Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting - Dierenfysiologie 2de Ba BIR UA

Note
-
Vendu
-
Pages
127
Publié le
02-03-2024
Écrit en
2022/2023

Samenvatting van de te kennen hoofdstukken van het opleidingsonderdeel fysiologie (dierenfysiologie). (15/20)












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
2 mars 2024
Nombre de pages
127
Écrit en
2022/2023
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

DIERENFYSIOLOGIE HOOFDSTUK 1: Inleiding
Algemeen: zie inleiding ppt

1. Centrale thema’s in de dierenfysiologie

1.1 Celtheorie

 Celtheorie
o (°) door Robert Hooke in 17e E
o Theorie: alle levende organismen zijn opgebouwd uit cellen
 Inhoud cel nog niet gekend, compartimenten waarnemen met vergroting
 Cellen = primaire bouwstenen van organismen voor structuur en functie

o Er is geen leven zonder cellen
 Iets leeft vanaf het cellen heeft
  virussen bestaan niet uit cellen… leven ze dan?


1.2 Biologische organisatie

 Niveaus van biologische organisatie
o 2 niveaus: cellulair niveau & organismaal niveau
o Stijgen in niveaus = toenemende complexiteit
 Bv. atomen  moleculen  macromoleculen  organellen …
o Lage niveaus bekijken om de hoge niveaus beter te begrijpen

 Er bestaan nog niveaus hoger dan de slide
o Populaties hoger, ecosysteem nog hoger

 In deze cursus: organismaal niveau: weefsel  orgaan  systeem organisme


1.3 Structuur-functie relatie

 Structuur-functie relatie
o Eerst kijken naar structuur om de functie van een organisme te begrijpen (functie afh
van structuur!)

o Vb: kikker die springt (zie ppt)
 Waarneming: kikker kan springen, maar hoe?
 Structuur: myosine in spier maakt kleine bewegingen  spieren hangen vast
via pezen aan botten  kikker kan zo botten doen bewegen + kikker kan
springen

,1.4 Homeostase

 Homeostase
o = het inwendig milieu stabiel/ constant houden opdat organismen vrij kunnen leven
in omgevingen
o = geheel van processen die omstandigheden cte houden die essentieel zijn voor het
leven
 Bv. O2 conc in bloed, glucose conc, pH, T…
 Indien niet stabiel/ constant  organisme sterft

o Inwendig milieu
 = weefselvocht = interstitieel vocht = vocht tussen cellen in organen
 Bv. tussen levercellen zit weefselvocht = stabiele omgeving & cellen ku
overleven

o Omgeving is doorgaans ‘vijandig’ (verschil tussen intern & extern + schommelingen
ku optreden)
 Ongunstige temperatuur of zoutgehalte, schommeling in factoren…
 Nadelig voor functie cellen, weefsels en organen
 Organismen hebben systemen om homeostase te handhaven


o Voorbeeld ppt p15:
 Vis houdt zuurstofconcentratie intern nagenoeg cte mbv fysiologische
regulatie mechanismen
 Probleem: te kleine vijver  water warmt op
 Hogere T  oplosbaarheid O2 daalt + metabolisme vis versnelt
 2 effecten versterken elkaar (minder O2 aanwezig, maar meer nood
aan O2)
 + andere org. (bv. bact) gaan ook meer O2 verbruiken tgv hogere T

>>> grote interne schommelingen!



o Grafiek ppt p16:
 X-as: fasen van fysiologische condities waarin het dier zich kan bevinden
 Y-as: verloop van gezonde situatie naar een organisme dat sterft

 1) Homeostase in dier: factor constant houden lukt & dier is gezond
 2) Compensatie
 Omgevingsfactoren wijzigen in beperkte mate + organisme start een
compensatiemechanisme op
 Org is gezond, maar extra energie w besteed aan compensatie

 3) Breakdown
 Op bep. moment: limiet compensatiecapaciteit bereikt
o Verstoring gezonde situatie + herstelmechanisme opgestart

,  4) Failure
 Ziekte (°) en als deze fase doorzet  sterven
 Fatale omstandigheden die kunnen leiden tot dood


o Homeostase handhaven via compartimentalisatie
 Bouw dier: 3 compartimenten
 1) intracellulaire omgeving
o Moet cte w gebouden
 2) intern extracellulaire omgeving
o = bestaat uit bloed & weefselvocht / interstitieel vocht
o Dient als buffer tussen intracellulaire e externe omgeving
o Uitwisseling mogelijk, bv.
 Aanvoer O2, nutriënten, hormonen,
 Afvoer afvalstoffen

 3) externe omgeving
o Hier veel schommelingen



 Uitwisselingsstructuren: transport & regulatiesystemen
 Uitwisselingsstructuren: uitwisseling tussen intern en extern milieu
 Voorbeelden:
o Longen/ Kieuwen vissen: O2 opname & CO2 afgeven
o Huid (barrière): bv. opname zalf + afgifte zweet
o Spijsverteringsstelsel: opname voedingsstoffen
 Inhoud darm en maag = externe omgeving
 Alles wat opgenomen wordt = interne omgeving
o Nieren: stoffen afvoeren via urine, secretie van bv. zouten
o Lever: reguleert hoe en wat er w uitgescheiden



 Regulatiesysteem
o Osmoregulatie doen om te overleven
 = water & zout uitwisselen via pompen die ionen
over membranen pompen
 => kost veel energie

o Belangrijkste ionen die constant moeten blijven:
Na,K,Cl,Ca,Mg,Fe,S


o Voorbeelden: dingen die homeostase nodig hebben
 Temperatuur, glucoseconcentratie, pH, osmotische druk, O2concentratie,
ionenconcentratie

, 1.5 Conformatie-regulatie

 Conformatie-regulatie
o = aanpassingen van dieren aan habitat

o Conformer (links)
 = bij veranderingen in extern milieu (x-as) gaat het interne milieu gewoon
mee wijzigen  dier gaat niet reguleren
 Als T in omgeving stijgt, stijgt interne T ook
 Bv. insecten

o Regulatoren (rechts)
 = bij verandering in extern milieu zal het organisme zijn intern milieu zo
reguleren dat het zo optimaal mogelijk blijft (platte lijn)
 Bij toename in T van de omgeving, tracht org zijn inwendige T zo cte mogelijk
te houden
 Conclusie: de lichaamstemperatuur wordt gereguleerd
 Bv. mensen/vertebraten

 Probleem: er zijn grenzen
 Bij grote afwijkingen gaat dier reageren als conformer:
regulatieprocessen werken niet meer

o Grafiek: inwendige tolerantie voorgesteld door rode lijn af te beelden op Y-as
 Conformer: Brede inwendige tolerantie voor wijzigingen inwendig milieu
 Einde lijn: dier dood

 Regulator: inwendige tolerantie/ bereik is kleiner
 Bv. gewervelde dieren (zoogdieren) goed in reguleren lichaamsT
o Nadeel: nauwer tolerantiegebied
 Bv. mens reguleert lichaamsT, maar snel onderkoeld


o Voorbeeld dagelijks leven: sauna
 Sauna: inwendige T gaat beetje stijgen  hartslag verhoogt, bloedvaten
open zetten en zweten
 = inschakelen van regulatieprocessen om niet voorbij bocht te gaan =
gevaarlijke zone
 Lichaam w dus getraind om processen op te starten & efficiënt te
laten doorgaan = lichaam trainen in thermoregulatie


o Voorbeeld conformer & partiële regulator (ppt p21)
 Spin- & strandkrab = 2 invertebraten met verschillende strategie voor
osmoregulatie
€6,04
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
bentemeulemans
4,0
(1)

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
bentemeulemans Universiteit Antwerpen
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
6
Membre depuis
3 année
Nombre de followers
5
Documents
6
Dernière vente
9 mois de cela

4,0

1 revues

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions