Samenvatting examen destinations
Italië
Italië was in het vierde meest bezochte land ter wereld
-> geen recent fenomeen
Binnenlands toerisme: al in de oudheid toen de rijkere burgers van Rome hun zomerresidenties in
Napels bezochten
Na de val van het Romeinse Rijk: verdwenen voorwaarden voor toerisme voor enkele eeuwen
-> wel bleef Rome een bestemming voor christelijke pelgrims van over heel Europa
Middeleeuwen: gekenmerkt door de opkomst van de Italiaanse stadstaten
-> handelaars werden rijk als internationale bankiers en tussenpersonen in de handel van
luxeproducten uit het Verre Oosten
Renaissance: ‘cultuurtoeristen’ aangetrokken door Firenze en Venetië
Shakespeare beïnvloed door de Italiaanse literatuur
18e eeuw: de gewoonte voor rijke jonge aristocraten om op ‘Grand Tour’ te gaan
-> begeleid door een ‘tutor’ en een entourage van bedienden; verblijf van meerdere maanden in
Italië en het voltooiden van hun opleiding
,19e eeuw: uitbreiding van het spoorwegnetwerk
-> idee van een Europese Tour te populariseren door Italië bereikbaar te maken voor de
middelklasse van Groot-Brittannië
Vandaag: de meeste toeristen bezoeken Italië vanuit een culturele motivatie
-> kunst- en architecturale erfgoed is de belangrijkste oorzaak waarvoor Italië in de top-5
bestemmingen van de wereld voorkomt
Toeristische producten van culturele aard zijn onder andere:
• Korte stedentrips en langere rondreizen, vooral in trek bij kunstliefhebbers
• Muziekfestivals: vaak verbonden met de thuisstad van een componist, zoals bijv. Pesaro
(Rossini) en Lucca (Puccini). Italië was immers de bakermat van de opera, wat erg populair is
in Italië
• Cursussen in Italiaanse kunst en literatuur: buitenlandse studenten in universiteitssteden
zoals Perugia, Firenze en Siena
• Religieus toerisme: bedevaarten naar Rome, Assisi, Loreto en Padua (meest bezochte
bestemmingen voor katholieke pelgrims)
Natuurgebieden: lijst natuurgebieden en nationale parken relatief beperkt
-> bekende uitzonderingen zijn het Gran Paradiso National Park in de westelijke Alpen of de Sibilini
in de Apennijnen
Historische context Italië
Voor 2e eeuw voor Chr.
- Aparte Italische volkeren/stammen (Sabijnen, Latijnen…)
- Griekse kolonies: Magna Graecia
- Etrusken! Stichting van Rome
Na 2e eeuw voor Chr.
- Romeinen verenigen tal van stammen onder hun gezag
- Rome wordt hoofdstad van immens rijk
- Taal, wetten en kalender golden in groot deel van Europa
- Drie periodes: koninkrijk, republiek en keizerrijk
Etrusken
Kunstzinnig en verfijnd
-> Rotsgraven met fresco’s, sieraden en aardewerken voorwerpen
,Belangrijkste rivalen: Grieken (deze noemen hen Tyrreners)
Collecties Etruskische kunst:
- Villa Giulia (Rome)
- Vaticaans museo Gregoriano
- Museo archeologico in Firenze
- Museo Guarnacci in Volterra
- Museo Nazionale in Chiusi
De romeinen
= Stedenbouwers: ‘kolonies’
-> vestigingsplaatsen voor Romeinse burgers. Bijv. Rimini (Ariminum)
Het Romeinse rijk
Eerst: koninkrijk
Later republiek en keizerrijk
Eerste keizer: Augustus
Bloeiperiode: 2de eeuw na Chr
Romeinse wegen: legers snel verplaatsen
Keerpunt
Keizer Constantijn wordt christen
Hoofdstad wordt Constantinopel/Byzantium (nu: Istanbul)
5de eeuw: Romeinse rijk wordt in twee gesplitst
-> 476: val van het West-Romeinse Rijk door invasie van Germaanse volkeren
Oost-Romeinse Rijk: centrum = Byzantium (Ravenna)
Gotiek en Vroege renaissance in Italië
13-15de eeuw
Renaissance: ‘wedergeboorte’
-> Antropocentrisme: mens staat centraal
Kritischer houding: grote ontdekkingen, bloei van wetenschappen
Individualisme! Kunstenaars: grote persoonlijkheden vs. anonimiteit (ME)
, Levensopvatting: streven naar meer levensverfijning en comfort
Schoonheid in de natuur = model voor schoonheid in kunst
De context van het toerisme in Italië
Fysische factoren
Italië van Noord-Europa gescheiden door de Alpen
Kustlijn van ca. 7.000 km lang, in de richting van de Adriatische en westelijke Middellandse Zee
De Apennijnen: ruwe ruggengraat van het Italiaanse schiereiland en waren jarenlang een obstakel in
de oost-westverbindingen
-> Nieuwe tunnels door de bergen, zorgen voor een betere ontsluiting tussen het oosten en het
westen
Tussen de Apennijnen en de Alpen: Noord-Italiaanse vlakte
-> het vruchtbare landbouwland
Een groot deel van Italië is geologisch onstabiel
-> bewezen bij de aardbevingen, de frequente grondverschuivingen in de Apennijnen en de
vulkanische activiteit bij Napels en Sicilië
Toch hebben rijke geothermische bronnen voor een florerend spatoerisme gezorgd
-> kuuroorden als Abano Terme, Montecatini Terme en Ischia
Socio-culturele factoren
De Italiaanse levensstijl: al jaren een attractie voor de meer gereserveerde bezoekers uit de landen
van Noord-Europa
-> zoals de avondlijke ‘passegiata’
Italië nu één van de laagste geboortecijfers in Europa (toch familiebanden sterk)
-> door de economische en sociale veranderingen sinds de Tweede Wereldoorlog
De Rooms katholieke kerk: blijft belangrijke rol spelen en religieuze feesten blijven populair
Cultuur: gekenmerkt door sterke regionale verschillen
-> komen tot uiting in de gastronomische specialiteiten, de kunstambachten en de dialecten
Te wijten aan de ‘Risorgimento’, de hereniging van Italië in 1861; slechts gedeeltelijk voltooid
Italië
Italië was in het vierde meest bezochte land ter wereld
-> geen recent fenomeen
Binnenlands toerisme: al in de oudheid toen de rijkere burgers van Rome hun zomerresidenties in
Napels bezochten
Na de val van het Romeinse Rijk: verdwenen voorwaarden voor toerisme voor enkele eeuwen
-> wel bleef Rome een bestemming voor christelijke pelgrims van over heel Europa
Middeleeuwen: gekenmerkt door de opkomst van de Italiaanse stadstaten
-> handelaars werden rijk als internationale bankiers en tussenpersonen in de handel van
luxeproducten uit het Verre Oosten
Renaissance: ‘cultuurtoeristen’ aangetrokken door Firenze en Venetië
Shakespeare beïnvloed door de Italiaanse literatuur
18e eeuw: de gewoonte voor rijke jonge aristocraten om op ‘Grand Tour’ te gaan
-> begeleid door een ‘tutor’ en een entourage van bedienden; verblijf van meerdere maanden in
Italië en het voltooiden van hun opleiding
,19e eeuw: uitbreiding van het spoorwegnetwerk
-> idee van een Europese Tour te populariseren door Italië bereikbaar te maken voor de
middelklasse van Groot-Brittannië
Vandaag: de meeste toeristen bezoeken Italië vanuit een culturele motivatie
-> kunst- en architecturale erfgoed is de belangrijkste oorzaak waarvoor Italië in de top-5
bestemmingen van de wereld voorkomt
Toeristische producten van culturele aard zijn onder andere:
• Korte stedentrips en langere rondreizen, vooral in trek bij kunstliefhebbers
• Muziekfestivals: vaak verbonden met de thuisstad van een componist, zoals bijv. Pesaro
(Rossini) en Lucca (Puccini). Italië was immers de bakermat van de opera, wat erg populair is
in Italië
• Cursussen in Italiaanse kunst en literatuur: buitenlandse studenten in universiteitssteden
zoals Perugia, Firenze en Siena
• Religieus toerisme: bedevaarten naar Rome, Assisi, Loreto en Padua (meest bezochte
bestemmingen voor katholieke pelgrims)
Natuurgebieden: lijst natuurgebieden en nationale parken relatief beperkt
-> bekende uitzonderingen zijn het Gran Paradiso National Park in de westelijke Alpen of de Sibilini
in de Apennijnen
Historische context Italië
Voor 2e eeuw voor Chr.
- Aparte Italische volkeren/stammen (Sabijnen, Latijnen…)
- Griekse kolonies: Magna Graecia
- Etrusken! Stichting van Rome
Na 2e eeuw voor Chr.
- Romeinen verenigen tal van stammen onder hun gezag
- Rome wordt hoofdstad van immens rijk
- Taal, wetten en kalender golden in groot deel van Europa
- Drie periodes: koninkrijk, republiek en keizerrijk
Etrusken
Kunstzinnig en verfijnd
-> Rotsgraven met fresco’s, sieraden en aardewerken voorwerpen
,Belangrijkste rivalen: Grieken (deze noemen hen Tyrreners)
Collecties Etruskische kunst:
- Villa Giulia (Rome)
- Vaticaans museo Gregoriano
- Museo archeologico in Firenze
- Museo Guarnacci in Volterra
- Museo Nazionale in Chiusi
De romeinen
= Stedenbouwers: ‘kolonies’
-> vestigingsplaatsen voor Romeinse burgers. Bijv. Rimini (Ariminum)
Het Romeinse rijk
Eerst: koninkrijk
Later republiek en keizerrijk
Eerste keizer: Augustus
Bloeiperiode: 2de eeuw na Chr
Romeinse wegen: legers snel verplaatsen
Keerpunt
Keizer Constantijn wordt christen
Hoofdstad wordt Constantinopel/Byzantium (nu: Istanbul)
5de eeuw: Romeinse rijk wordt in twee gesplitst
-> 476: val van het West-Romeinse Rijk door invasie van Germaanse volkeren
Oost-Romeinse Rijk: centrum = Byzantium (Ravenna)
Gotiek en Vroege renaissance in Italië
13-15de eeuw
Renaissance: ‘wedergeboorte’
-> Antropocentrisme: mens staat centraal
Kritischer houding: grote ontdekkingen, bloei van wetenschappen
Individualisme! Kunstenaars: grote persoonlijkheden vs. anonimiteit (ME)
, Levensopvatting: streven naar meer levensverfijning en comfort
Schoonheid in de natuur = model voor schoonheid in kunst
De context van het toerisme in Italië
Fysische factoren
Italië van Noord-Europa gescheiden door de Alpen
Kustlijn van ca. 7.000 km lang, in de richting van de Adriatische en westelijke Middellandse Zee
De Apennijnen: ruwe ruggengraat van het Italiaanse schiereiland en waren jarenlang een obstakel in
de oost-westverbindingen
-> Nieuwe tunnels door de bergen, zorgen voor een betere ontsluiting tussen het oosten en het
westen
Tussen de Apennijnen en de Alpen: Noord-Italiaanse vlakte
-> het vruchtbare landbouwland
Een groot deel van Italië is geologisch onstabiel
-> bewezen bij de aardbevingen, de frequente grondverschuivingen in de Apennijnen en de
vulkanische activiteit bij Napels en Sicilië
Toch hebben rijke geothermische bronnen voor een florerend spatoerisme gezorgd
-> kuuroorden als Abano Terme, Montecatini Terme en Ischia
Socio-culturele factoren
De Italiaanse levensstijl: al jaren een attractie voor de meer gereserveerde bezoekers uit de landen
van Noord-Europa
-> zoals de avondlijke ‘passegiata’
Italië nu één van de laagste geboortecijfers in Europa (toch familiebanden sterk)
-> door de economische en sociale veranderingen sinds de Tweede Wereldoorlog
De Rooms katholieke kerk: blijft belangrijke rol spelen en religieuze feesten blijven populair
Cultuur: gekenmerkt door sterke regionale verschillen
-> komen tot uiting in de gastronomische specialiteiten, de kunstambachten en de dialecten
Te wijten aan de ‘Risorgimento’, de hereniging van Italië in 1861; slechts gedeeltelijk voltooid