Vragen Vastgoedrekenen 2
1. Rendement van een investering is de verhouding tussen de inkomsten en de uitgaven van een
investering.
FOUT
2. De restwaarde van een annuïteit op tijdstip t is de aanvangswaarde van de annuïteit met (n-t) termijnen
die volgt na tijdstip t.
JUIST: De restwaarde is het bedrag dat op tijdstip t in de plaats komt van de kasstromen die normaal
voorzien zijn vanaf tijdstip t, dit is de ‘huidige waarde’ van deze kasstromen op tijdstip t. Indien de
kasstromen een annuiteit vormen is de huidige waarde de aanvangswaarde van de annuïteit.
3. De restwaarde van een annuïteit op tijdstip t is de huidige waarde van de t termijnen uitgestelde annuïteit
met (n-t) termijnen.
FOUT De restwaarde is het bedrag dat op tijdstip t in de plaats komt van de kasstromen die normaal
voorzien zijn vanaf tijdstip t, dit is de ‘huidige waarde’ van deze kasstromen op tijdstip t. De
aanvangswaarde van een t termijnen uitgestelde annuïteit is de huidige waarde van de aanvangswaarde
van de niet uitgestelde annuïteit, d.i. de restwaarde verdisconteerd over t termijnen (gedeeld door
(1+i)t).
4. Indien een intrestvoet omgezet wordt naar de gelijkwaardige intrestvoet van een kortere periode zal de
geconverteerde intrestvoet steeds een kleinere waarde zijn.
JUIST De exponent k bij de formule van intrestconversie is het aantal keer dat de gegeven periode past
in de periode waarvoor de gelijkwaardige intrestvoet gevraagd wordt. Indien deze periode korter is dan
de gegeven periode zal de waarde voor k kleiner zijn dan 1, waardoor de macht de vorm aanneemt van
een wortel. De n-de wortel van een getal is kleiner dan het getal zelf.
5. Een hypotheek is een lening die via regelmatige aflossingen terugbetaald moet worden
FOUT Een hypotheek is een zakelijk recht op een onroerend goed, strekkende tot zekerheid voor de
nakoming van een verbintenis. Dit verwijst o.m. naar de waarborg van een lening. Een lening die via
regelmatige aflossingen afbetaald wordt is ofwel een lening op vaste periodiciteiten ofwel een lening
met vaste aflossingen. Beiden kunnen gewaarborgd worden door een hypotheek.
6. Een lening met variabele intrestvoet 2/1/1 cap 2 betekent dat de intrestvoet vanaf het 3e jaar jaarlijks
aangepast zal worden, waarbij de intrest met maximaal 2% zal toenemen.
JUIST De intrestvoet zal gedurende 2 jaar onveranderd blijven en vanaf het 3e jaar aangepast worden.
1
1. Rendement van een investering is de verhouding tussen de inkomsten en de uitgaven van een
investering.
FOUT
2. De restwaarde van een annuïteit op tijdstip t is de aanvangswaarde van de annuïteit met (n-t) termijnen
die volgt na tijdstip t.
JUIST: De restwaarde is het bedrag dat op tijdstip t in de plaats komt van de kasstromen die normaal
voorzien zijn vanaf tijdstip t, dit is de ‘huidige waarde’ van deze kasstromen op tijdstip t. Indien de
kasstromen een annuiteit vormen is de huidige waarde de aanvangswaarde van de annuïteit.
3. De restwaarde van een annuïteit op tijdstip t is de huidige waarde van de t termijnen uitgestelde annuïteit
met (n-t) termijnen.
FOUT De restwaarde is het bedrag dat op tijdstip t in de plaats komt van de kasstromen die normaal
voorzien zijn vanaf tijdstip t, dit is de ‘huidige waarde’ van deze kasstromen op tijdstip t. De
aanvangswaarde van een t termijnen uitgestelde annuïteit is de huidige waarde van de aanvangswaarde
van de niet uitgestelde annuïteit, d.i. de restwaarde verdisconteerd over t termijnen (gedeeld door
(1+i)t).
4. Indien een intrestvoet omgezet wordt naar de gelijkwaardige intrestvoet van een kortere periode zal de
geconverteerde intrestvoet steeds een kleinere waarde zijn.
JUIST De exponent k bij de formule van intrestconversie is het aantal keer dat de gegeven periode past
in de periode waarvoor de gelijkwaardige intrestvoet gevraagd wordt. Indien deze periode korter is dan
de gegeven periode zal de waarde voor k kleiner zijn dan 1, waardoor de macht de vorm aanneemt van
een wortel. De n-de wortel van een getal is kleiner dan het getal zelf.
5. Een hypotheek is een lening die via regelmatige aflossingen terugbetaald moet worden
FOUT Een hypotheek is een zakelijk recht op een onroerend goed, strekkende tot zekerheid voor de
nakoming van een verbintenis. Dit verwijst o.m. naar de waarborg van een lening. Een lening die via
regelmatige aflossingen afbetaald wordt is ofwel een lening op vaste periodiciteiten ofwel een lening
met vaste aflossingen. Beiden kunnen gewaarborgd worden door een hypotheek.
6. Een lening met variabele intrestvoet 2/1/1 cap 2 betekent dat de intrestvoet vanaf het 3e jaar jaarlijks
aangepast zal worden, waarbij de intrest met maximaal 2% zal toenemen.
JUIST De intrestvoet zal gedurende 2 jaar onveranderd blijven en vanaf het 3e jaar aangepast worden.
1