Hoofdstuk 3 – begrippen mechanische belasting van voorwerpen:
Begrip Formule Uitleg Extra
Normaalspanning
1) trekspanning en F Trekspanning = materiaal dat uit elkaar getrokken wordt
σ=
drukspanning A Drukspanning = materiaal dat wordt samengedrukt
2) (tangentiële) F Wanneer een kracht wordt aangelegd, is er een verschil of de kracht wordt aangebracht als een lokale puntkracht of als
τ=
schuifspanning A een verdeelde kracht over een groot oppervlakte.
Druk = kracht per oppervlakte die extern wordt aangelegd
Spanning = kracht per oppervlakte intern, in het voorwerp waar we druk op aanleggen
Rek ∆L Elk materiaal zal onder invloed van een trekbelasting verlengen
ε=
L0 = afhankelijk van het materiaal
Elasticiteitsmodulus E Wet van Hooke: = een maat voor de stijfheid van materiaal grote E = stijf
(stijfheid) s= E . ε eenheid: 1 Pascal Pa = 1N/m² kleine E = slap
Poisson- of −ε Als een materiaal aan trek onderhevig is, en dus een axiale uitrekking (= minteken is noodzakelijk omdat een
dwarscontractie- ν= radiaal uitrekking in de lengterichting) ondergaat, zal het in oppervlakte en dus radiaal positieve uitrekking axiaal een
ε axiaal
coëfficiënt inkrimpen inkrimping tot gevolg heeft (dus ε radiaal
= verhouding van de radiale rek/krimp ten opzichte van de axiale rek/krimp is negatief)
Schuifmodulus - = een materiaalkundige grootheid die aangeeft wat het effect is van het E-modulus, schuifmodulus en Poisson-
glijdingsmodulus aanbrengen van een schuifspanning op een materiaal coëfficiënt = geen onafhankelijke
uitgedrukt in Pascal variabelen:
geen rek in het voorwerp, maar verschillende lagen materiaal die t.o.v. elkaar E
verschoven worden. G=
2.(1+ ν)
Verband tussen spanning en vervorming: τ = G * γ
Elasticiteitsgrens = de spanning vanaf wanneer er ook blijvende vervorming optreedt hoge elasticiteitsgrens = stug
lage elasticiteitsgrens = week
1
, Begrip Formule Uitleg Extra
Vloeigrens – Belasting neemt verder toe verlenging wordt in verhouding groter, bij een belasting van F v wordt vloeigrens overschreden,
vloeispanning dit wil zeggen dat het materiaal sterk wordt uitgerekt.
De proefstaaf vertoont over de gehele lengte een kleine vermindering van de diameter terwijl de belasting niet toeneemt
(het materiaal geeft als het ware mee).
Op sv ligt de vloeigrens en sv wordt de vloeispanning genoemd.
0,2-rekgrens Op de trekkromme kan je aan de hand van de 0,2-grens bepalen hoeveel rek blijvend (plastisch) is door middel van een
evenwijdige aan het lineair gedeelte te tekenen.
= de spanning waarvoor de blijvende (plastische) vervorming 0,2% bedraagt
Treksterkte Fm = maximale spanning dat een materiaal kan ondergaan (wanneer het al plastisch Hoge treksterkte = sterk
Rm =σ t = vervormd is) Lage treksterkte = zwak
A0
Breekrek = maximale hoeveelheid rek die een materiaal kan ondergaan voor het breekt Hoge breekrek = taai
Lage breekrek = bros
2
Begrip Formule Uitleg Extra
Normaalspanning
1) trekspanning en F Trekspanning = materiaal dat uit elkaar getrokken wordt
σ=
drukspanning A Drukspanning = materiaal dat wordt samengedrukt
2) (tangentiële) F Wanneer een kracht wordt aangelegd, is er een verschil of de kracht wordt aangebracht als een lokale puntkracht of als
τ=
schuifspanning A een verdeelde kracht over een groot oppervlakte.
Druk = kracht per oppervlakte die extern wordt aangelegd
Spanning = kracht per oppervlakte intern, in het voorwerp waar we druk op aanleggen
Rek ∆L Elk materiaal zal onder invloed van een trekbelasting verlengen
ε=
L0 = afhankelijk van het materiaal
Elasticiteitsmodulus E Wet van Hooke: = een maat voor de stijfheid van materiaal grote E = stijf
(stijfheid) s= E . ε eenheid: 1 Pascal Pa = 1N/m² kleine E = slap
Poisson- of −ε Als een materiaal aan trek onderhevig is, en dus een axiale uitrekking (= minteken is noodzakelijk omdat een
dwarscontractie- ν= radiaal uitrekking in de lengterichting) ondergaat, zal het in oppervlakte en dus radiaal positieve uitrekking axiaal een
ε axiaal
coëfficiënt inkrimpen inkrimping tot gevolg heeft (dus ε radiaal
= verhouding van de radiale rek/krimp ten opzichte van de axiale rek/krimp is negatief)
Schuifmodulus - = een materiaalkundige grootheid die aangeeft wat het effect is van het E-modulus, schuifmodulus en Poisson-
glijdingsmodulus aanbrengen van een schuifspanning op een materiaal coëfficiënt = geen onafhankelijke
uitgedrukt in Pascal variabelen:
geen rek in het voorwerp, maar verschillende lagen materiaal die t.o.v. elkaar E
verschoven worden. G=
2.(1+ ν)
Verband tussen spanning en vervorming: τ = G * γ
Elasticiteitsgrens = de spanning vanaf wanneer er ook blijvende vervorming optreedt hoge elasticiteitsgrens = stug
lage elasticiteitsgrens = week
1
, Begrip Formule Uitleg Extra
Vloeigrens – Belasting neemt verder toe verlenging wordt in verhouding groter, bij een belasting van F v wordt vloeigrens overschreden,
vloeispanning dit wil zeggen dat het materiaal sterk wordt uitgerekt.
De proefstaaf vertoont over de gehele lengte een kleine vermindering van de diameter terwijl de belasting niet toeneemt
(het materiaal geeft als het ware mee).
Op sv ligt de vloeigrens en sv wordt de vloeispanning genoemd.
0,2-rekgrens Op de trekkromme kan je aan de hand van de 0,2-grens bepalen hoeveel rek blijvend (plastisch) is door middel van een
evenwijdige aan het lineair gedeelte te tekenen.
= de spanning waarvoor de blijvende (plastische) vervorming 0,2% bedraagt
Treksterkte Fm = maximale spanning dat een materiaal kan ondergaan (wanneer het al plastisch Hoge treksterkte = sterk
Rm =σ t = vervormd is) Lage treksterkte = zwak
A0
Breekrek = maximale hoeveelheid rek die een materiaal kan ondergaan voor het breekt Hoge breekrek = taai
Lage breekrek = bros
2
