Samenvatting hoofdstuk 14: Crustacea

HOOFDSTUK 14: Crustacea
1. Algemeenheden

- MEESTAL  marien  IN  allerlei biotopen
- vrij levend
- pelagisch
- gravers
- sessiel
- SOMMIGE parasitair
- ongeveer 35.000 soorten
- larve  VAN  crustacea = naupliuslarve


2. Bouwplan

2.1. Segmenten en aanhangsels

2.1.1. Algemeen
- Lichaamsbouw:
o Acron
o Telson
o Variabel aantal segmenten
- 3 soorten metameren
o ”kop”: cephalomeren
o Thoraxsegmenten /borststuk: pereiomeren
o Abdominale segmenten /achterlijf: pleomeren
 GEEN  extremiteiten
1. GEEN echte kop  MAAR  meestal cephalothorax
a. Cephalon  VEGROEID  1 pereiomeer
2. Pereion = thorax
3. Pleon = abdomen
4. Telson

- VAAK carapax (kopschild)aanwezig

o VERGROEIEN  tergiet van een of meerdere pereiomeren
o GROEIT OVER andere pereionsegmenten

- Aanhangsels  VAN  splijtpoottype
- Mandibula  MET  kauwplaat
- Verschillende  AANPASSINGEN




1

, 2.1.2. Nephrops norvegicus




2.1.2.1. Cephalothorax

- ONTSTAAT DOOR:

Uitwendige vergroeing  VAN 6 kopsegmenten EN 8 borstsegmenten  BEDEKT
DOOR  carapax

- Carapax

BESTAAT UIT:

o Dorsaal stuk of tergiet  MET  2 laterale platen
 Branchiostegieten
 Kieuwkamer
o Cervicale groef  GRENS TUSSEN  cephalon EN pereion (thorax).
o Rostrum
 Dorsaal
 Vooraan
 Puntig
 Getand




2