Les 1: Verbindende communicatie
Geweldloze communicatie is ontwikkeld door Marshall Rosenberg.
1) Waarnemen
= zonder oordeel & interpretatie (ik zie, ik hoor...)
2) Gevoelens
=(on)aangenaam als behoeften (niet) vervuld zijn.
! Valkuil: mening/oordeel in verwerken mag niet! (“ik voel me aangevallen”)
3) Behoeften
= universele waarden (ik heb nood aan...)
4) Verzoek
= geen eisen, open voor een ‘nee’, concreet.
Les 2: Veilige leeromgeving
= noodzakelijk voor een persoonlijke groei.
≠ vanzelfsprekend --> het vraagt tijd en aandacht om elkaar te leren kennen.
! Valkuilen: kennismakingsronden. = onpersoonlijk)
Wat bepaalt jouw identiteit?
Intersectioneel denken: (kruispuntdenken)
ID = samenstelling van verschillende deelidentiteiten.
Iedereen heeft een gelaagde of meervoudige ID.
ID = dynamisch
Kimberlé Crenshaw (1991):
- Structurele intersectionaliteit = individuele ervaringen van discriminatie uit
structurele ongelijkheden.
- Politieke intersectionaliteit = onderzoekt hoe de wisselwerking tussen verschillende
vormen van ongelijkheid op politiek & institutioneel niveau aangepakt of gecreëerd
wordt.
- Representatieve intersectionaliteit = onderzoekt hoe specifieke IDen in een sociale
groep dominantie krijgen, waardoor andere IDen onzichtbaar worden.
, Relatie tussen Motivatie en Schoolcijfers:
Tweezijdig: Betrokkenheid leidt tot betere cijfers en vice versa.
Emoties (trots, schaamte) spelen een rol in motivatie.
Vergelijking met Peers en Ouderreacties
- Leerlingen vergelijken zich met anderen.
- Ouderreacties versterken emoties (positief/negatief).
Geslachtsverschillen
- Sterker effect bij jongens.
- Competitief element van cijfers maakt hen gevoeliger.
Negatieve Effecten van Cijfers
- Mogelijke vicieuze cirkel van demotivatie en slechte prestaties.
- Bewustwording van negatieve neveneffecten nodig.
Aanbevelingen voor Leerkrachten
- Contextualiseer cijfers en geef kwalitatieve feedback.
- Vermijd overmatige nadruk op prestaties.
- Bevorder autonomie en bouw goede relaties op met leerlingen.
Les 3: Onderwijs en diversiteit
Nodige competenties om te kunnen omgaan met diversiteit in de klas
1) Diversiteit (h)erkennen, waarderen en benutten
2) Inzetten op positieve relaties in een veilig klasklimaat
3) Krachtige leerprocessen in een toegankelijke en flexibele leeromgeving ontwerpen
en hanteren
4) Samenwerken met diverse actoren (getuigenissen, specialisten, collega’s...)
5) Doelgericht werken aan de eigen professionalisering
→ Combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes.
Rad van ongelijkheid
Racisme: Racisme is het oneerlijk beoordelen van mensen op basis van hun afkomst, waarbij
sommige groepen als beter of slechter worden gezien, wat kan leiden tot ongelijke
behandeling.
Segregatie: Segregatie is het bewust scheiden van groepen mensen op basis van
bijvoorbeeld afkomst, waardoor er afstand ontstaat tussen die groepen.