Samenvatting Hans Leinfelder Les 1+2: Management Ruimtelijk beleid/Omgevingsbeleid
Inhoud
1) ruimtelijk beleid/omgevingsbeleid + Waarom ruimtelijk/omgevingsbeleid?
2) Ruimtelijk beleid of ruimtelijke ordening
3) Ruimtelijke planning
4) Vergunningenbeleid
5) Handhavingsbeleid
1. ruimtelijk beleid/omgevingsbeleid
- hoe dichter op elkaar > minder infrastructuur nodig > goedkoper
- grootste bezetting in vlaanderen: landbouw > nederzetting > dan natuur
- 33% van Vlaanderen: ruimtebeslag (voor nederzettingen: wonen, werken, infrastr..)
- 14% van Vlaanderen: verharde, verzegelde opp/bodem (1/2e van ruimtebeslag)
- Dagelijkse groei ruimtebeslag: 4 ha (doel 2040: 0 ha)
Verharding
2/3 = wegen, opritten en terrassen
1/3 is effectief bebouwd. (60 % hiervan zijn woningen)
30 % van bebouwing in Vlaanderen = lintbebouwing
12 % van bebouwing in Vlaanderen = verspreide bebouwing
>>> 40% vd bebouwing bevindt zich buiten kernen
Strategieën voor verdichting in kernen
- Intensivering/verdichting van ruimtegebruik = verhogen v aantal activiteiten binnen
dezelfde opp)
- Verweving = samenbrengen versch activiteiten id zelfde ruimte
- Hergebruik = gebruikswaarde was gevallen tot 0 dus renovatie/slopen/nieuwbouw
- Tijdelijk ruimtegebruik = toelaten v activiteiten in ruimtes vr andere doeleindes
Situering ontstaan
18e E- 19e E: industrialisatie / urbanisatie (=verstedelijking): arbeiders woonden in beluikhuisjes vd
fabrikantseigenaar, werk kwijt = huis kwijt.
liberalen en katholieken ad macht met hun grote huizen en fabrieken > mensen in opstand, stakingen,
rellen, communisme dreigde + katholieke kerk onder druk
arbeiders weggeduwd uit de stad, socialisme/communisme mocht geen greep krijgen op hun
doelen: arbeiders uit steden houden + disciplineren (huis onderhouden etc)
hoe? 3 strategieën:
1) Mobiliteitsbeleid
2) Woonbeleid
3) Ruimtelijk beleid (pas na mob en woon in 1960)
Mobiliteitsbeleid Doel: bereikbaarheid + betaalbaarheid van
woon-werkverplaatsingen dmv aanleg
infrastructuur en aanbod goedkoop transport vr
arbeiders
Woonbeleid Doel: eigen woning stimuleren .
, Woning en tuin moet onderhouden worden!
1e woonwet belgie: 1889 (stimuleren van een
private woningbouw)
1948: wet de Taeye (bouwpremie): goedkope
woningen financieren die ze zelf later kunnen
kopen
1949: wet Brunfaut (financiering sociale
huisvestiging): bouwpremie voor aankoop
sociale woning
>> eigendom = ‘oplossing’
Hyper individualisering
'60 economische boom; enorme welvaartsgroei, ied
was in staat woning te kopen en te upgraden.
Opkomst sociaal zekerheidssysteem: iedereen
(behalve sociale huurders) kunnen zo'n woning
permitteren
Padafhankelijkheid
Vroegere beslissingen beïnvloeden later >
inelasticiteit ih beleid, instellingen en ih hoofd vd
mensen
(geen of te laat) Ruimtelijk beleid Overheid veel te laat gezegd waar wel/niet
gebouwd mag worden
2. Ruimtelijk beleid (=ruimtelijke ordening)
> Bewust ingrijpen door overheid:
• Beleidsvoorbereiding
• Beleidsuitvoering
>Ingrijpen in de ruimtelijke ontwikkeling
• Behoud en verbetering ruimtelijke kwaliteit
>Via fysieke maatregelen of via regelgeving
• Fysiek: aanleg van weg, afbreken van gebouw
• Regelgeving: opmaak van bestemmingsplan of regelgeving (vergunningen)
Ruimtelijk beleid (ruimte en samenleving)
Ruimtelijke orde (materieel object) Handelingenperspectief (formeel object)
Kennis van ruimtelijke structuur en dynamiek: Interventies en instrumenten (politiek)
- Ruimtelijk onderzoek - Discours: opvattingen en
- Ruimtelijk ontwerp houdingen: maatschappij
beïnvloeden: mooi verhaal maken,
instrumenten zoals
plannen/vergunningen etc inzetten
Ruimtelijk beleid bestaat uit
1-) ruimtelijke planning
2-) vergunningenbeleid (omgevingsvergunning)
3-) handhaving (>< stedenbouwkundige schendingen)
Inhoud
1) ruimtelijk beleid/omgevingsbeleid + Waarom ruimtelijk/omgevingsbeleid?
2) Ruimtelijk beleid of ruimtelijke ordening
3) Ruimtelijke planning
4) Vergunningenbeleid
5) Handhavingsbeleid
1. ruimtelijk beleid/omgevingsbeleid
- hoe dichter op elkaar > minder infrastructuur nodig > goedkoper
- grootste bezetting in vlaanderen: landbouw > nederzetting > dan natuur
- 33% van Vlaanderen: ruimtebeslag (voor nederzettingen: wonen, werken, infrastr..)
- 14% van Vlaanderen: verharde, verzegelde opp/bodem (1/2e van ruimtebeslag)
- Dagelijkse groei ruimtebeslag: 4 ha (doel 2040: 0 ha)
Verharding
2/3 = wegen, opritten en terrassen
1/3 is effectief bebouwd. (60 % hiervan zijn woningen)
30 % van bebouwing in Vlaanderen = lintbebouwing
12 % van bebouwing in Vlaanderen = verspreide bebouwing
>>> 40% vd bebouwing bevindt zich buiten kernen
Strategieën voor verdichting in kernen
- Intensivering/verdichting van ruimtegebruik = verhogen v aantal activiteiten binnen
dezelfde opp)
- Verweving = samenbrengen versch activiteiten id zelfde ruimte
- Hergebruik = gebruikswaarde was gevallen tot 0 dus renovatie/slopen/nieuwbouw
- Tijdelijk ruimtegebruik = toelaten v activiteiten in ruimtes vr andere doeleindes
Situering ontstaan
18e E- 19e E: industrialisatie / urbanisatie (=verstedelijking): arbeiders woonden in beluikhuisjes vd
fabrikantseigenaar, werk kwijt = huis kwijt.
liberalen en katholieken ad macht met hun grote huizen en fabrieken > mensen in opstand, stakingen,
rellen, communisme dreigde + katholieke kerk onder druk
arbeiders weggeduwd uit de stad, socialisme/communisme mocht geen greep krijgen op hun
doelen: arbeiders uit steden houden + disciplineren (huis onderhouden etc)
hoe? 3 strategieën:
1) Mobiliteitsbeleid
2) Woonbeleid
3) Ruimtelijk beleid (pas na mob en woon in 1960)
Mobiliteitsbeleid Doel: bereikbaarheid + betaalbaarheid van
woon-werkverplaatsingen dmv aanleg
infrastructuur en aanbod goedkoop transport vr
arbeiders
Woonbeleid Doel: eigen woning stimuleren .
, Woning en tuin moet onderhouden worden!
1e woonwet belgie: 1889 (stimuleren van een
private woningbouw)
1948: wet de Taeye (bouwpremie): goedkope
woningen financieren die ze zelf later kunnen
kopen
1949: wet Brunfaut (financiering sociale
huisvestiging): bouwpremie voor aankoop
sociale woning
>> eigendom = ‘oplossing’
Hyper individualisering
'60 economische boom; enorme welvaartsgroei, ied
was in staat woning te kopen en te upgraden.
Opkomst sociaal zekerheidssysteem: iedereen
(behalve sociale huurders) kunnen zo'n woning
permitteren
Padafhankelijkheid
Vroegere beslissingen beïnvloeden later >
inelasticiteit ih beleid, instellingen en ih hoofd vd
mensen
(geen of te laat) Ruimtelijk beleid Overheid veel te laat gezegd waar wel/niet
gebouwd mag worden
2. Ruimtelijk beleid (=ruimtelijke ordening)
> Bewust ingrijpen door overheid:
• Beleidsvoorbereiding
• Beleidsuitvoering
>Ingrijpen in de ruimtelijke ontwikkeling
• Behoud en verbetering ruimtelijke kwaliteit
>Via fysieke maatregelen of via regelgeving
• Fysiek: aanleg van weg, afbreken van gebouw
• Regelgeving: opmaak van bestemmingsplan of regelgeving (vergunningen)
Ruimtelijk beleid (ruimte en samenleving)
Ruimtelijke orde (materieel object) Handelingenperspectief (formeel object)
Kennis van ruimtelijke structuur en dynamiek: Interventies en instrumenten (politiek)
- Ruimtelijk onderzoek - Discours: opvattingen en
- Ruimtelijk ontwerp houdingen: maatschappij
beïnvloeden: mooi verhaal maken,
instrumenten zoals
plannen/vergunningen etc inzetten
Ruimtelijk beleid bestaat uit
1-) ruimtelijke planning
2-) vergunningenbeleid (omgevingsvergunning)
3-) handhaving (>< stedenbouwkundige schendingen)