Pagina 1
Fashion fabrics
College 1, modegeschiedenis
Overzicht van voorgaande decennia met focus op stoffen.
1900’s – het Edwardiaanse tijdperk
Materialen
- Wit, gaasachtige, hangende stof
- Kant
- Linnen
- Katoen
- Zijde
- Fluweel
- Linten
- Sjerpen (sjaaltjes)
- Riemen
- Leer voor handschoenen en schoenen
Tijdens de laatste decennia van de 19de eeuw kwam de emancipatie van de vrouw
goed op gang. Dat betekende onder meer dat vrouwen nieuwe activiteiten konden
ondernemen. Ze kregen steeds vaker een kantoorbaan, deden aan sport en ze
vervoerden zich via trein, fiets en later ook de auto. Deze ontwikkelingen leidden
rond de eeuwwisseling tot een ongekende verandering in de vrouwelijke
garderobe. De behoefte aan allerlei soorten praktische kleding werd groter dan
voorheen.
• Grote, uitbundig versierde hoed, met lange, gelijkmatig versierde jurk en
smalle taille. Cottage loaf hairdue.
• Zomerjurken uit de Edwardiaanse tijd waren vaak gemaakt van wit,
gaasachtige en hangende stoffen. Witte stof reflecteert zonlicht en maakte
het voor de vrouw gemakkelijker om koel te blijven. De jurken werden
afgezet met kant en de stof werd soms weggesneden of was doorschijnend om de huid van de
drager te onthullen. Linnen en katoen werden gebruikt om deze ‘look’ te bereiken, omdat ze zowel
doorschijnend als traditioneel wit zijn.
• Avondjurken waren echter veel luxueuzer. Ze waren gemaakt van zijde en andere fijne stoffen. Soms
had de zijde een dunne, transparante ‘overlay’ die versierd kon worden met kralen. Fluweel was ook
een populaire keuze voor avondjurken. Stoffen waren gedrapeerd en gelaagd, maar niet op een
manier die omvangrijk was. Grote, omvangrijke jurken maakten veel meer deel uit van het
Victoriaanse tijdperk en jurken uit het Edwardiaanse tijdperk zagen er rijk uit zonder de zwaarte van
Victoriaanse baljurken. Jurken hadden een soort riem in de taille om een kleine taille en een volle
buste te accentueren – hierdoor werd een soort driehoekige vorm bereikt. Linten, sjerpen en riemen
werkten allemaal als stukjes om deze nauwsluitende look te creëren en waren vaak van zijde
gemaakt. Leer was populair in maar alleen voor handschoenen en schoenen. Zijden pumps waren
typisch voor de avond en werden meestal gecombineerd met zijden sjaals. De rijkdom aan zijde was
een veel voorkomend thema voor de avondkleding.
• Duff Gordon, was dé ontwerpster van dit decennium. Ze was een van de overlevenden van de
Titanic.
Shirtwaist:
, Pagina 2
Materiaal shirtwaist Katoen, linnen
Materiaal rok Wol, tweed
• De ‘shirtwaist’ was een op maat gemaakte blouse of shirt dat voornamelijk door
arbeidersvrouwen werd gedragen in de vroege jaren van de 20ste eeuw. De
shirtwaist werd vaak gedragen met een aangesloten of een lossere lange A-lijn
rok. Soms werd het gedragen met een "op maat gemaakt"; dat een rok en jaspak
(jacket suit) bevatte. De 1ste shirtswaists kenmerkten plooien in de schouders die de
schouders met poffen van de Gibson meisjeslook reflecteerden. De shirtwaist had
een ronde hals of kwam met een op maat gemaakte kraag. Beiden met veel
knopen op de rug.
• De rok was gemaakt van een zware, duurzame stof zoals wol of tweed, die niet
veel gewassen hoefde te worden en altijd in donkere kleuren. Maar het shirt was
van een lichtere kwaliteit en het vereiste veelvuldig wassen en was meestal wit of
ivoor.
• Shirtwaists die gedragen werden door huisvrouwen en vrouwelijke fabrieksarbeiders waren meestal
effen witte katoenen blouses met eenvoudige plooien die mobiliteit mogelijk maakten. Shirtwaists
dienden ook als kledingstukken voor vrouwelijke kantoormedewerkers, of zelfs als elegante kleding.
Betere kwaliteit shirtwaists die gedragen werden, waren gemaakt van fijn katoen, zijde of linnen.
Liefhebbers van shirtswaists konden deze ook dragen als avondoutfit. Deze meer decoratieve
kledingstukken werden vaak op maat genaaid. Ze bestonden uit kwaliteiten zoals zijde, kant, taft en
satijn en sommige vertoonden levendige patronen.
• In 1911 ontstond er in de Triangle Shirtwaist-fabriek brand waarbij 154 jonge immigrante vrouwen
werden gedood in het vuur.
1910’s
Materialen
- Satijn
- Taffeta
- Organza
- Chiffon
- Lichtgewicht zijdes
- Rayon
- Linnen
- Cotton
- Wol
- Serge
- Gabardine
- Bont
In de 1910’s werden nog veel natuurlijke stoffen (linnen, katoen, wol en zijde) gebruikt. Ook was er een
nieuwe uitvinding: Rayon (kunstijze). Middelzware tot zware stoffen zoals serge en gabardine werd veel
toegepast in ‘op maat gemaakte’ dagkleding. Lichtgewicht stoffen, vaak doorzichtige stoffen, zoals organza,
chiffon, crêpes werden vooral gedragen in avond- en namiddagjurken. Jersey was populair als vrijetijdsstof.
Chanel gebruikte denim als een vrijetijdsstof in deze periode, lang voordat denim hoogtij vierde van
populariteit.
, Pagina 3
• Mevrouw Hart Berg was de 1ste Amerikaanse vrouwelijke passagier in een vliegtuig.
Zij bond een touw rond haar enkels om te voorkomen dat de stof in de wind
omhoog zou wapperen terwijl ze met het vliegtuig vloog. Paul Poiret (een Franse
modeontwerper) liet zich inspireren door dit nieuws en creëerde een jurk die de
‘hobble’ rok werd genoemd. Het was eigenlijk een soort korset voor de benen en
de voorloper van de kokerrok. Vanwege het onvermogen van de dames om te
lopen, werd de split uitgevonden.
• Poiret hield van felle kleuren en introduceerde schitterende tinten, terwijl de lila
kleuren (sweet pea colours) in het Edwardiaanse tijdperk nog steeds erg in de
mode waren. Hij was beïnvloed door de ‘Ballets Russes’ en in 1913 produceerde
hij exotische ontwerpen op basis van oosterse harembroeken. Zijn lampenkap
tuniek en tulbanden waren allemaal in levendige gloeiende glinsterende kleuren,
met kralen versiering.
• Een ‘hobble skirt’ was een rok of jurk met een smalle boord om de pas van de drager aanzienlijk te
belemmeren en was een kortstondige modetrend in de vroege jaren van 1910. De naam was een
verwijzing naar het apparaat dat wordt gebruikt om paarden te laten hinken. Een knielengte korset
werd gebruikt om dit effect te bereiken. Sommige rokken hadden, sleuven, verborgen plooien en
drapering die de beperking van vrij te bewegen verminderde. Vrouwen werden in deze periode
actiever werden in verschillende activiteiten deze waren onmogelijk te doen in een ‘hobbled’
zoomlijn.
• Mariano Fortuny experimenteerde met plooiende stoffen, door deze over het vrouwelijk lichaam
heen te drapeerden. Een versie van zijn Delphos-jurk werdt gepatenteerd in 1909 en werd vaak
gedragen door de danser Isidore Duncan. De minutieus geplooide zijde was een geheim proces. De
glorieuze kleuren werden geproduceerd met plantaardige kleurstoffen.
o Zijn kleding had vaak vleermuismouwen en bestonden uit zijde en zijdefluweel met zijn
originele handgedrukte stencilontwerpen. Venetiaanse glaskralen verzwaarden de zomen.
Hobble skirt The Delphos gown Lampshade skirt
1920’s
Materialen
- Metallic
- Franjes
- Pailletten
- Katoen kwaliteiten
- Breisels
- Wasbeer bont
- ’Cloche’ hoed
, Pagina 4
• Het was het tijdperk van de jazz. Er werd veel gefeest maar eigenlijk was
het een trieste bedoening na de 1ste wereldoorlog. Het was opnieuw
beginnen. Vrouwen hadden het recht om te stemmen gewonnen en dat
lieten zij ook duidelijk zien door zich ernaar te kleden en te gedragen.
• Mode was spannend en nieuw. Vrouwen omhelsden de jaren ‘20 en wat
hetgeen modern is.
• Korte aflopende wenkbrauwen, lippenstift alleen aan de voorkant van de
lippen, zeer bleke huid maar donkere make-up, bobkapsel, meestal met
een extra haarband en lange kralen. Als ze de haarband niet droegen,
hadden ze een hoed op (bell-hat). De ‘shift’-jurken waren recht, met een verlaagde
taille helemaal tot aan de heupen.
• De trend was:
▪ Sportief/atletisch
▪ Kort bob kapsel
▪ Mouwloze jurken met knielengte zoomlijnen (hemlines)
▪ Koge hakken, t-strap schoenen
▪ Cloche hoeden
▪ Kostuum uiterlijk/looks en sierraden (lange strengen kralen).
• Het silhouet:
▪ Rechte lijnen; taille wordt verlaagd richting heup bij jurken de ‘Flapper’ stijl werd populair
toen korte rokken nodig waren voor het dansen van de Charleston
▪ Geen duidelijke taille; diagonale zomen (hems).
• De stoffen:
▪ Katoen, breisels, jersey, tweeds, franjes, kralen.
• Kleuren:
▪ Gedurfde kleuren combinaties; solide tinten; geometrische patronen.
• Designers
▪ Coco Chanel. Zij ontwikkelde de 'little black dress‘. Dit is een van de meest essentiële stukken in
de mode geworden. Zij was ook een van de 1ste personen die breisels in het modebeeld plaatste.
Haar uitgangspunt was dat kleding comfortabel moest zijn, tevens praktisch, maar toch modieus.
Ze wilde van het korset af omdat deze erg oncomfortabel was. The little black dress reageerde
perfect op de behoefte van de vrouwen voor iets nieuws in deze periode.
▪ Andere ontwerpers voegde zich bij haar aan, in haar revolutie voor het definitief verwijderen van
de corset. Poiret (Frans), Jean Patou (Frans), Madeleine Vionet (Frans)
▪ Jean Patou. Fashion designer uit Frankrijk (uitvinder van de ‘designer tie’, eigen parfum merk)
▪ Norman Hartnell (Britisch; kreeg de ’Royal Warrant’ als dameskleermaker van Queen Elizabeth.
De ‘Queen Mother’ in 1940 en in 1957 van ‘Queen Elizabeth 2nd’.
1930’s
• Polka dots, plaids (dekens), luipaardprint
• Een terugkeer naar vrouwelijkheid. De jaren ‘30 stonden
bekend als jaren van grote depressie en massale
werkloosheid, maar was ook een tijd van enorme glamour.
Hollywood was zeer aantrekkelijk (en bepalend voor de
mode), mensen wilden escapisme (gewoonte of neiging de
werkelijkheid te ontvluchten) en mode was nog nooit zo
elegant geweest.
• De gewenste look was compleet anders dan het vorige decennium De wenkbrauwen
waren erg dun en de hoge en gebogen oogschaduw werd licht gehouden, omdat het allemaal om de
wimpers ging. Rode lippen en krullen waren hip in de jaren 30.
, Pagina 5
• Hoed en handschoenen waren verplicht. Ultra vrouwelijke jurken met bont als je het kon
veroorloven, met zeer lage zoomlijn. Mensen waren bang. Alles ging over fatsoen, het volgen van de
regels, goed gedrag, vrouwelijkheid, gedempte kleuren. De avondkleding had een metaalachtige
glans, jurken met een rugdecolleté werden geboren, het was sexy, prachtig.
• De trend was:
▪ Vrouwelijk; rugloze jurken; wedge heels (plateauzolen); hollywood invloeden (sterren &
designers), grote hoeden; twinsets verschenen.
▪ Menswear-geïnspireerd; halverwege de kuit zoomlijnen (hemlines); sportkleding; broekpakken
(pantalons);
• Het silhouet:
▪ Strakke lijnen; een riempje of touwtje (chinced) in de taille; smalle heupen
▪ Brede schouders (brede schouder jassen)
▪ Driehoekige modellen.
• De materialen
▪ Zijde, satijn, taft, mesh, fluweel, kant, katoenen voile (broadcloth, cotton suiting (een pak
gemaakt van katoen), percal, lawn (graslinnen), batist, pique), rayon, zijde, crêpe, linnen,
pongézijde (een zacht en typisch ongebleekt type Chinees weefsel in platbinding, oorspronkelijk
gemaakt van draden van ruwe zijde en nu ook andere vezels zoals katoen, die meestal
gemerceriseerd zijn), voile, wol, chambray (een zeer lichtere versie van denim), corduroy, flanel,
tweed.
• Kleuren:
▪ Gedempte en verfijnde kleuren, elegante kleuren.
• Designers
o Elsa Schiaparelli: zij was een van de belangrijkste modeontwerpsters van
de jaren 20 en 30, na Coco Chanel).
▪ Zij was bekend van de kreeftenjurk (lobster dress) & de Skeleton Dress
afbeelding.
▪ Skeleton Dress: Schiaparelli overdreef de meestal delicate trapunto-
quilttechniek (een techniek met een extra laag vulling ‘batting’ met een
uitgesproken gevuld effect) om enorme 'botten' te maken - het
ontwerp werd gestikt in de omtrek door twee lagen stof en vervolgens
werd katoenwatten door de achterkant gestoken om reliëf in het
ontwerp op de voorkant te creëren. De schoudernaden en de rechterkant werden
aan elkaar bevestigt door extreme/gewaagde plastic ritsen.
▪ Futurisitisch. Speciale quilte techniek. Extra pattering waardoor het effect van dat
quilt extra versterkt wordt. Door te stikken krijg je een relief in ontwerp. Twee lagen
vulling bij speciale techniek.
o Charles James: was een Britse fashion designer en bekend als "America's First Couturier“. Hij
wordt beschouwd als een meester van het snijden.
o Vera Maxwell (bekend als "the American Chanel“) als de schepper van tijdloze mode dat
comfortabel zat en tevens chic was. Ze was een van de 1ste Amerikaanse ontwerpers die
sportkleding voor vrouwen invoerde
• 1937 - de ‘wonderstof’ nylon werd in de Verenigde Staten uitgevonden door Amerikaanse
chemiebedrijf Du Pont De Nemours & Co
• Opkomst van de voerzakjurk (afkomstig van de voerzak/zaadzak). Deze zakken, met hun mooie
‘calico’ patronen, werden gebruikt om voer in te stoppen voor de kippen. De zeer arme dames in de
jaren ‘30 veranderde deze voer/zaadzakken in jurken.
• Dit was ook de tijd van het bekende criminele stel Bonnie & Clyde. Eind jaren ‘60 kwam er een film
uit over dit stel; de jurk die Faye Dunaway droeg in de film als Bonnie leidde tot de dood van de
minirok van de jaren '60. De pencil skirt werd populair door Faye Dunaway.
, Pagina 6
1940’s
Materialen
- Wollen pak kwaliteiten (wool suiting) in rib crepe, flanel, textured Shetland flannel en kepers.
- Rayon
- Wol
- Katoen
- Jersey
- Zijde
- Fluweel
- Flanel
• De trend was:
▪ Kortere zoomlijnen als gevolg van stof tekorten; shirtdresses; dikke hakken; mix en match stijlen;
militair-look; debuut van de bikini (1946 geïntroduceerd); mannish pakken; ¾ jassen,
dramatische hoeden.
▪ Grote hoeden, grote gewatteerde schouders, getailleerde taille, zoomlijn stijgt tot op knieniveau,
de lange nauwe/aangesloten rokken uit de jarne 30 konden niet meer. Men moest immers stof
besparen.
• Het silhouet:
▪ A-lijn rokken; rechte rokken; vrouwelijke vormen
▪ Vierkante schouders (schoudervullingen)
• De materialen
▪ Gingham (Brabants bont) (een platbinding (effenbinding) geweven middelzware stof. De basis is
geverfd katoengaren)
▪ Denim,
▪ Mix en match patronen
▪ Het gebruik van oude kleding voor nieuwe kleding (Upcycling)
• Kleuren
▪ Patriottische kleuren, marine blauw (navy), grijs en bruin
▪ De kleuren waren krachtig, patriottische en gewaagde afdrukken vervingen accessoires (die
moeilijk te vinden waren tijdens de oorlog).
• Designers
▪ Claire McCardell: ready-to-wear. Nam gebruikskleding/werkkleding en ontworp een casual, maar
stijlvolle Amerikaanse look genaamd ‘the pop over dress’. Het was de eerste keer dat ze niet naar
Parijs konden kijken voor mode, daar het bezet was in de oorlog.
▪ Norman Norwell: was een Amerikaanse fashion designer en stond bekend voor zijn elegante
pakken en op maat gemaakte silhouetten
▪ Christian Dior: “The New Look”: Het was enorm extravagant, veel stof, riem in de taille, ultra
vrouwelijk en men kon het ook ’s avonds dragen. De ‘New Look’ werd onmiddellijk nagebootst.
De vrouwen wilden zich na de oorlog (jaren 50) vrouwelijk voelen. Weinig personen konden zich
de kleding veroorloven. De bekendste klant van Dior was Eva Peron (1st Lady van Argentinië;
Evita).
▪ De ‘Zoot Suit’ Deze stijl van kleding werd vooral populair onder de Latino, Afro-Amerikaanse,
Italiaanse Amerikaanse en Filippijns-Amerikaanse gemeenschappen. De hoeveelheid aan
materiaal en maatwerk maakte de ‘Zoot Suits’ tot luxe product. Voor sommigen was het dragen
van het extra grote pak een verklaring van vrijheid en zelfbeschikking, zelfs rebels.
• Jaartallen:
, Pagina 7
▪ 1940 – 1945 –> Vrouwen werken buiten het huis, terwijl mannen vechten in de oorlog, dus
praktische kleren waren in de mode.
▪ 1941 – Patent op Polyester
▪ 1942 – T-shirts worden geintroduceerd.
▪ 1945 – 2de wereld oorlog ten einde; vrouwen gaan terug om huisvrouwen te zijn; Op huishouden
geïnspireerde kleren zijn in de mode.
• In de 2de wereldoorlog had je 3 hoofdgroepen qua kleding: uniformen, werkkleding en utility
clothing (gebruikskleding/dagelijkse kleding
1950’s
Materialen
- Katoen - Organdy
- Denim - Flannel (flannelette)
- Chambray - Gabardine,
- Corduroy - Serge
- Zijde - Nylon
- Rayon - Synthetisch (Acryl, Dacron,)
- Mesh
• De trend was:
o Retromode van de vroege jaren 1900; vrouwelijk; cocktail jurken;
bolerojasjes; potlood rokken; petticoat rokken; Capribroek; ballerina flats;
stiletto hakken; handschoenen; Ivy League Look (button down shirts,
smalle stropdassen, grijze flanel pakken)
o Grote puntige bh’s. Waarom deze vorm bh? Het was het tijdperk waarin
de mensen gefascineerd waren door het idee om naar de maan te gaan.
o Eyeliner, cat eye.
o Kort haar
o Marlyn Monrow, Elizabeth Taylor, Audrey Hepburn
o Ook nog steeds New Look (afbeelding)
• Silhouet:
o Zandloper vorm; versmald in de taille (riem/touw in de taille), uitlopende rokken, zachte
schouders
• Stoffen:
o Taffeta (gladde effen geweven stof), wol, gazar zijde (een weefsel gemaakt in zijde of wollen
met een hoge-twist dubbele garens geweven als één)
• Kleuren:
o Verschillende soorten pastel en grijs tinten, gedempte tinten en juweel tonen
• Designers:
o Yves Saint Laurent (Frans),
o Gucci (Italiaans),
o Valentino (Italiaans),
o Cristobal Balenciaga; een Spaanse Basque fashion designer. Hij had een reputatie als
couturier van compromisloze normen en werd als "de meester van ons allen" genoemd door
Christian Dior en als "de enige couturier in de waarste zin van het woord" door Coco Chanel.
• Jaartallen:
o 1951 – Commerciele doorbraak synthetische garens.
o 1954 – Chanel introduceert haar beroemde zwarte kraag pak jasje en rok met gouden ketting
versiering.
o 1959 – In America was de 1ste elastomeer garen, Lycra, ontwikkeld en op de markt gebracht.
, Pagina 8
o Tijdens en na de 2de wereldoorlog ontstond er de babyboom periode. Dit houdt in, dat
wanneer we in het midden van de jaren ‘50 komen tot de jaren ’60, we de invasie hebben
van de tieners, met name in Amerika. Een heel nieuw modebeeld ontstond.
o Je zag 2 soorten kleding:
▪ De leuke tiener en de juryleden. Tieners die hun haar hebben ingevet, deze telkens
aan het kammen zijn en leren jassen droegen. Als 3de de teddy boys & girls.
▪ Elvis Presley, rock and roll.
▪ Jackie Kennedy, first lady of America. 22 november 1963 werd John F. Kennedy
neergeschoten en werd tevens haar mantelpakje erg beroemd.
1960’s
De tijd van de jeugd, de babyboomers verdienden geld, een voorspoedige tijd en men had weer tijd voor
zichzelf. Twiggy maakte haar debuut. Tijd van de hippies en babyboomers.
• Trend:
o Begin jaren ’60 –> A-lijnen en potlood rokken, Jackie Kennedy stijl
o Midi jaren ’60 –> Mod fashion, Minirokken (einde minirok door die Faya Dunaway)
o Eind jaren ’60 –> Hippie, relaxte kleding
▪ Begin jaren ’60 was nog de voortzetting van "New Look“. Medio jaren ’60 kwam de
minirok, peuterkleding in beeld. Eind jaren ’60 was de tijd van zwevende,
nostalgische, etnische ideeën en hippies en duurde tot de jaren ’70.
o Coltruien
o Twinsets, top met bijpassend vest bijv.
o Beltsleeve, wijde uitlopende mouwen
• Silhouet:
o Rechte lijn, heuploze taille; trapeze jurk; bel mouwen, col (1/2 col)
• Stoffen:
o Geometrische patronen, katoen, breisels (jersey, smalle rib truien), wol, croshet (haken),
jeans, synthetische stoffen (zoals polyester)
• Kleuren:
o Gebleekte kleuren (pale colors), zwart, wit, helder, diepe tinten (bold), tie-dye, neon
• Designers:
o Mary Quant (Welsh)
▪ Mary was niet degene die de minirokken uitvond, maar ze had gemerkt dat de
meisjes op straat hun rokken verkortten en reageerde door te ontwerpen voor haar
boetiek om in de behoeften van de vrouwen te voorzien. Haar ontwerpen werden
vervolgens omvergeworpen door massale retailers.
o Pierre Cardin (Italiaans)
o Laura Ashley (Engels)
o Pucci (Italiaans)
• Jaartallen
o 1963–Jackie Kennedy fashion
o 1964 – Beatles werd populair in Amerika, het begin van de ‘London style’ & ‘Mod fashion’
o 1969 –Woodstocks parken hippie mode
1970’s
Tijd van de plastic fantastic.
• Trend:
, Pagina 9
o Bell bodem broek (de wijde pijpen)
o Plateauzolen
o Wikkeljurken
o Gaucho broek; Annie Hall menswear stijl
o Hotpants; laarzen; topjes; vrouwelijke zigeuner
look; leopard print; plastic.
• Silhouet:
o A-lijn rokken
o Lichaam draperende kleding
o Boven de knie tot halverwege de kuit zoomlijnen
o Zachtere vormen
• Stoffen:
o Plaids (geruite vollen stoffen), polyester, rayon, jersey, tweed, wol, jeans
• Kleuren:
o Patriottische kleuren (bijv. de Britse vlag kleuren); pasteltinten; heldere/glanzende satijn;
gedempt tweets voor het werk, neon kleuren
• Designers:
o Vivienne Westwood (Engels)
o Ralph Lauren (Amerikaans)
o Halston (Amerikaans)
o Gucci (Italiaans)
o Diane Von Furstenberg (DVF): een Belgisch- Amerikaans fashion designer bekend vanwege
haar iconische wrap dress (wikkeljurken) in 1973.
1980’s
Materialen
- Katoen
- Denim
- Chambray
- Corduroy
- Zijde
- Rayon
• Trend:
o Preppy stijl; popmuziek stijlen
o Retro mode van de jaren 1950; cocktail jurken
o Acid wash jeans, designer jeans; ‘big hair’; ballon rokken; navel shirts; sport kleding (fiets
broeken, beenwarmers); ballerina flats; leggings; tunieken; grote truien; pumps; sneakers
voor dagelijks gebruik; hoeden komen terug voor iedereen,
o Gescheurde kleren, graffiti stijl; punk; skinhead; opkomst Adidas sneakers (Run DMC / LL Cool
J)
• Silhouet:
o Volumineuze top met een smalle onderkant
o Schoudervullingen
o Strakke spijkerbroek
o Kortere zoomlijnen
o De vrouwelijke 1950 zandlopervorm
• Stoffen:
o Taffeta, tulle, lycra, rayon, denim, pailletten, breisels
, Pagina 10
• Kleuren:
o Neons, heldere kleuren, juweel tonen, diepe tinten (bold), zwart
• Designers:
o Gianni Versace (Italiaans)
o Karl Lagerfeld (Duits)
o Donna Karan (Amerikaans)
o Betsey Johnson (Amerikaans)
o Perry Ellis (Amerikaans): de invloed van Ellis op de mode-industrie is genoemd als "een
enorme keerpunt ', omdat hij nieuwe patronen en verhoudingen in een markt heeft
ingevoerd dat werd gedomineerd door de meer traditionele herenkleding
o Calvin Klein (Amerikaans)
1990’s
• Trend:
o Navel shirts; baggy jeans; toelopende pijpen jeans; bloemen jurken; boyfriend blazers;
palazzo broeken; grunge stijl; houthakker shirts; overalls; platform tennisschoenen;
onderkleding als bovenkleding; opkomst van vintage; chunky schoenen; decennium van het
supermodel; gelaagdheid; image en branding belangrijker dan de verandering van stijl.
o Plateauzolen
o Choker
o Internet werd bekend, wereldwijd gebruikt vanaf de jaren 90
• Silhouet:
o ‘Baggy’ tops met smalle onderkanten of kleine tops met ‘baggy’ onderkanten; lange, slanke
vormen; vloeiende lijnen
• Stoffen:
o Katoen, denim, breisels, flannel, spandex
• Kleuren:
o Donker, gedempt
o Bloemenpatronen
o Geruite kleuren
o Color block
o Monochromatisch
• Designers:
o Prada
o Jil Sander
o Dolce & Gabbana
o Gianni Versace (Italiaans)
o Marc Jacobs (Amerikaans)
• Jaartallen
o 1993 – Internet wordt wereldwijd gebruikt
o 1994 – het einde van de ‘Grunge’ tijdperk
2007 – 2009 (hiphop cultuur)
- Trend:
o Vintage en Retro fashion:
▪ Lange lijnen uit de jaren 1930
▪ Nautische look van de jaren 1930 en 1940
▪ Overhemd jurken uit de jaren 1940 en 1970
▪ Bohemien rokken en tops uit 1970