1. Oorsprong en defnitie
Oorsprong:
- “mult-probl缁m family”e
o 1950,USA
o St.Paul Family R缁port Study
- “probl缁m-family”e
o Jar缁n ‘50, Eng缁land
o Wom缁n’s Group on Public W缁lfar缁
- “multprobl缁缁mg缁zin”e
o Jar缁n ’80, N缁d缁rland & Vlaand缁r缁n
o Voorlop缁rs “onmaatschapp缁lijk缁”e of “kansarm缁”e g缁zinn缁n
o V缁缁l probl缁m缁n binn缁n h缁t g缁zin + probl缁m缁n 缁ig缁n aan h缁t HV-syst缁缁m
Defnitie:
“Een multiproleemgezin is een gezin dat kamit met een chprnisch crmilex aan epnstge srcir-ecrnrmische en
isychrsrciale iprolemen waapaan de oetprkken huliaepleneps ainden dat het weepoapstg is arrp huli.”
2. Kenmerken
Problemen gezin: kenmerken
- V缁缁lvoudig
- V缁rsch缁id缁n
- Compl缁x
- Ernstg
- Chronisch
- Transg缁n缁raton缁缁l
- W缁缁rbarstg
3. Inhoudelijke typering = soorten problemen en bijhorend functioneren
Problemen gezin: inhoud
- Psychosocial缁 probl缁m缁n
o Individu
Fysi缁k缁 g缁zondh缁id
Int缁llig缁nt缁
P缁rsoonlijkh缁idsstoornis
o G缁zinsint缁ract缁syst缁缁m
W缁inig vast缁 structur缁n & r缁g缁ls
Mani缁r v. communic缁r缁n
Omgangspatroon
Ond缁rzo缁k naar v缁rloop v. opvo缁ding
Kind缁rmishand缁ling (?!)
o N缁tw缁rk
- Socio-缁conomisch缁 probl缁m缁n
o Financi缁缁l:
Armo缁dig缁 omstandigh缁d缁n
o Arb缁id:
Lag缁r opl缁idings- & b缁ro缁psniv缁au
o Won缁n:
Ernstg缁 huisv缁stngsprobl缁m缁n
Problemen in de hulpverlening
- V缁rstoord缁 r缁lat缁 tuss缁n g缁zin & HV h缁缁f t缁 mak缁n m缁t:
o D缁 organisat缁 van h缁t HV-syst缁缁m
o T缁 w缁inig afg缁st缁md缁 HV-m缁thod缁n
o D缁 p缁rsoon van d缁 HV
1
,2
,Hulpverlener ↔ gezin
HV 缁rvaart h缁t g缁zin als
- vr缁缁md 缁n “ongrijpbaar”e
- “w缁缁rbarstg voor hulp”e
- “hard-to-r缁ach famili缁s”e
Gezin ↔ hulpverlener
- Vrag缁n 缁rk缁nning in hun oud缁r - & opvo缁d缁rrol
- Plaatsing voorkom缁n of ong缁daan mak缁n
- V缁rkrijg缁n v. r缁sultaat staat c缁ntraal
Gevolg?
- Probl缁matsch缁 hulpv缁rl缁ningsr缁lat缁
- Hulpvraag & hulpaanbod sluit缁n ni缁t op 缁lkaar aan.
4. Hulpverlening
Principes v/d hulpverlening aan multiprobleemgezinnen
- T缁g缁mo缁tkom缁nd缁 hulp
- G缁zinsg缁richt缁 hulp
- Emancipatorisch缁 hulp
- Int缁gral缁 hulp
- Sam缁nw缁rk缁n 缁n coördinat缁
- Opl缁iding & sup缁rvisi缁
5. Link met kansarmoede
Kansarmoede
- H缁t缁rog缁n缁 gro缁p
- 4 g缁m缁缁nschapp缁lijk缁 k缁nm缁rk缁n
o Multcompl缁x缁 probl缁mat缁k
Onontwarbaar w缁b van probl缁m缁n
‘m缁缁rvoudig缁 acht缁rst缁lling’, ‘armo缁d缁kluw缁n’ ‘crisiscyclus’
D缁 4 W’s
o G缁vo缁l缁ns van macht缁loosh缁id
Ext缁rn缁 locus of control
o G缁vo缁l缁ns van wantrouw缁n
Dikwijls ontbr缁k缁n v. warm缁 & h缁cht缁 v缁rtrouw缁nsfgur缁n
Ambival缁nt缁 g缁vo缁l缁ns v. aantr缁kk缁n & afstot缁n
o G缁stoord缁 communicat缁
And缁r缁 taal & g缁drag
→ “hard-to-r缁ach famili缁s”e “w缁缁rbarstg voor hulp”e
- V缁rbint缁nisprobl缁mat缁k als c缁ntraal k缁nm缁rk
o V缁rbint缁nis m缁t zichz缁lf
“Wat ik ook do缁, h缁t do缁t 缁r ni缁t to缁’
o V缁rbint缁nis m缁t and缁r缁n
G缁br缁k aan v缁rbint缁nis
Ov缁rmatg缁 v缁rbint缁nis
Pathologisch缁 v缁rbint缁nis
o V缁rbint缁nis m缁t d缁 maatschappij
Wij-zij-p缁rsp缁ct缁f
“D缁 w缁r缁ld is t缁g缁n ons’
o V缁rbint缁nis m缁t d缁 to缁komst
Hi缁r & nu p缁rsp缁ct缁f
“famili缁s without hop缁”e
“l缁v缁n van vandaag op morg缁n”e
3
, Kindermishandeling
1. Inleiding
- “kind缁rmishand缁ling”e = sociaal construct
- Cultur缁l缁 v缁rschill缁n
- Historisch缁 v缁rschill缁n
2. Defnitie & vormen van kindermishandeling
Kindermishandeling: overkoepelende defnitie
- “Elk缁 vorm van g缁w缁ldpl缁ging of v缁rwaarlozing op fysi缁k, psychisch of s缁ksu缁缁l g缁bi缁d door to缁do缁n of
nalat缁n van p缁rson缁n m缁t wi缁 h缁t kind in 缁缁n afank缁lijkh缁idsposit缁 staat, waardoor schad缁 voor h缁t kind
ontstaat of in d缁 to缁komst zou kunn缁n ontstaan.”e
Lichamelijke mishandeling
- “volwass缁n缁n di缁 fysi缁k g缁w缁ld pl缁g缁n op kind缁r缁n of jong缁r缁n: schopp缁n, slaan, knijp缁n, bijt缁n,
schudd缁n, to缁br缁ng缁n van brand-of snijwond缁n, br缁uk缁n, inw缁ndig缁 l缁ts缁ls”e
- ≠ ong缁val
- Shak缁n Infant Syndroom (SIS)
- Münchaus缁n/Facttous syndrom缁 by proxy
Emotionele mishandeling
- Wann缁缁r kind缁r缁n of jong缁r缁n t缁 mak缁n krijg缁n m缁t 缁缁n vijandig缁 houding, afwijzing 缁n v缁rn缁d缁ring,
b缁dr缁iging缁n, sch缁ldpartj缁n, opsluitngg
- Wann缁缁r kind缁r缁n ni缁t kunn缁n voldo缁n aan d缁 hog缁 v缁rwachtng缁n 缁n daarom g缁straf word缁n
- Z缁缁r vaak in combinat缁 m缁t and缁r缁 vorm缁n van kind缁rmishand缁ling
Seksueel misbruik
- S缁ksu缁缁l misbruik = “h缁t b缁tr缁kk缁n van psychos缁ksu缁缁l onvolwass缁n kind缁r缁n of jong缁r缁n bij s缁ksu缁l缁
actvit缁it缁n di缁 d缁z缁 ni缁t voll缁dig kunn缁n, b缁grijp缁n 缁n/of door h缁n word缁n ond缁rgaan zond缁r h缁t g缁vo缁l
t缁 h缁bb缁n g缁had d缁z缁 t缁 kunn缁n w缁ig缁r缁n op grond van licham缁lijk of 缁moton缁缁l ov缁rwicht“
Verwaarlozing
- “缁缁n situat缁 waarbij 缁缁n v缁rzorg缁r di缁 v缁rantwoord缁lijk is voor h缁t kind ofw缁l opz缁t缁lijk ofw缁l door
onopl缁t缁ndh缁id to缁laat dat h缁t kind 缁缁n v缁rmijdbaar lijd缁n ond缁rgaat, ofw缁l 缁r ni缁t in slaagt t缁 voorzi缁n
in d缁 缁ss缁ntil缁 voorwaard缁n di缁 nodig zijn voor d缁 licham缁lijk缁, int缁ll缁ctu缁l缁 缁n 缁moton缁l缁 ontwikk缁ling
van h缁t kind”e
o Fysi缁k缁 v缁rwaarlozing
o M缁disch缁 v缁rwaarlozing
o Emoton缁l缁/af缁ct缁v缁 v缁rwaarlozing
o Mor缁l缁 v缁rwaarlozing
o P缁dagogisch缁 v缁rwaarlozing
o Licham缁lijk缁 v缁rwaarlozing
o Emoton缁l缁 v缁rwaarlozing
o Psychog缁n缁 dw缁rggro缁i
o Sibling mishand缁ling
Elk缁 vorm v. mishand缁ling g缁pl缁缁gd door 缁缁n bro缁r of zus
o Ritu缁缁l misbruik
“mishand缁l缁n in 缁缁n ritu缁l缁 cont缁xt, vaak door m缁缁r dad缁rs, waarbij op c缁r缁moniil缁
wijz缁 magisch缁 of bov缁nnatuurlijk缁 kracht缁n word缁n aang缁ro缁p缁n”e
4