1.1 BETROUWBARE GEGEVENS VERZAMELEN
1.1.1 BASISBEGRIPPEN
Populatie De volledige groep mensen, dieren, voorwerpen
waarover we informatie willen
eenheid Elk individueel element van de populatie dat
onderzocht wordt
synoniemen Elementen, onderzoekseenheden
steekproef Dat deel van de populatie dat daadwerkelijk
wordt onderzocht, met als doel betrouwbare
informatie te verkrijgen over de hele populatie
Steekproefgrootte Het aantal eenheden in de steekproef
Synoniem Steekproefomvang
symbool N
variabele Het kenmerk van de populatie dat we willen
meten of bepalen
Kwantitatieve variabele De variabele wordt voorgesteld door een getal
Kwalitatieve variabele De variabele die weergeeft tot welke categorie
een eenheid behoort
inferentie Het veralgemenen van steekproefresultaten tot
kenmerken van de populatie
1.1.2 HET SAMENSTELLEN VAN EEN STEEKPROEF : STEEKPROEFONTWERP
steekproefontwerp De manier waarop een steekproef wordt
samengesteld
Vertekende steekproef = niet betrouwbaar
= niet representatief voor de hele populatie
Opportunistische steekproef De onderzoeker kiest eenheden uit een deel van
de populatie die gemakkelijk, snel en/of
goedkoop zijn
Vrijwillige respons De eenheden uit de populatie kiezen zelf of ze
deelnemen
EAS Enkelvoudige aselecte steekproef : het wordt
gevormd door uit de totale populatie volledig
lukraak het nodige aantal elementen te kiezen.
Kenmerk : elk element heeft evenveel kans om
op genomen te worden.
Getrapte aselecte steekproef Stapsgewijs de steekproef kiezen 500 -> 10*50 -
> (2*5)*50
Gestratificeerde aselecte steekproef De populatie wordt eerst ingedeeld in
deelgroepen -> er worden lukraak elementen
uit elke doelgroep gekozen
1.2 STEEKPROEFVARIABILITEIT EN STEEKPROEFVERDELING
Steekproefvariabiliteit Verschillende steekproven, die uit eenzelfde
populatie volgens hetzelfde steekproefontwerp
zijn samengesteld, leveren verschillende
steekproefresultaten op
populatieproportie Het werkelijke percentage