Samenvatting ondernemen 1: grafische kennis
OUTPUT – PRINT EN PAPER: druktechnieken
1. Druktechnieken
4 tradiotionele druktechnieken met drukvorm (master)
- Hoogdruk = typo, afgeleid: flexo
- Vlakdruk = oofset
- Diepdruk = helio, afgeleid: tampondruk
- Zeefdruk = screen, afgeleid: flockprint en transferdruk
Druktechniek zonder drukvorm
- Digitaal drukken
1.1. Hoogdruk of typodruk
1.1.1. Basis
- Oudste druktechniek (15de eeuw)
- Linosnede en losse loden/houten letters
1.1.2. Drukprincipe
- Drukkende delen liggen higer
- DIRECT contact met te bedrukken materiaal (principe van een stempel)
- Spiegelbeeld
1.1.3. Drukvorm
= polymeer, messing- of kopercliché
Belicht met uv licht → niet geharde delen
- worden uitgewassen
- worden met zuur weggebeten
→ dure drukvorm/cliché
1.1.4. Hoe te herkennen?
- ‘moet’: klein reliëf door de druk
- Kraalrand: door de druk wordt de overtollige inkt naar randen weggedrukt
1.1.5. Toepassingen
- Gelegenheidsdrukwerk
- Etiketten
- Speciale technieken: pregen, stansen,….
1.1.6. Afgeleid van hoogdruk: flexo
1.1.6.1. Drukvorm
- Polymeer (rubber of zachte kunststof)
- Flexibele drukvorm (kan op ongelijke of ruwe oppervlakken gedrukt worden)
- Belicht met uv licht
- Niet geharde delen worden uitgewassen
1
, 1.1.6.2. Drukprincipe
- Drukkende delen liggen hoger
- Direct contact
1.1.6.3. Hoe te herkennen?
- Kraalrand (halo)
- Geringe kleurkracht
1.1.6.4. Toepassingen – grote oplages
Uitgebreid gamma te bedrukken substraten:
- Flexibele verpakkingen in papier, kunststof en aluminiumfolie
o Draagtas, zak chips, ballon, flesje shampoo
- Golfkarton
o Pizzadoos, verzenddoos
- Etiketten op rol
o Etiket waterfles
- Naadloze drukken
o Inpak- en behangpapier
1.2. Vlakdruk of offsetdruk
1.2.1. Basis
= steendruk/lithografie
1.2.2. Drukvorm
- Plaat wordt belicht (laser)
- Principe: water en olie = stoten elkaar af (cfr olielek in zee)
→ belichte delen nemen vette inkt aan en stoten water af
1.2.3. Drukprincipe
- Drukkende en niet-drukkende delen liggen even hoog
- Geen direct contact tussen drukvorm en drager (rubberdoek neemt eerst water af)
1.2.4. Hoe te herkennen?
- Mooie letterrand
- Mogelijkheid van ‘spanjolen’ (stofje)
1.2.5. Toepassingen
- Administratief en commercieel drukwerk
- Tijdschriften en kranten
- Boeken
- (vouwkarton) verpakkingen
1.2.6. Vellenpers vs rotatiepers
- Vellenpers: tot 18 000 vellen/uur tot 70x100 cm, tot 9000 vellen/uur tot 151x205 cm
- Rotatiepers (coldset/heatset): tot 16 meter/sec
2
, 1.3. Diepdruk of helio
1.3.1. Basis
- Kopergravure, koper etsen
- Koperen plaat in-inkten
- Plaat op papier
1.3.2. Drukvorm
- Metalen cilinder wordt verkoperd
- Het te drukken beeld wordt gelaserd in de koperlaag
- Gegraveerde cilinder wordt verchroomd
= duurzaam (zeer hoge oplages – 100 000 ex)
- Per kleur (CMYK) een cilinder
- Vraagt tijd om cilinder klaar te maken
→ belang van goed nalezen
1.3.3. Drukprincipe
- De drukkende gedeeltes liggen dieper
- Cilinder in direct contact met drager
- Drukdrager trekt inkt uit de diepere gedeeltes
1.3.4. Drukherkenning
- Duidelijk! Letters gerasterd → gekartelde letterrand
- Diepe kleuren (kunstcataloog)
- Rakelstrepen ( =drukfout)
- Soms restgeur tolueen (inkt)
1.3.5. Toepassingen
Fijne ratserverlopen en intense kleuren → voor grote oplages
- Verpakkingen
o Papier, kunststof, aluminium
- Illustratiediepdruk – grote oplages
o Catalogi, reisgidsen, folders
- Naadloze decors
o Inpak- en behangpapier – kleuren
3
OUTPUT – PRINT EN PAPER: druktechnieken
1. Druktechnieken
4 tradiotionele druktechnieken met drukvorm (master)
- Hoogdruk = typo, afgeleid: flexo
- Vlakdruk = oofset
- Diepdruk = helio, afgeleid: tampondruk
- Zeefdruk = screen, afgeleid: flockprint en transferdruk
Druktechniek zonder drukvorm
- Digitaal drukken
1.1. Hoogdruk of typodruk
1.1.1. Basis
- Oudste druktechniek (15de eeuw)
- Linosnede en losse loden/houten letters
1.1.2. Drukprincipe
- Drukkende delen liggen higer
- DIRECT contact met te bedrukken materiaal (principe van een stempel)
- Spiegelbeeld
1.1.3. Drukvorm
= polymeer, messing- of kopercliché
Belicht met uv licht → niet geharde delen
- worden uitgewassen
- worden met zuur weggebeten
→ dure drukvorm/cliché
1.1.4. Hoe te herkennen?
- ‘moet’: klein reliëf door de druk
- Kraalrand: door de druk wordt de overtollige inkt naar randen weggedrukt
1.1.5. Toepassingen
- Gelegenheidsdrukwerk
- Etiketten
- Speciale technieken: pregen, stansen,….
1.1.6. Afgeleid van hoogdruk: flexo
1.1.6.1. Drukvorm
- Polymeer (rubber of zachte kunststof)
- Flexibele drukvorm (kan op ongelijke of ruwe oppervlakken gedrukt worden)
- Belicht met uv licht
- Niet geharde delen worden uitgewassen
1
, 1.1.6.2. Drukprincipe
- Drukkende delen liggen hoger
- Direct contact
1.1.6.3. Hoe te herkennen?
- Kraalrand (halo)
- Geringe kleurkracht
1.1.6.4. Toepassingen – grote oplages
Uitgebreid gamma te bedrukken substraten:
- Flexibele verpakkingen in papier, kunststof en aluminiumfolie
o Draagtas, zak chips, ballon, flesje shampoo
- Golfkarton
o Pizzadoos, verzenddoos
- Etiketten op rol
o Etiket waterfles
- Naadloze drukken
o Inpak- en behangpapier
1.2. Vlakdruk of offsetdruk
1.2.1. Basis
= steendruk/lithografie
1.2.2. Drukvorm
- Plaat wordt belicht (laser)
- Principe: water en olie = stoten elkaar af (cfr olielek in zee)
→ belichte delen nemen vette inkt aan en stoten water af
1.2.3. Drukprincipe
- Drukkende en niet-drukkende delen liggen even hoog
- Geen direct contact tussen drukvorm en drager (rubberdoek neemt eerst water af)
1.2.4. Hoe te herkennen?
- Mooie letterrand
- Mogelijkheid van ‘spanjolen’ (stofje)
1.2.5. Toepassingen
- Administratief en commercieel drukwerk
- Tijdschriften en kranten
- Boeken
- (vouwkarton) verpakkingen
1.2.6. Vellenpers vs rotatiepers
- Vellenpers: tot 18 000 vellen/uur tot 70x100 cm, tot 9000 vellen/uur tot 151x205 cm
- Rotatiepers (coldset/heatset): tot 16 meter/sec
2
, 1.3. Diepdruk of helio
1.3.1. Basis
- Kopergravure, koper etsen
- Koperen plaat in-inkten
- Plaat op papier
1.3.2. Drukvorm
- Metalen cilinder wordt verkoperd
- Het te drukken beeld wordt gelaserd in de koperlaag
- Gegraveerde cilinder wordt verchroomd
= duurzaam (zeer hoge oplages – 100 000 ex)
- Per kleur (CMYK) een cilinder
- Vraagt tijd om cilinder klaar te maken
→ belang van goed nalezen
1.3.3. Drukprincipe
- De drukkende gedeeltes liggen dieper
- Cilinder in direct contact met drager
- Drukdrager trekt inkt uit de diepere gedeeltes
1.3.4. Drukherkenning
- Duidelijk! Letters gerasterd → gekartelde letterrand
- Diepe kleuren (kunstcataloog)
- Rakelstrepen ( =drukfout)
- Soms restgeur tolueen (inkt)
1.3.5. Toepassingen
Fijne ratserverlopen en intense kleuren → voor grote oplages
- Verpakkingen
o Papier, kunststof, aluminium
- Illustratiediepdruk – grote oplages
o Catalogi, reisgidsen, folders
- Naadloze decors
o Inpak- en behangpapier – kleuren
3