Samenvatting anatomie les 5
➔ Schouderspieren
❖ M deltoideus
• Oorsprong:
➢ Pars clavicularis: laterale 1/3de clavicula
➢ Pars acromialis: acromion (= uitloper van de
spinascapula)
➢ Pars spinalis: onderrand spina scapulae
(dorsale zijde)
• Insertie (= aanhechtingsplaats): laterale zijde
humerus
• Functie:
➢ Pars clavicularis: anteflexie
➢ Pars acromialis: abductie (lateraal gedeelte)
➢ Pars spinalis: retroflexie (dorseel gedeelte)
• Innervatie: n. axillaris
1
,➔ Laterale schouderronding
❖ M supraspinatus
• Oorsprong: fossa supraspinata (ter hoogte van de scapula)
• Insertie: tuberculum majus (behoort tot de humerus)
• Functie: abductie humerus
→ spier loopt boven het schoudergewricht
• Innervatie: n. suprascapularis
❖ M infraspinatus
• Oorsprong: fossa infraspinata (loopt van de scapula naar de humerus)
• Insertie: tuberculum majus
• Functie: exorotatie humerus (trekt de humerus naar buiten)
• Innervatie: n. suprascapularis
2
, ❖ M teres minor
• Oorsprong: margo lateralis scapulae
• Insertie: tuberculum majus
• Functie: exorotatie humerus
• Innervatie: n. axillaris
❖ M teres major
• Oorsprong: onderste deel margo lateralis scapulae (loopt naar de voorzijde
van de humerus)
• Insertie: mediale rand sulcus intertubercularis aanhechten
• Functie: retroflexie en endorotatie
→ loopt van de dorsale zijde van de scapula naar de
ventrale zijde van de humerus
• Innervatie: n. subscapularis
❖ M subscapularis
• Oorsprong: fossa subscapularis (ligt aan de ventrale zijde)
• Insertie: verloopt naar de tuberculum minus
• Functie: endorotatie
→ gaat de humerus naar endorotatie draaien
• Innervatie: n. subscapularis
• Bursa subtendinea m. subscapularis:
Slijmbeurs, dicht bij de insertie gelegen tussen spier en gewrichtskapsel.
Ze staat in verbinding met de gewrichtsholte via een opening in het
kapsel: zwakke plaats!
3
➔ Schouderspieren
❖ M deltoideus
• Oorsprong:
➢ Pars clavicularis: laterale 1/3de clavicula
➢ Pars acromialis: acromion (= uitloper van de
spinascapula)
➢ Pars spinalis: onderrand spina scapulae
(dorsale zijde)
• Insertie (= aanhechtingsplaats): laterale zijde
humerus
• Functie:
➢ Pars clavicularis: anteflexie
➢ Pars acromialis: abductie (lateraal gedeelte)
➢ Pars spinalis: retroflexie (dorseel gedeelte)
• Innervatie: n. axillaris
1
,➔ Laterale schouderronding
❖ M supraspinatus
• Oorsprong: fossa supraspinata (ter hoogte van de scapula)
• Insertie: tuberculum majus (behoort tot de humerus)
• Functie: abductie humerus
→ spier loopt boven het schoudergewricht
• Innervatie: n. suprascapularis
❖ M infraspinatus
• Oorsprong: fossa infraspinata (loopt van de scapula naar de humerus)
• Insertie: tuberculum majus
• Functie: exorotatie humerus (trekt de humerus naar buiten)
• Innervatie: n. suprascapularis
2
, ❖ M teres minor
• Oorsprong: margo lateralis scapulae
• Insertie: tuberculum majus
• Functie: exorotatie humerus
• Innervatie: n. axillaris
❖ M teres major
• Oorsprong: onderste deel margo lateralis scapulae (loopt naar de voorzijde
van de humerus)
• Insertie: mediale rand sulcus intertubercularis aanhechten
• Functie: retroflexie en endorotatie
→ loopt van de dorsale zijde van de scapula naar de
ventrale zijde van de humerus
• Innervatie: n. subscapularis
❖ M subscapularis
• Oorsprong: fossa subscapularis (ligt aan de ventrale zijde)
• Insertie: verloopt naar de tuberculum minus
• Functie: endorotatie
→ gaat de humerus naar endorotatie draaien
• Innervatie: n. subscapularis
• Bursa subtendinea m. subscapularis:
Slijmbeurs, dicht bij de insertie gelegen tussen spier en gewrichtskapsel.
Ze staat in verbinding met de gewrichtsholte via een opening in het
kapsel: zwakke plaats!
3