Samenvatting - urologie

Urologie
Fundament 2

UROLOGIE
1. Terminologie in verband met urologisch stelsels

 Urologie
 Wetenschap die zich bezig houdt met het bestuderen en
behandelen van ziekten en afwijkingen van nieren en urinewegen
en van de mannelijke geslachtsorganen (met nadruk op
heelkunde)
 Vrouwen kunnen opgenomen worden maar last van
geslacht organen = naar gynaecologe

 Urinestelsel
 Geheel van organen & zorgt voor excretie van afvalstoffen
 Nieren, ureters, blaas & urethra
 Excretie van afvalstoffen kan ook gebeuren via
zweetklieren, longen & darm

 Mictie
 Urinelozing bij gevulde blaas onder invloed van blaascontractie

 Diurese
 Urineproductie ter hoogte van nier
 Diureticum = geneesmiddel urineproductie bevordert

 Debiet
 Volume per eenheid

 Urinedebiet
 Urinevolume per tijdseenheid

 Vochtbalans
 Afwegen van in- & output
 In = oraal & parentaal
 Out = urine, perspiratie, transpiratie, maagvocht, vloeibare
stoelgang, wondvocht

,Urologie
Fundament 2

Termen i.v.m. diurese
 Polyurie
 Verhoogde urineproductie
 Oorzaken
 Groot vochtverbruik
 Gebruik van diuretica
 Diabetes insipidus
 Diabetes mellitus

 Oligurie
 Lage urineproductie in de nieren
 Oorzaken
 Dehydratatie
 Weinig vochtinname
 Groot vochtverlies (braken, diarree,…)


 Anurie
 Geen urineproductie
 Oorzaken
 Shock
 Ernstige nierziekte met nierinsufficiëntie


Termen i.v.m. mictie
 Urineretentie
 Achterblijven van urine in blaas

 Pseudo – anurie (volledige urineretentie)
 Normale urineproductie & geen urinelozing

 Onvolledige urineretentie
 Normale urineproductie & onvolledige blaaslediging
 RESIDU = rest
 Oorzaken
 Postoperatief
 Prostaathypertrofie
 Obstructie
 Neurologisch
 Na verwijderen blaassonde

,Urologie
Fundament 2

 Verstopping blaassonde
 Afknikken leiding blaassonde

 Incontinentie
 Urine niet kunnen ophouden

 Pollakisurie
 Frequent wateren (zonder urinedebiet verandert over 24 u)
 Oorzaken
 Cystitis
 Zwangerschappen
 Neurogeen
 Nerveus
 Prostaathypertrofie


 Zeldzame mictie
 Te lang ophouden met gevaar voor infectie & slechte nierfunctie
 Oorzaken
 Cultuurgebonden
 Stoornis van sensibiliteit (diabetisch, verlamming,
chronische blaasuitzetting, …)

 Dysurie
 Moeilijk wateren (moeten persen)

 Algurie
 Brandend/ pijnlijk wateren
 = mictalgie

 Nycturie
 Nachtelijk wateren

 Straal
 Normaal krachtig & dun
 Abnormaal = spoeistraal, slappe straal,
 Obstructie
 Niet/ onvoldoende afvloei, afsluiting, verstopping
 Men krijgt
 Stase van urine (blijven staan van urine)

, Urologie
Fundament 2

 Stuwing (verhoogde druk door niet afvloeien van
urine)

 Oorzaken
 Urethra
 Ureter
 Stenen
 Tumoren

 Gevolgen
 Infectie door de stase
 Nierbeschadiging door stuwing
 Vorming van Hydro- ureter, hydronefrose

 Reflux
 Terugvloei van urine
 Van blaas naar ureter door beschadiging kleppen
 Aangeboren
 Gevolgen
 Infectie door stase
 Nierbeschadiging door stuwing
 Vorming van Hydro- ureter, hydronefrose


Termen i.v.m. urine
 Geurverandering
 Door voeding, medicatie, pathologie

 Kleurverandering
 Door concentratie, voeding, medicatie, pathologie

 Troebele urine
 Etter bij infecties


 Pyurie
 Etter in urine bij infecties
 Wijst op pathologie (initiële, terminale, volledige,…)

 Hematurie