Samenvatting begrippen leerjaar 1 h6 aardrijkskunde

Aardrijkskunde belangrijke begrippen leerjaar 1
Import = het invoeren van goederen
Doorvoer = wanneer goederen een land binnenkomen en verder worden
vervoerd naar een ander land
Massagoederen= goederen die los in het ruim, in de tank of in de laadbak
worden vervoerd
Stukgoederen= goederen die per stuk of in dozen of kratten worden vervoerd,
meestal containers
Container = stalen laadkist met vaste maten om stukgoederen te vervoeren
Vervoermiddel = iets wat mensen of goederen naar een andere plaats rijdt,
vliegt of vaart
Arbeidsintensief = productie waarbij veel arbeid per hectare of per product
nodig is
Lagelonenland = land met lage lonen voor de werknemers
Grondstoffen = ruw materiaal, zoals ijzererts of cacaobonen, dat nog bewerkt
moet worden om er een product van te maken
Assemblage = het samenvoegen van onderdelen tot een product
Doorvoerhaven = een haven van waaruit de aangevoerde goederen worden
doorgevoerd naar een ander land
Industriehaven = een haven waarin fabrieken staan
Binnenvaartschip = een vrachtschip dat alleen op binnen wateren vaart
Mainport = een grote zee- of luchthaven waar goederen of passagiers vanuit
de hele wereld naartoe worden vervoerd
Overslag = het overladen van goederen van het ene op het andere
vervoermiddel
Achterland = het gebied waarop een (lucht)haven gericht is voor de aanvoer en
afvoer van goederen
Infrastructuur = alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of
informatie te vervoeren