Thema 1: classificatie & diagnostiek
Classificatie:
= het systematische ordenen en groeperen van problemen op basis van gelijke eigenschappen en
onderlinge relaties.
- Om het werk te vergemakkelijken (niet steeds te moeten herhalen)
- Testen, observeren, onderzoeken
- Meestal 1 grote term als verzameling voor meerdere beperkingen (vb: leerstoornis)
Grote verscheidenheid aan problemen --> nood aan ordening en indeling op basis van gelijke
eigenschappen en onderlinge relaties.
Communicatie, gemeenschappelijke taal: verstaan we hetzelfde? --> belangrijk voor diagnose en
behandeling.
Door classificatie is de diagnostiek gemakkelijker te doen/ te verstaan (classificatie ≠ diagnostiek)
2 soorten classificatie:
1) Klinisch-psychiatrisch
2) Empirisch-statisch
Klinisch-psychiatrisch:
Psychiatrische stoornissen= onafhankelijke en duidelijke afgelijnde ziekte-entiteiten, met voor elke
stoornis diagnostische en differentiaal diagnostische criteria. --> indien voldaan aan nodige criteria,
stoornis classificeren.
- Categoriaal: men heeft een stoornis of men heeft ze niet.
- DSM-5, ICD-10
- Categoriaal: alle stoornissen zijn een bepaalde categorie
- Diagnostische criteria= moet je kunnen afvinken
- Differentiaal diagnostische criteria= zou het misschien ook dat kunnen zijn, criteria van
andere stoornissen kunnen uitsluiten.
- duidelijk, je hebt het of niet (+)
- alles of niets, als je voldoet aan 2 criteria ipv 3, heb je geen label (-)
- International classification of diseases 10
DSM-5:
- = Diagnostic and statistical manual of mental disorders
- Systeem om problematieken van individuen te beschrijven en te classificeren in
stoorniscategorieën
- Wereldwijd gebruik
- Paradigma 3: medisch model --> focus op beperking, op wat er niet goed gaat