op eerste
episoden van schizofrenie.
Behandeling
- Biologische aanpak: farmacotherapie met antipsychotica is de grootste kans hoeksteen van
behandeling. Er wordt onderscheid gemaakt in typische en atypische antipsychotica.
- Psychologische aanpak: restsymptomen bij aanzienlijk deel van de mensen na behandeling
met antipsychotica. Velen hebben steun nodig bij het accepteren van de nieuwe
werkelijkheid.
- Psychosociale aanpak: opname liefst zo kort mogelijk, dit omdat er nadelige sociale
effecten zijn. Soms is dit niet mogelijk, wanneer patiënten een gevaar zijn voor zichzelf
en/of anderen, als ze niet voor hunzelf kunnen zorgen of wanneer ze worden ingesteld op
nieuwe medicatie
,KOPP-kinderen: kinderen van ouders met psychische problematiek
Prognose
Schizofrenie met een begin voor het 18 de jaar is zeldzaam. Meestal ontstaat de stoornis in de later
tienerjaren tot achterin de 20. Ten minste een kwart houd chronische problemen, hierbij blijven
vooral negatieve symptomen aanhouden. Het grootste deel krijgt te maken met een terugval.
Daarmee behoort schizofrenie tot de meest invaliderende psychotische stoornissen.
HOOFDSTUK 3 – bipolaire stemmingsstoornissen
Kenmerken
Bipolaire stemmingsstoornissen gaan gepaard met (hypo) manische en depressieve episoden met
daartussen periodes zonder veranderende stemming van kortere of langere duur. Manische episode
wordt gekenmerkt door een sterk verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming in combinatie
met uitzonderlijk actief gedrag of energie gedurende minstens een week het grootste deel van de
dag.
- Bipolaire l stoornis: ten minste 1 manische episode die meestal voorafgaat aan de
gevolgd wordt door een depressieve episode
- Bipolaire ll stoornis: ten minste 1 hypo manische episode, die voorafgaat aan of gevolgd
wordt door een depressieve episode
o Bipolaire ll stoornis is geen mildere vorm van type l. type ll is vaak chronischer van
aard, terwijl de depressieve episoden langer duren en het aantal episoden hoger is
met eer beperkingen in het functioneren.
- Cyclothyme stoornis: is de derde vorm van bipolaire stoorns. Deze minder ernstige
variant kenmerkt zich door chroniciteit: ten minste 2 jaar (bij kinderen ) zijn er wisslende
episoden met hypo manische en milde depressieve symptomen.
- Manisch: sterk verhoogde expansieve prikkelbare stemming met uitzonderlijk actief en
energiek gedraag
- Hypomaan: dezelfde maar mildere kenmerken en duurt korten
, DSM-5 specificaties van de bipolaire stemmingsstoornis
- Gemengde kenmerken: hypo manische episode gelijktijdig met ten minste 3 symptomen
van een depressieve episode
- Melancholische kenmerken: adhedonie, nauwelijks stemmingsreativiteit, vroeg wakker
worden, dag schommeling, verlies van eetlust of gewicht, etc.
- Atypische kenmerken: stemmingsreactiviteit, toegenomen slaap, eetlust en gewicht,
zware vermoeidheid, langdurig patroon van over gevoeligheid voor afwijking.
- Psychotische kenmerken: stemmingscongruente wanen en hallucinaties of stemming
incongruente wanen en hallucinaties
- Katatonie: motorische kenmerken zoals onbeweeglijkheid, overmatige en doelloze
activiteit, grimassen, echolalie of echopraxie
- Met begin peri partum: symptomen ontstaan vaak tijdens de zwangerschap of binnen 4
weken postpartum
- Met seizoensgebonden patroon: er is tenminste een stemmingsepisode die lijkt samen
te hangen met een bepaalde tijd van het jaar.
- Rapid cycling: een minderheid van de bipolaire patiënten heeft snelle
stemmingsfluctuaties of rapid cycling dat houd in t dat je ten minste 4 manische en/of
depressieve episoden in een jaar hebt.
Diagnose
Bij een bipolaire- stemmingsstoornis is adequate somatische en/of laboratorium oonderzoek nodig,
omdat manische symptomen het directe fysiologische gevolg kunnen zijn van bepaalde middelen,
medicatie of somatische aandoeningen.
Instrumenten:
- MDQ (Mood Disorder Questionnaire) en de hypomania Checklist zijn zelfrapportage
vragenlijsten voor de eerste screening.
- Ernst van bipolaire symptomen is te bepalen met interview en observatieschalen als de
Clinical Global Impressions scale- Bipolar version (CGI-BP) en de Young Mania
Rating Scale (YMRS) en de Bech-Raelsen Mania scale (BR-Mas)
Belangrijke verschillen tussen de bipolaire stoornis l of ll een enkele ander psychische stoornissen
Psychische stoornis Onderscheid met de bipolaire stoornis l of
ll
Cyclothyme stoornis Er wordt niet volledig voldaan aan de criteria
voor de depressieve episoden
ADHD Symptomen beperken zich niet tot duidelijk te
onderscheiden episoden en er is geen recente
toename t.o.v. iemand gebruikelijke gedrag
Schizofrenie, schizo affectieve stoornis, Psychotische symptomen beperken zich niet
waanstoornis tot duidelijk te onderscheiden episoden en
verdwijnen niet na normalisering van de
stemming: vaker stemminscongruente vragen
Depressieve stoornis Depressieve episoden worden niet afgewisseld
met (hypo)manische episoden
Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis Symptomen zijn voor het tiende jaar begonnen
en beperken zich niet tot duidelijk te
onderscheiden (hypo)manische episoden
Angststoornis Symptomen beperken zich niet tot duidelijk te
onderscheiden episoden en er is geen recente
toename t.o.v. iemands gebruikelijke gedrag.
Borderline- persoonlijkheidsstoornis Minder sterk episodisch karakter;
interpersoonlijke problematiek is vaak
aanleiding voor dysfoor- depressieve
stemmingswisselingen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hedwichkooistra. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.